ECLI:NL:RBSGR:2009:BI9011

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
12 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/758279-08
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gewapende overvallen op restaurant La Place in Delft met voorbereiding

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 12 juni 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die samen met anderen betrokken was bij twee gewapende overvallen op restaurant La Place in Delft en de voorbereiding daarvan. De verdachte, die als medewerkster van La Place werkte, had een gedetailleerd plan gemaakt voor de overvallen, gebaseerd op haar kennis van de locatie. Tijdens de overvallen, die plaatsvonden op 8 en 29 september 2008, werden medewerkers onder bedreiging van geweld gedwongen om hun telefoons in te leveren en de kluis te openen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van deze overvallen en de voorbereiding daarvan. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en het grote aandeel van de verdachte in de gepleegde delicten. Ondanks dat de verdachte openheid van zaken heeft gegeven, heeft de rechtbank besloten om een hogere gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie was geëist. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met de verplichting tot reclassering.

Uitspraak

RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE
Sector Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer 09/758279-08
Datum uitspraak: 12 juni 2009
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank ’s-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte [K]],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984,
adres: [adres],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting "Utrecht Hvb Nieuwersluis" te
Nieuwersluis.
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 9 maart, 28 en 29 mei 2009.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. I.W. Streefland en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte mr. R.E. van Zijl, advocaat te 's-Gravenhage, en door de verdachte naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 08 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen 2376 euro, in elk geval een geldbedrag en/of
tien, in elk geval een of meer, hotspotkaarten à 10 euro en/of acht, in elk
geval een of meer, hotspotkaarten à 15 euro en/of acht, in elk geval een of
meer, hotspotkaarten à 30 euro en/of een portemonee met inhoud ( onder andere
inhoudende een rijbewijs en/of meerdere bankpassen) in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan La Place ( vestiging A13,Rijksweg) en/of
[J], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [J], gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s)
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- met bivakmutsen op naar het kantoor van die [J] is/zijn gegaan en/of
tegen die [J] heeft/hebben gezegd dat als hij niet meewerkte hij zou
worden neergestoken, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) tegen die [J] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond
moest liggen, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) de handen en/of voet en/of mond van die [J] heeft/hebben
(dicht)getaped en/of
- ( vervolgens) over die [J] heeft/hebben gezegd: "Steek hem maar neer",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[N] en/of [L] op of omstreeks te 08 september 2008, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 2376 euro, in elk geval een
geldbedrag en/of tien, in elk geval een of meer, hotspotkaarten à 10 euro
en/of acht, in elk geval een of meer, hotspotkaarten à 15 euro en/of acht, in
elk geval een of meer, hotspotkaarten à 30 euro en/of een portemonee met
inhoud ( onder andere inhoudende een rijbewijs en/of meerdere bankpassen), in
elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan La Place ( vestiging
A13,Rijksweg) en/of [J], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan die [N] en/of [L] en/of haar mededader(s) en/of aan verdachte, welke
diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [J], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan die [N] en/of [L] en/of aan (een) andere deelnemer(s)
van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van
het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat die [N] en/of [L]:
- met bivakmutsen op naar het kantoor van die [J] is/zijn gegaan en/of
tegen die [J] heeft/hebben gezegd dat als hij niet meewerkte hij zou
worden neergestoken, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) tegen die [J] heeft/hebben gezegd dat hij op de grond
moest liggen, althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) de handen en/of voet en/of mond van die [J] heeft/hebben
dichtgetaped en/of
