ECLI:NL:RBSGR:2009:BI6270
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Varkensrechten en niet-ontvankelijkheid van beroep tegen besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij
In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, stond de vraag centraal of de eiser, die betrokken was bij de herstructurering van de varkenshouderij, tijdig beroep had ingesteld tegen een niet-ontvankelijkverklaring. De eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Bureau Heffingen van 29 januari 1999, waarin hem werd meegedeeld dat hij niet in aanmerking kwam voor categorie 3 van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij. De rechtbank oordeelde dat de eiser niet tijdig beroep had ingesteld, ondanks dat de beslissing op bezwaar een juiste rechtsmiddelverwijzing bevatte. Dit leidde tot de conclusie dat de niet-ontvankelijkverklaring van de eiser standhield.
De procedure begon met een tussenvonnis van 24 september 2008, waarin de rechtbank om inlichtingen vroeg. De eiser had op 19 november 2008 een akte ingediend, waarop de Staat op 14 januari 2009 had geantwoord. De rechtbank bevestigde in haar beoordeling dat de eerdere beslissing van 29 januari 1999 formele rechtskracht had verworven, wat betekende dat de civiele rechter ervan moest uitgaan dat deze inhoudelijk juist was. De rechtbank verwierp het betoog van de eiser dat hij op het verkeerde been was gezet en oordeelde dat de overschrijding van de beroepstermijn niet verschoonbaar was.
Uiteindelijk wees de rechtbank de vordering van de eiser af en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van de Staat werden begroot op € 244,- aan griffierecht en € 1.356,- aan salaris van de advocaat, te vermeerderen met wettelijke rente. De uitspraak werd openbaar gedaan op 11 maart 2009.