ECLI:NL:RBSGR:2009:BI2441

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
11 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
328242 - KG ZA 09-43
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • H.F.M. Hofhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanbesteding ICT-personeel door de Belastingdienst en de toelaatbaarheid van inschrijvingen door meerdere entiteiten binnen één concern

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft Cimsolutions B.V. een vordering ingesteld tegen de Staat der Nederlanden (Belastingdienst) en OVSoftware Groep B.V. naar aanleiding van een aanbesteding voor het leveren van ICT-personeel. De Belastingdienst had een niet-openbare aanbesteding gehouden, waarbij het gunningscriterium de economisch meest voordelige aanbieding was. Cimsolutions, die op drie percelen had ingeschreven, betwistte de regulariteit van de aanbestedingsprocedure, met name de toelating van meerdere inschrijvers binnen één concern, in dit geval Sogeti en Capgemini, die ook op perceel 4 hadden ingeschreven. Cimsolutions stelde dat deze gang van zaken de concurrentie verstoorde en dat de Belastingdienst had nagelaten om voorwaarden op te nemen die strategische inschrijvingen zouden voorkomen.

De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Cimsolutions haar recht heeft verwerkt door pas na de voorlopige gunning haar bezwaren te uiten. De rechter oordeelde dat het toelaten van meerdere inschrijvers binnen één concern niet op voorhand onrechtmatig is, mits de inschrijvingen onafhankelijk van elkaar zijn en in vrije concurrentie tot stand zijn gekomen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de Belastingdienst niet in strijd heeft gehandeld met de gedragslijn die in de aanbestedingsdocumenten was opgenomen en dat de vorderingen van Cimsolutions niet voor toewijzing vatbaar zijn. De rechter wees de vorderingen van Cimsolutions en OVSoftware af en veroordeelde Cimsolutions in de proceskosten van de Belastingdienst en OVSoftware.

Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor inschrijvers om tijdig hun bezwaren te uiten en de ruimte die aanbestedende diensten hebben om inschrijvingen van meerdere entiteiten binnen één concern toe te laten, mits dit in overeenstemming is met de beginselen van het aanbestedingsrecht.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 11 maart 2009,
gewezen in de zaak met zaak- / rolnummer: 328242 / KG ZA 09-43 van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Cimsolutions B.V.,
gevestigd te Vianen,
eiseres,
advocaat mr. L. Alberts te Hardinxveld-Giessendam,
tegen:
de Staat der Nederlanden (ministerie van Financiën, Directoraat-Generaal Belastingdienst, Centrum voor Facilitaire Dienstverlening),
zetelende te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. P. Halferkamps te Utrecht,
en tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OVSoftware Groep B.V.,
gevestigd te Oldenzaal,
tussengekomen partij,
advocaat mr. G.J. van de Wetering te Enschede.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als 'Cimsolutions', 'de Staat' of 'de Belastingdienst' en 'OVSoftware'.
1. Het incident tot voeging
OVSoftware heeft verzocht te mogen tussenkomen in dit geding. Ter zitting van 25 februari 2009 hebben Cimsolutions en de Belastingdienst elk verklaard geen bezwaar te hebben tegen de tussenkomst. De voorzieningenrechter heeft daarop de tussenkomst toegestaan, aangezien voldoende is gebleken dat OVSoftware een belang heeft om benadeling of verlies van een recht te voorkomen en niet gebleken is dat het verzoek tot tussenkomst aan de vereiste spoed bij dit kort geding en de goede procesorde in het algemeen in de weg staan.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 25 februari 2009 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1. De Belastingdienst heeft een niet-openbare aanbesteding gehouden inzake het leveren van ICT-personeel, de Aanbesteding INK 08-2005 Inhuur ICT (hierna 'de aanbesteding'). Het gunningscriterium betreft de economisch meest voordelige aanbieding.
2.2. Op de aanbesteding is het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (hierna 'het Bao') van toepassing, met dien verstande dat de aanbesteding onder de categorie 22 van Bijlage 2B van het Bao valt.
2.3. De aanbesteding is in twee fasen opgedeeld, de selectiefase en de gunningsfase.
2.4. In het bij de aanbesteding behorende 'Beschrijvend document selectie Inhuur ICT Personeel' van 18 augustus 2008 (hierna 'het beschrijvend document selectie') staat onder meer vermeld dat de inhuur van ICT-personeel is onderverdeeld in elf percelen, waarbij per perceel in beginsel drie raamovereenkomsten worden afgesloten. In hoofdstuk 1.1. staat onder meer vermeld:
"(..) Om de totstandkoming van de interne markt te bevorderen (..) en de vrije en eerlijke concurrentie binnen de Europese Unie (EU) te stimuleren, stelt de Belastingdienst leveranciers in de gelegenheid mee te dingen naar nieuwe raamovereenkomsten ten behoeve van de "Inhuur van ICT Personeel". (..)"
