ECLI:NL:RBSGR:2009:BI0373
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. de Loor-Alwin
- L.M. Holdert
- Rechtspraak.nl
Vergrijpboete wegens niet tijdig betalen van loonbelasting en de beoordeling van grove schuld
In deze zaak, uitgesproken op 6 maart 2009 door de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het een vergrijpboete van € 7.500 die aan eiseres, [X] N.V., is opgelegd wegens het niet tijdig betalen van loonbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2003 en 2004. De rechtbank heeft de vraag beoordeeld of er sprake was van grove schuld of opzet bij eiseres. De relevante gedragingen voor deze beoordeling zijn beperkt tot het tijdstip waarop de belasting uiterlijk had moeten zijn betaald, en gedragingen na deze tijdstippen zijn niet relevant voor de vaststelling van grove schuld of opzet.
De rechtbank oordeelde dat eiseres zich pas na het verstrijken van de betalingstermijn bewust werd van het feit dat zij te weinig loonbelasting had betaald. Verweerder, de inspecteur van de Belastingdienst, heeft onvoldoende feiten aangevoerd om te concluderen dat eiseres grove schuld kon worden verweten. De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, de boetebeschikking vernietigd en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 644. Tevens werd bepaald dat de Staat der Nederlanden het door eiseres betaalde griffierecht van € 288 moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan in het kader van een procedure tegen de beslissing van verweerder op bezwaar, waarbij eiseres bezwaar had gemaakt tegen de aan haar opgelegde vergrijpboete. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergrijpboete niet terecht was opgelegd, omdat niet was aangetoond dat eiseres op het moment van de verzuimen grove schuld had. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag als de uitspraakdatum.