- ( vervolgens) over die [J] heeft/hebben gezegd: "Steek hem maar neer",
althans woorden van gelijke aard of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte
op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 01 augustus
2008 tot en met 08 september 2008 te Delft en/of 's-Gravenhage en/of elders in
Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- tegen die [N] en/of [L] te zeggen dat het (heel) makkelijk was om La
Place te overvallen en/of dat alle deuren open waren en/of
- aan die [N] en/of [L] aan te geven wanneer de geldwagen zou komen
en/of welke personeelsleden op welke dagen werkten en/of in welke ruimte de
kluis stond en/of wanneer de opbrengst het grootst zou zijn en/of waar zij
de vluchtauto het beste konden parkeren en/of wat de (beste) (vlucht)route was;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op of omstreeks 29 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen 4000 euro, in elk geval een geldbedrag, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan La Place ( vestiging A13
Rijksweg), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [H] en/of [I],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- naar die [H] en/of [I] is/zijn gerend met een pistool, althans een op
een vuurwapen gelijkend voorwerp, in zijn/hun hand en/of
- (vervolgens) die [H] en/of [I] heeft/hebben gedwongen, onder bedreiging
van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar boven
te lopen en/of de toegangsdeur te openen en/of
- ( vervolgens) gedurende de tijd dat het alarm uitgeschakeld moest worden,
voornoemd pistool, althans op vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [H]
gericht heeft/hebben gehouden en/of
- (vervolgens) tegen die [H] heeft/hebben gezegd, terwijl die [H] op zijn
knieen op de grond zat, dat hij de kluis moest openmaken en dat hij geen
grappen moest maken anders ging er wat met hem gebeuren, althans woorden van
gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) die [H] en/of [I], onder bedreiging van voornoemd
pistool, althans op vuurwapen gelijkend voorwerp, naar de dameskleedkamer
heeft/hebben gebracht en/of tegen die [H] en/of [I] heeft/hebben gezegd
dat hij/zij op de grond moest(en) liggen en/of zijn/hun telefoon moest(en)
inleveren;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
H. [N] en/of [L] op of omstreeks 29 september 2008 te Delft,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 4000 euro, in elk
geval een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan La Place ( vestiging A13 Rijksweg), in elk geval aan een ander of anderen
dan aan die [N] en/of [L] en/of haar mededader(s) en/of aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [H] en/of [I], gepleegd met
het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of
om bij betrapping op heterdaad aan die [N] en/of [L] en/of aan (een)
andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat die [N] en/of [L]:
- naar die [H] en/of [I] is/zijn gerend met een pistool, althans een op
een vuurwapen gelijkend voorwerp, in zijn/hun hand en/of
- (vervolgens) die [H] en/of [I] heeft/hebben gedwongen, onder bedreiging
van een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, naar boven
te lopen en/of de toegangsdeur te openen en/of
- ( vervolgens) gedurende de tijd dat het alarm uitgeschakeld moest worden,
voornoemd pistool, althans op vuurwapen gelijkend voorwerp, op die [H]
gericht heeft/hebben gehouden en/of
- (vervolgens) tegen die [H] heeft/hebben gezegd, terwijl die [H] op zijn
knieen op de grond zat, dat hij de kluis moest openmaken en dat hij geen
grappen moest maken anders ging er wat met hem gebeuren, althans woorden van
gelijke aard of strekking en/of
- (vervolgens) die [H] en/of [I], onder bedreiging van voornoemd
pistool, althans op vuurwapen gelijkend voorwerp, naar de dameskleedkamer
heeft/hebben gebracht en/of tegen die [H] en/of [I] heeft/hebben gezegd
dat hij/zij op de grond moest(en) liggen en/of zijn/hun telefoon moest(en)
inleveren,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte
op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 1 augustus
2008 tot en met 29 september 2008 te Delft en/of 's-Gravenhage en/of elders in
Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft
en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door ;
- tegen die [N] en/of [L] te zeggen dat het (heel) makkelijk was om La
Place te overvallen en/of dat alle deuren open waren en/of
- aan die [N] en/of [L] aan te geven wanneer de geldwagen zou komen
en/of welke personeelsleden op welke dagen werkten en/of in welke ruimte de
kluis stond en/of wanneer de opbrengst het grootst zou zijn en/of waar zij
de vluchtauto het beste konden parkeren en/of wat de (beste) (vlucht)route was;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3.