2.5. Vraag 124 en het daarop verstrekte antwoord in de Nota van Inlichtingen behorende bij het beschrijvend document selectie luiden als volgt:
"124.(..)Is het toegestaan om met 2 separate juridische entiteiten, welke behoren tot hetzelfde concern, in te schrijven op op deze aanbesteding?Ja."
2.6. Hoofdstuk 5.4 van het 'Beschrijvend document gunning Inhuur ICT Personeel' van 10 november 2008 (hierna 'het beschrijvend document gunning') bepaalt, voor zover thans van belang, als volgt:
"Subcriterium Prijs
Inschrijver dient per perceel waarop wordt geoffreerd per functieprofiel en naar niveau (junior, medior, senior) een maximum uurtarief aan te bieden (..). Hierbij dient inschrijver gebruik te maken van het sjabloon Tarieven in Bijlage 2 (..)
Inschrijver dient bij de berekening van de tarieven rekening te houden met:
(..)
3) en de procentuele verdeling op functieniveau, te weten junior, medior en senior in de verhouding van respectievelijk 10%, 30% en 60%. (..)"
2.7. In de (eerste) Nota van Inlichtingen van 14 november 2008, behorende bij het beschrijvend document gunning, is bij vraag en antwoord 141 onder meer opgenomen:
"141.(..)(..) Wij hebben in diverse aanbestedingen ervaren dat sommige aanbieders op één of twee functies, binnen een perceel, een tarief aanbieden die ver onder de kostprijs (..) ligt.
De achterliggende reden is om de gemiddelde prijs in het perceel zover naar beneden te krijgen dat daarmee het vrijwel zeker is om geselecteerd te worden voor het perceel.
(..)
Vragen:
- Accepteert de aanbestedende dienst deze wijze van aanbieden (extreem laag geprijsde tarieven, waarop naar alle waarschijnlijkheid niet geleverd wordt)?
- Kunnen of worden de potentiële leveranciers, welke deze pricing-methode gebruiken, in de aanbesteding uitgesloten?
- Worden er sancties opgelegd aan de leveranciers welke zijn leveringen in deze niet nakomt?
- Toetst u de geloofwaardigheid van verdeling van junior, medior en senior functies zoals de leverancier deze nu opgeeft, zeker waar zeer lage tarieven zijn opgegeven en leidt deze handelswijze tot uitsluiting?Vraag 1 en 2.
De Belastingdienst sluit abnormaal lage inschrijvingen zonder meer uit van verdere deelname.
Vraag 3.
De sanctie op niet nakoming is zoals u hebt kunnen lezen in de Raamovereenkomst ontbinding.
Vraag 4.
Indien daartoe aanleiding is."
2.8. Cimsolutions heeft vraag 141 niet gesteld.
2.9. Cimsolutions is geselecteerd voor en heeft ingeschreven op drie percelen, te weten de percelen 4, 6 en 11. Bij brief van 23 december 2008 heeft de Belastingdienst Cimsolutions bericht dat zij met betrekking tot perceel 11 bij de drie economisch meest voordelige inschrijvingen is geëindigd. Cimsolutions is voor wat betreft perceel 4 als vierde geëindigd, na Sogeti Nederland BV (hierna 'Sogeti'), OVSoftware en Capgemini Nederland BV (hierna 'Capgemini'). Met betrekking tot perceel 6 is Cimsolutions eveneens als vierde geëindigd, na onder meer OVSoftware.
2.10. Bij brief van 7 januari 2009 heeft Cimsolutions de Belastingdienst bericht dat zij de indruk heeft dat Sogeti abnormaal laag heeft ingeschreven en een ongeloofwaardige verdeling heeft afgegeven van junior-, medior- en seniorfuncties. Cimsolutions heeft de Belastingdienst voorts onder meer verzocht te vermelden of hij de geloofwaardigheid van de inschrijving van Sogeti heeft getoetst.
