ECLI:NL:RBSGR:2009:BI2362
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W.H.B. Sentrop
- Rechtspraak.nl
Niet-voortzetting van het dienstverband van een onvoldoende functionerende ambtenaar na afloop van een tijdelijke proeftijdaanstelling
In deze zaak gaat het om de niet-voortzetting van het dienstverband van eiseres, een ambtenaar, na afloop van haar tijdelijke proeftijdaanstelling van 12 maanden. Eiseres was aangesteld als bedrijfskundige bij het College van dijkgraaf en hoogheemraden van Delfland, maar haar tijdelijke aanstelling werd niet omgezet in een vaste aanstelling. De werkgever stelde een vertrouwensbreuk vast, omdat eiseres niet bereid was vertrouwen uit te spreken in de werkgever, die haar een tijdelijke aanstelling voor zes maanden had aangeboden om zich alsnog te bewijzen. De rechtbank oordeelde dat eiseres geen aanspraak kon maken op een vaste aanstelling, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarde van goede en volledige functievervulling, zoals bleek uit een negatieve beoordeling van haar functioneren. De rechtbank toetste de ongewijzigde vaststelling van de beoordeling zeer terughoudend, omdat er in bezwaar en beroep geen concrete bezwaren waren aangevoerd tegen de beoordeling. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.
De rechtbank behandelde de zaak op 6 april 2009 en concludeerde dat de werkgever in redelijkheid had kunnen besluiten het dienstverband van eiseres niet voort te zetten. Eiseres had onvoldoende onderbouwd dat zij recht had op een vaste aanstelling, en de rechtbank vond dat de werkgever zorgvuldig had gehandeld door eiseres een kans te bieden om zich te bewijzen met een tijdelijke aanstelling. De rechtbank oordeelde dat de geschetste benadering van de werkgever getuigde van zorgvuldig personeelsbeleid en dat de eis van de werkgever dat eiseres vertrouwen zou uitspreken in de aanpak van de werkgever reëel was. De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres en verklaarde het beroep ongegrond.