ECLI:NL:RBSGR:2009:BI1238
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Ollermann
- Rechtspraak.nl
WOZ-waarde woning en indexeringspercentage in geschil
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 maart 2009, staat de WOZ-waarde van een woning centraal. Eiser, wonende te [Z], heeft bezwaar gemaakt tegen de door de heffingsambtenaar van de gemeente [P] vastgestelde WOZ-waarde van € 328.000, die op 10 mei 2007 was vastgesteld. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 272.000, maar eiser betwistte ook deze waarde en stelde een waarde van € 263.000 voor. Het geschil betreft voornamelijk het indexeringspercentage dat over de aankoopprijs van de woning moet worden toegepast. Eiser en verweerder konden het niet eens worden over het percentage, waarbij eiser stelde dat de gemiddelde waardestijging in de periode van 1 januari 2003 tot de aankoopdatum van de woning niet onder de 10% lag, terwijl verweerder een percentage van 7,5% hanteerde.
De rechtbank overweegt dat verweerder niet heeft aangetoond dat de vastgestelde WOZ-waarde juist is. De rechtbank wijst erop dat het door verweerder gebruikte indexeringspercentage is gebaseerd op een te beperkte selectie van verkooptransacties en dat het percentage niet representatief is voor de waardeontwikkeling van de woning in kwestie. Eiser heeft daarentegen wel aannemelijk gemaakt dat zijn voorgestelde waarde van € 263.000 correct is. De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar van verweerder en stelt de WOZ-waarde vast op € 263.000.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en gelast dat de gemeente [P] het door eiser betaalde griffierecht van € 39 aan hem vergoedt. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.