2.11. In een reactie van 9 januari 2009 heeft de Belastingdienst aan Cimsolutions onder meer meegedeeld dat er geen sprake is van een abnormaal lage inschrijving van Sogeti. Voorts staat in deze brief dat de Belastingdienst de aanbiedingen op de percelen 4 en 6 heeft beoordeeld en gewaardeerd aan de hand van de vooraf bekendgemaakte gunningscriteria, waarbij een integrale beoordeling van de tarieven heeft plaatsgevonden.
2.12. Op 22 januari 2009 heeft er tussen Cimsolutions en de Belastingdienst een gesprek plaatsgevonden, waarna Cimsolutions haar standpunt dat er sprake is van een abnormaal lage prijs voor wat betreft het gewogen gemiddelde van het subcriterium prijs, heeft laten varen.
2.13. Cimsolutions heeft een verklaring overgelegd van [A.] van 8 januari 2009. Hierin staat onder meer vermeld:
"Hierbij verklaart ondergetekende dat hij in zijn rol als Senior Bouwer op de werkvloer van de Belastingdienst medewerkers van de Belastingdienst heeft gesproken die contacten onderhouden met Sogeti.
Deze Belastingdienst medewerkers hebben tegen ondergetekende uitgelegd dat Sogeti een truc heeft uitgehaald om de gunningsbeslissing te manipuleren met betrekking tot de (..) aanbesteding (..) perceel 4. De voor deze aanbesteding door de Belastingdienst afgegeven spreadsheet (voor het invoeren van tarieven per perceel per functie per niveau) maakt het mogelijk om mediors duurder te maken dan seniors.
De tarieven voor perceel 4 van de seniors zijn door Sogeti erg laag gemaakt en de tarieven van mediors veel hoger dan de tarieven van seniors om vervolgens op senior-aanvragen geen seniors te gaan aanbieden, maar enkel mediors. (..)
Met deze strategie zou voor de gunning een zeer laag gewogen gemiddeld tarief ingebracht worden (goedkope seniors tellen veel zwaarder mee dan dure mediors) (..)"
2.14. De Belastingdienst heeft drie verklaringen overgelegd. In een verklaring van [B.] en [C.] van Sogeti van 19 februari 2009 staat vermeld dat de door Sogeti gehanteerde tarieven voor perceel 4 niet onder de kostprijs zijn en een oplopend karakter hebben van junior naar medior naar senior. In een verklaring van [D.] van Sogeti van 19 februari 2009 is opgenomen dat Sogeti en Capgemini zelfstandige, elkaar beconcurrerende entiteiten zijn die voorafgaande aan de aanbesteding geen overleg hebben gevoerd. In een verklaring van [E.] van Capgemini van 20 februari 2009 staat vermeld dat alle prijzen en tarieven die in het kader van de aanbesteding door Capgemini zijn geoffreerd in het geheel niet onder de kostprijs vallen. Voorts heeft [E.] verklaard dat Capgemini en Sogeti als twee onafhankelijke ondernemingen opereren en onderling geen afspraken over prijzen en tarieven hebben gemaakt.
3. De vorderingen, de gronden daarvoor en het verweer
3.1. Cimsolutions vordert na wijziging van eis - zakelijk weergegeven - primair de Belastingdienst op straffe van een dwangsom te gebieden de percelen 4 en 6, althans perceel 4, aan Cimsolutions te gunnen, althans de Belastingdienst te verbieden deze percelen aan anderen dan ook aan Cimsolutions te gunnen. Subsidiair vordert Cimsolutions de Belastingdienst te veroordelen om met betrekking tot de percelen 4 en 6 tot heraanbesteding over te gaan, waarbij niet meer dan één onderneming van hetzelfde concern mag inschrijven en de gehanteerde sjablonen worden beveiligd tegen strategisch inschrijven. Meer subsidiair vordert Cimsolutions de Belastingdienst te verbieden tot gunning over te gaan en hem te gebieden inzicht te verschaffen in de wijze waarop de scores tot stand zijn gekomen, althans een in goede justitie te bepalen voorziening te treffen.
3.2. Daartoe voert Cimsolutions - samengevat - het volgende aan.
De aanbesteding is om een aantal redenen onregelmatig verlopen.