zij op of omstreeks 07 september 2008 te Delft ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg
te nemen goederen en/of geld van haar/hun gading, geheel of ten dele
toebehorende aan La Place (vestiging A13), in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), en daarbij die voorgenomen
diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers(s) van
voornoemde La Place, te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf en/of (een) aan andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een
of meer van haar mededader(s), althans alleen
- ( met een auto, te weten een [merk]) naar voornoemde La Place
is/zijn gegaan waarbij op of aan voornoemde auto was/waren aangebracht, valse
kentekenplaten, althans kentekenplaten niet voor dat voertuig afgegeven en/of
- met een tas, inhoudende twee, in elk geval een of meer, mes(sen), althans
een scherp en/of puntig voorwerp, en/of een of meer vuilniszak(ken) en/of
twee, in elk geval een of meer, paar (stoffen) handschoenen en/of twee, in elk
geval een of meer bivakmuts(en),voornoemde La Place (vlak voor sluitingstijd)
is/zijn binnengegaan en/of
- in voornoemde La Place naar boven naar de toiletten en/of (niet voor het
publiektoegankelijke) vergaderza(a)l(en) is/zijn gelopen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
H. [N] en/of [L] op of omstreeks 7 september 2008 te Delft ter
uitvoering van het door die [N] en/of [L] voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen goederen en/of geld van
haar/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan La Place (vestiging A13)
in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [N] en/of [L] en/of
haar mededader(s) en/of aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of
vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of
meer medewerker(s) van voornoemde La Place, te plegen met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf en/of (een) aan andere deelnemer(s) van dat misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, met een of meer van haar mededader(s), althans alleen
- ( met een auto, te weten een [merk]) naar voornoemde La Place
is/zijn gegaan waarbij op of aan voornoemde auto was/waren aangebracht, valse
kentekenplaten, althans kentekenplaten niet voor dat voertuig afgegeven en/of
- met een tas, inhoudende twee, in elk geval een of meer, mes(sen), althans
een scherp en/of puntig voorwerp, en/of een of meer vuilniszak(ken) en/of
twee, in elk geval een of meer, paar (stoffen) handschoenen en/of twee, in elk
geval een of meer bivakmuts(en),voornoemde La Place (vlak voor sluitingstijd)
is/zijn binnengegaan en/of
- in voornoemde La Place naar boven naar de toiletten en/of (niet voor het
publiektoegankelijke) vergaderza(a)l(en) is/zijn gelopen
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 07 september 2008 te Delft en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door
- tegen die [N] en/of [L] te zeggen dat het (heel) makkelijk was om La
Place te overvallen en/of dat alle deuren open waren en/of
- aan die [N] en/of [L] aan te geven wanneer de geldwagen zou komen
en/of welke personeelsleden op welke dagen werkten en/of in welke ruimte de
kluis stond en/of wanneer de opbrengst het grootst zou zijn en/of waar zij
de vluchtauto het beste konden parkeren en/of wat de (beste) (vlucht)route was;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
meer subsidiair:
zij op of omstreeks 07 september 2008 te Delft, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding
van het met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten
een diefstal met geweld in vereniging, althans een met anderen of een ander te
plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van
acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk
- een plattegrond en/of
- een personenauto ([merk]) en/of
- valse kentekenplaten, althans kentekenplaten niet voor dat voertuig
afgegeven en/of
- een of meer vuilniszak(ken) en/of
- twee, in elk geval een of meer, paar (stoffen) handschoenen en/of
- twee, in elk geval een of meer mes(sen), althans een scherp en/of puntig
voorwerp en/of
- twee, in elk geval een of meer bivakmuts(en)
kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft
verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd
en/of voorhanden heeft gehad;
meest subsidiair:
[N] en/of [L] op of omstreeks 07 september 2008 te Delft, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter voorbereiding
van het met anderen of een ander te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke
omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten
een diefstal met geweld in vereniging, althans een met anderen of een ander te
plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van
acht jaren of meer is gesteld, opzettelijk
- een plattegrond en/of
- een personenauto ([merk]) en/of
- valse kentekenplaten, althans kentekenplaten niet voor dat voertuig
afgegeven en/of
- een of meer vuilniszak(ken) en/of
- twee, in elk geval een of meer, paar (stoffen) handschoenen en/of
- twee, in elk geval een of meer mes(sen), althans een scherp en/of puntig
voorwerp en/of
- twee, in elk geval een of meer bivakmuts(en)
kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, heeft
verworven en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd
en/of voorhanden heeft gehad
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2008 tot en met 07 september 2008 te Delft en/of elders in Nederland
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of
opzettelijk behulpzaam is geweest door
- tegen die [N] en/of [L] te zeggen dat het (heel) makkelijk was om La
Place te overvallen en/of dat alle deuren open waren en/of
- aan die [N] en/of [L] aan te geven wanneer de geldwagen zou komen
en/of welke personeelsleden op welke dagen werkten en/of in welke ruimte de
kluis stond en/of wanneer de opbrengst het grootst zou zijn en/of waar zij
de vluchtauto het beste konden parkeren en/of wat de (beste) (vlucht)route was;
3. Het bewijs(1)
Op 7 september 2008 heeft een personeelslid van restaurant La Place, vestiging A13 te Delft, tegen sluitingstijd twee mannen aangetroffen in respectievelijk het toilet en de vergaderruimte van het restaurant. Deze mannen hadden een zwarte sporttas bij zich. Op verzoek van het personeelslid zijn de mannen vertrokken.
