ECLI:NL:RBSGR:2009:BH9019
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- M.Th. Nijhuis
- Rechtspraak.nl
Opeisbaarheid van een voorwaardelijk toegekende ontbindingsvergoeding na uitspraak kantonrechter
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank 's-Gravenhage, ging het om de opeisbaarheid van een voorwaardelijk toegekende ontbindingsvergoeding na een uitspraak van de kantonrechter. De eiser, Bastion Hotelgroep B.V., had een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ingediend, dat door de kantonrechter was toegewezen onder de voorwaarde dat de arbeidsovereenkomst nog bestond. De kantonrechter had in zijn beschikking van 21 augustus 2007 geoordeeld dat er geen dringende reden was voor ontslag op staande voet en had de arbeidsovereenkomst per 1 september 2007 ontbonden, met toekenning van een ontbindingsvergoeding van € 35.178,94 aan de gedaagde. Bastion Hotels vorderde in kort geding dat de gedaagde zou worden verboden de beschikking verder te executeren, en dat hij zou worden veroordeeld tot betaling van de ontbindingsvergoeding, vermeerderd met rente en kosten.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de ontbindingsvergoeding opeisbaar was vanaf de datum van de beschikking van de kantonrechter, en dat er geen noodzaak was voor een onherroepelijk vonnis in de bodemprocedure voordat de vergoeding geïncasseerd kon worden. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Bastion Hotels af, omdat de gedaagde recht had op de vergoeding en de executie daarvan niet onrechtmatig was. De voorzieningenrechter benadrukte dat de kantonrechter geen later ingangstijdstip had vastgesteld voor de opeisbaarheid van de vergoeding, en dat het onbillijk zou zijn om de gedaagde te verstoken van de vergoeding, terwijl de kantonrechter al had geoordeeld dat er geen dringende reden voor ontslag was.
Bastion Hotels werd veroordeeld in de kosten van het geding, en de vorderingen werden afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.Th. Nijhuis op 12 februari 2008.