Mede gelet op de eindscores van de overige inschrijvers en de verklaring van [A.] is er sprake van een ongeloofwaardige verdeling van tarieven over functies en functieniveaus. De Belastingdienst heeft tijdens de bespreking van 22 januari 2009 erkend dat er door Sogeti en andere inschrijvers strategisch is ingeschreven. Het toekennen van lage tarieven aan hogere functieniveaus en hogere tarieven aan lage functieniveaus, teneinde een zo laag mogelijke score te verkrijgen, dient als ongeloofwaardig te worden aangeduid. Dit is in strijd met het antwoord op vraag 141 van de Nota van Inlichtingen van 14 november 2008. De Belastingdienst heeft in strijd met het transparantiebeginsel nagelaten inzicht te verschaffen in de gehanteerde tarieven van de overige inschrijvers. Het ligt immers op de weg van de Belastingdienst om duidelijkheid te verschaffen omtrent het toetsingskader dat hij heeft gehanteerd bij strategische inschrijvingen. In eerdere aanbestedingen heeft de Staat, althans organen die in het verlengde liggen van de Staat, strategisch inschrijven ontoelaatbaar geoordeeld. De Belastingdienst heeft in de onderhavige aanbesteding echter nagelaten om voorwaarden op te nemen teneinde een strategische inschrijving te voorkomen of te omkaderen. Dit is in strijd met algemene beginselen van het aanbestedingsrecht. De handelwijze van de Belastingdienst is onrechtmatig en rechtvaardigt een heraanbesteding.
Daarnaast heeft de Belastingdienst ten onrechte toegestaan dat Cap Gemini en Sogeti allebei op perceel 4 hebben ingeschreven. Zij behoren tot hetzelfde concern en doordat zij bij de eerste drie zijn geëindigd komt 67% van perceel 4 in handen van één concern. Nu zij samen circa 20 tot 25% marktaandeel hebben, nemen zij een machtspositie in, zodat niet kan worden uitgesloten dat daarvan misbruik van wordt gemaakt. Uit de (preambule van de) Richtlijn 2004/18/EG betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (hierna 'de Richtlijn 2004/18') volgt dat een aanbesteding voorwaarden dient te bevatten die werkelijke mededinging waarborgt. Het bepaalde in hoofdstuk 1.1 van het beschrijvend document selectie verwijst eveneens naar de verplichting vrije en eerlijke concurrentie te stimuleren. Dit vergt een actieve houding van de Belastingdienst en brengt mee dat hij in de aanbesteding voorwaarden had dienen op te nemen om meerdere inschrijvingen van één concern te voorkomen. Doordat de Belastingdienst dit heeft nagelaten, is de aanbesteding onregelmatig en jegens Cimsolutions onrechtmatig uitgevoerd, zodat in elk geval aan Cimsolutions gegund dient te worden, althans tot heraanbesteding moet worden besloten. Cimsolutions is van mening dat dit zich leent voor het stellen van een prejudiciële vraag naar de uitleg van Richtlijn 2004/18.
3.3. De Belastingdienst en OVSoftware voeren gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3.4. OVSoftware vordert - zakelijk weergegeven - Cimsolutions niet-ontvankelijk te verklaren, althans haar vorderingen af te wijzen, en de Belastingdienst te gebieden de percelen in ieder geval aan OVSoftware te gunnen, indien de Belastingdienst tot gunning wenst over te gaan.
3.5. De stellingen van OVSoftware komen hierna, voor zover nodig, aan de orde.
3.6. Cimsolutions voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Kern van het geschil betreft de vraag of de door de Belastingdienst gehouden aanbesteding regelmatig verlopen is.
4.2. Allereerst zal worden beoordeeld of de Belastingdienst ten onrechte heeft toegelaten dat meerdere entiteiten behorend tot één concern, op perceel 4 van de aanbesteding hebben ingeschreven.
4.3. Zoals de Belastingdienst en OVSoftware terecht hebben betoogd, mag van een inschrijver een zekere proactieve houding verlangd worden. Dit volgt mede uit het Grossmann-arrest (HvJEG 12 februari 2004, C 230/02). Het ligt daarom op de weg van een inschrijver om aan hem kenbare mogelijke onregelmatigheden aan de orde te stellen in een stadium waarin deze kunnen worden gecorrigeerd met zo gering mogelijke consequenties voor het verloop van de aanbestedingsprocedure in het geheel. In de onderhavige situatie staat vast dat Cimsolutions pas ná de beslissing tot voorlopige gunning haar klacht omtrent concerninschrijvingen naar voren heeft gebracht, terwijl Cimsolutions hiervan reeds ten tijde van de selectie op de hoogte was dan wel kon zijn, temeer nu in de Nota van Inlichtingen behorende bij het beschrijvend document selectie uitdrukkelijk vermeld staat dat het is toegestaan om met twee juridische entiteiten behorende tot hetzelfde concern in te schrijven. Onder deze omstandigheden heeft zij haar recht verwerkt om hierover nog te klagen.