Op 8 september 2008 is door twee personen een overval gepleegd op restaurant La Place, vestiging A13 te Delft. Onder de woordelijke bedreiging dat de medewerker zou worden neergestoken als hij niet zou meewerken, is deze medewerker van het restaurant gedwongen de kluis te openen. Hij is hierbij bedreigd, vastgebonden en opgesloten in zijn kantoor. De overvallers zijn er met een groot geldbedrag, een aantal hotspotkaarten en de portemonnee met inhoud van de medewerker vandoor gegaan.
Op 29 september 2008 is wederom door twee personen een overval gepleegd op restaurant La Place, vestiging A13 te Delft. Onder bedreiging van een vuurwapen zijn twee medewerkers gedwongen de toegangsdeur te openen en het alarm uit te schakelen. Voorts is een medewerker onder woordelijke bedreiging gedwongen de kluis te openen. Vervolgens zijn de medewerkers naar de dameskleedkamer gebracht en is hen gezegd dat ze op de grond moesten liggen en dat ze de telefoons in moesten leveren. Opnieuw is een groot geldbedrag buitgemaakt.
3.1 Het standpunt van de officier van justitie
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van twee gewapende overvallen op La Place Rijksweg A13 te Delft, namelijk op 8 en 29 september 2008. Daarnaast wordt tenlastegelegd dat zij op 7 september 2008 heeft gepoogd voornoemde La Place vestiging tezamen en in vereniging met anderen te overvallen.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het haar onder feit 3 primair en subsidiair ten laste gelegde en dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte feit 1 primair, 2 primair en 3 meer subsidiair heeft begaan.
3.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich als medepleger heeft schuldig gemaakt aan de gewapende overvallen op La Place te Delft van 8 en 29 september 2008. Wel kan naar het oordeel van de verdediging worden bewezen dat verdachte als medeplichtige schuldig is aan deze overvallen.
De verdediging heeft voorts gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de poging tot het plegen van een gewapende overval op de La Place op 7 september 2008, alsmede van de medeplichtigheid aan deze poging, nu naar het oordeel van de verdediging geen sprake is van een strafbare poging.
3.3 De beoordeling van de tenlastelegging
3.3.1 Bewijsmiddelen zaak La Place d.d. 7 september 2008
[M], leidinggevende bij La Place gevestigd aan de Rijksweg A13 te Delft heeft verklaard dat hij op 7 september 2008 omstreeks 21.00 uur- 21.10 uur twee jongens op eerste verdieping van restaurant La Place zag lopen. De jongen met het grote postuur bleef voor wc staan en de jongen met het normale postuur liep de vergaderruimte in. De jongens hadden daar niets te zoeken en [M] heeft ze daarom verzocht het pand te verlaten, met de mededeling dat La Place gesloten was.(2) Op het moment dat de mannen in het toilet stonden zag hij voor hen een grote zwarte sporttas op de wasbak staan. In de tas zaten ook de kleuren blauw en grijs.(3)
Verdachte heeft verklaard dat zij werkzaam was bij de La Place vestiging aan de A13 te Delft En dat zij, haar partner, zijnde medeverdachte [N], en zijn vriend [L], bijnaam [bijnaam], zijnde medeverdachte [L], bij haar thuis een dolletje maakten over het feit dat zij La Place zouden beroven. Zij heeft hen bepaalde informatie over La Place verstrekt, zoals de omstandigheid dat de deuren niet afgesloten waren, waar de kluis stond, dat op zondag de opbrengst het grootst zou zijn en welke route in La Place het best gelopen zou kunnen worden. [N] en [L] gingen er volgens verdachte direct serieus op in en vroegen haar goed op te letten wanneer de geldwagen kwam en welke personeelsleden er werkten. Op 7 september 2008 hoorde verdachte van [N] en [L] dat het die avond zou gebeuren. [N] en [L] vertrokken met een auto en hadden beiden een mes bij zich,(4) verdachte zag dat [N] en [L] een grote donkerblauwe/zwarte sporttas inpakten met spullen. Voorts namen ze ook aantal vuilniszakken en twee paar stoffen handschoenen mee.(5) Op hun hoofd droegen [N] en [L] allebei een bivakmuts.(6) [N] heeft volgens verdachte naar haar gebeld omdat hij autopech had. Na de overval heeft verdachte van [N] en [L] gehoord dat ze met de tas met overvalspullen La Place binnen waren gelopen en [M] tegenkwamen. [M] had hen naar buiten gestuurd wegens sluitingstijd. Omdat de zaak nog open was, zagen [N] en [L] af van overval(7).