4.4. Het verweer van de Belastingdienst en OVSoftware op dit punt slaagt dus. Het standpunt van Cimsolutions kan reeds hierom niet worden toegewezen.
4.5. Ten overvloede wordt overwogen dat, anders dan Cimsolutions heeft betoogd, niet kan worden gezegd dat het enkele toelaten van meerdere inschrijvers binnen één concern bij voorbaat als onrechtmatig dient te worden beschouwd. Dit volgt ook niet uit het door Cimsolutions aangehaalde arrest van de Hoge Raad van 22 juni 2007 (NJ 2007, 519), dat betrekking had op een ander feitencomplex. Zoals de advocaat-generaal in zijn conclusie voor dit arrest heeft betoogd, kan niet worden aangenomen dat op voorhand van ongeldigheid van de inschrijvingen van tot een concern behorende gegadigden dient te worden uitgegaan. Het feit dat ondernemingen tot één concern behoren, sluit immers niet uit dat hun inschrijvingen niettemin onafhankelijk van elkaar en in vrije concurrentie tot stand zijn gekomen. Bovendien staat bij aanmelding van meer tot hetzelfde concern behorende gegadigden niet bij voorbaat vast dat meer dan één van die gegadigden zullen worden uitgenodigd in te schrijven. De verwijzing naar een vonnis van deze rechtbank van 27 mei 2008 (LJN BD2737) treft evenmin doel, nu de feiten en omstandigheden in die zaak eveneens op relevante onderdelen afwijken van die in deze zaak. Zo was in de stukken van de aangehaalde zaak - anders dan in de onderhavige aanbesteding - onder meer opgenomen dat het niet was toegestaan om offertes in te dienen door aan elkaar verwante ondernemingen. In zijn algemeenheid dient het door Cimsolutions bepleite standpunt derhalve te worden verworpen.
4.6. Vervolgens komt de vraag aan de orde of de Belastingdienst in strijd heeft gehandeld met de gedragslijn die is vermeld in het antwoord op vraag 141 en "ongeloofwaardige" inschrijvingen heeft toegelaten, althans op grond van het transparantiebeginsel gehouden is hierover meer duidelijkheid te verschaffen.
4.7. OVSoftware heeft betoogd dat ook ten aanzien van dit onderdeel de bezwaren van Cimsolutions tardief zijn. Dit verweer dient te worden verworpen. Dit zou hooguit gelden voor zover Cimsolutions heeft willen klagen over mogelijke leemten in de aanbestedingsdocumenten, in deze zin dat hierin opgenomen had dienen te worden dat strategische en/of ongeloofwaardige inschrijvingen niet zijn toegestaan. De kern van het bezwaar van Cimsolutions is echter, zo begrijpt de voorzieningenrechter, dat de Belastingdienst zich niet heeft gehouden aan hetgeen hij - in zijn antwoord op vraag 141, vierde liggende streepje - heeft vermeld te zullen doen. Niet kan worden gezegd dat Cimsolutions haar rechten heeft verwerkt door na de gunningsbeslissing over de wijze van toepassing van dit antwoord 141 te klagen.
4.8. Cimsolutions heeft in algemene zin bepleit dat er sprake is geweest van ongeloofwaardige inschrijvingen, die niet in overeenstemming zijn met antwoord 141. Deze stelling is niet nader onderbouwd, anders dan met de verklaring van [A.] over de inschrijving van Sogeti. Deze verklaring rechtvaardigt nog niet de conclusie dat er inderdaad op ontoelaatbare wijze is ingeschreven. De Belastingdienst heeft dit gemotiveerd weersproken, onder overlegging van een verklaring van Sogeti. De Belastingdienst heeft daarnaast een verklaring overgelegd van Capgemini, waarin staat vermeld dat er niet onder kostprijs is geoffreerd. Ook OVSoftware heeft betwist met irreële tarieven te hebben ingeschreven. Onder deze omstandigheden is het door Cimsolutions ingenomen standpunt onvoldoende aannemelijk geworden.
4.9. Voor zover Cimsolutions heeft willen betogen dat een "strategische" inschrijving gelijk is aan een ongeloofwaardige inschrijving als bedoeld in het antwoord op vraag 141 en daarom ontoelaatbaar moet worden geacht, faalt haar stelling. In zijn algemeenheid is strategisch inschrijven, waarbij dusdanig wordt ingeschreven dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die het gunningscriterium biedt en bijvoorbeeld geschoven wordt met tarieven om een zo laag mogelijke - zij het niet abnormaal lage - prijs of een zo hoog mogelijke score te verkrijgen, niet ontoelaatbaar, mits dit gebeurt met inachtneming van de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht. Niet valt in te zien op welke grond de Belastingdienst nadere regels had behoren te stellen om strategisch inschrijven te omkaderen of te verbieden.
4.10. De verwijzing van Cimsolutions naar andere aanbestedingsprocedures is in dit kader niet van belang. De enkele omstandigheid dat in andere aanbestedingsprocedures, zelfs al zouden ze van de Staat afkomstig zijn, nadere regels zijn opgenomen met betrekking tot strategisch inschrijven, betekent nog niet dat dergelijke regels onverkort op de onderhavige aanbesteding van toepassing zijn.
4.11. Vervolgens zal worden beoordeeld of de Belastingdienst gehouden is op grond van het transparantiebeginsel nadere informatie te verschaffen. De Belastingdienst en OVSoftware hebben aangevoerd dat Cimsolutions geen recht heeft op verdere inzage in tarieven en/of scoreopbouw van andere inschrijvers, omdat dit concurrentiegevoelige informatie betreft.
4.12. Dat deze informatie concurrentiegevoelige informatie betreft, wordt door Cimsolutions niet betwist en is voldoende aannemelijk. Hoewel artikel 41 lid 5 van het Bao niet rechtstreeks van toepassing is, geldt in zijn algemeenheid dat een aanbestedende dienst zorgvuldig dient om te gaan met de aan hem verstrekte concurrentiegevoelige informatie. Indien tarieven en/of de scoreopbouw bekend worden gemaakt aan Cimsolutions, zal dit, zoals door de Belastingdienst en OVSoftware onweersproken is betoogd, consequenties hebben voor toekomstige aanbestedingen. Dit geldt temeer nu voor elk perceel de als eerste drie geëindigde partijen nog met elkaar in concurrentie dienen te treden met betrekking tot de onder de raamovereenkomst te gunnen afzonderlijke opdrachten. Gelet hierop is voldoende aannemelijk dat de Belastingdienst een gerechtvaardigd belang heeft bij het waarborgen van de aan hem verstrekte vertrouwelijke informatie. In de onderhavige zaak is niet gebleken dat het belang van Cimsolutions bij het prijsgeven van de betreffende informatie door de Belastingdienst zwaarder weegt het belang van de Belastingdienst. Cimsolutions heeft in dit kader niet aannemelijk gemaakt dat er bijzondere omstandigheden bestaan die ertoe nopen om de desbetreffende gevoelige informatie openbaar te maken, mede gelet op de omstandigheid dat Cimsolutions reeds de eindscores van de overige inschrijvers en een toelichting van de Belastingdienst heeft verkregen.
4.13. Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat niet aannemelijk is geworden dat de gunningsbeslissingen onvoldoende gemotiveerd zijn.
4.14. Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van Cimsolutions niet voor toewijzing vatbaar zijn.
4.15. Voor de vorderingen van OVSoftware betekent dit dat het resultaat van de door de Belastingdienst gevolgde aanbestedingsprocedure in stand blijft. Gesteld noch te verwachten is dat de Belastingdienst zal afwijken van zijn eerdere voornemen tot gunning aan onder meer OVSoftware, waarbij partijen vervolgens nog met elkaar in concurrentie dienen te treden voor iedere afzonderlijke opdracht. Een gebod tot gunning aan OVSoftware kan daarom achterwege blijven. Dit brengt mee dat de vorderingen van OVSoftware wegens gebrek aan belang zullen worden afgewezen.
4.16. Cimsolutions zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van de Belastingdienst en van OVSoftware.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- wijst de vorderingen van Cimsolutions af;
- wijst de vorderingen van OVSoftware af;
- veroordeelt Cimsolutions in de kosten van dit geding tegen de Belastingdienst, tot dusverre aan de zijde van de Belastingdienst begroot op € 1.078,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 262,-- aan griffierecht;
- veroordeelt Cimsolutions in de kosten van dit geding tegen OVSoftware, tot dusverre aan de zijde van OVSoftware begroot op € 1.078,--, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat en € 262,-- aan griffierecht;
- verklaart de proceskostenveroordeling jegens OVSoftware uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.F.M. Hofhuis en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2009