Ter terechtzitting heeft verdachte nog verklaard dat zij ruim een week vóór 7 september 2008 ‘savonds met medeverdachten [N] en [L] heeft afgesproken dat zij de komende tijd goed in de gaten zou houden wat de werkroosters waren. Deze informatie heeft verdachte doorgegeven aan medeverdachte [N]. Op 7 september 2008 heeft zij van [N] en [L] gehoord dat de overval die dag plaats zou vinden. [N] heeft haar die dag nog gebeld omdat de moeder van verdachte nog aanwezig was bij La Place, daarop heeft verdachte haar moeder gebeld om haar weg te lokken bij La Place.
De rechtbank overweegt als volgt.
De verklaringen van verdachte in samenhang met voornoemde verklaring van [M] brengt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich tezamen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde handelingen. Daarbij is van belang dat zij gedetailleerde inlichtingen heeft verschaft aan haar medeverdachten en samen met hen, mede op grond van deze informatie, een plan voor deze overval heeft gemaakt.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de door verdachte en medeverdachten gepleegde handelingen niet kunnen worden aangemerkt als een poging La Place te overvallen. De aanwezigheid van medeverdachten [N] en [L] in La Place, tegen sluitingstijd, met een gesloten sporttas, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezien als een gedraging die naar zijn uiterlijke verschijningsvorm is gericht op voltooiing van het voorgenomen misdrijf.
Anders ligt dat met betrekking tot de tenlastegelegde voorbereiding. Er is immers door verdachte nadrukkelijk verklaard dat zij, samen met medeverdachten [N] en [L] het plan maakten om La Place te overvallen en dat zij hen daartoe bovenstaande informatie heeft verschaft. Voorts heeft verdachte gezien dat medeverdachten [N] en [L], in het bezit van ondermeer bivakmutsen en messen in een zwarte sporttas, op weg zijn gegaan naar La Place. Aldaar zijn de medeverdachten door een medewerker in het toilet en de vergaderzalen gesignaleerd met een zwarte sporttas in hun bezit.
Uit het voorgaande volgt derhalve dat verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van de voorbereiding van een overval.
3.3.2 Bewijsmiddelen overval La Place d.d. 8 september 2008
Verdachte heeft verklaard dat zij van medeverdachte [N] hoorde dat hij de volgende dag met [L] een nieuwe poging tot een overval zou doen en dat zij zelf op die dag, 8 september 2008, ’s morgens zou beginnen met werken. Zij had hen eerder al verteld dat de geldwagen normaal gesproken tussen 11 uur en 13 uur langskomt om het geld op te halen en dat maandag de rustigste dag van de week was. Ook heeft zij verteld dat het aantal personeelsleden op maandag meestal tussen de 4 en 7 collega’s betreft. Medeverdachte [N] heeft verdachte op 8 september 2008 verteld dat zij wel zou zien hoe laat zij zouden verschijnen bij La Place om de overval nu wel te doen slagen.(8) Verdachte had met [N] en [L] afgesproken dat zij de bedrijfsleider [J] naar de kantoorruimte zou lokken door hem een receptuur te vragen.(9) Rond 8.30 uur zag verdachte medeverdachten [N] en [L] door de hoofdingang binnen komen.(10) Ze liepen naar boven via trap die zij hen eerder had gewezen. Verdachte werd gebeld door [N]. Hij vertelde haar dat hij boven was met [L] en dat zij de bedrijfsleider moest lokken.(11) Zij heeft vervolgens haar leidinggevende gevraagd een recept uit te draaien. Ze zag hem daarop naar boven lopen en heeft toen direct medeverdachte [N] gebeld zodat hij zou weten dat de leidinggevende eraan zou komen.(12)
[J], leidinggevende bij La Place vestiging A13 te Delft, heeft verklaard dat hij rond 09.00 uur op 8 september 2008(13) in zijn kantoor was om een recept uit te printen op verzoek van een collega. Op dat moment kwam een man met een bivakmuts zijn kantoor in en daar achteraan kwam gelijk een tweede man met een bivakmuts op binnen.(14) [J] voelde een hand op zijn schouder en een van de mannen vroeg waar kluissleutel was. [J] heeft de kluis geopend. De man zei dat als [J] niet meewerkte, hij zou worden neergestoken.(15) Na het openen van de kluis moest [J] op de grond gaan liggen en werd hij aan handen en voeten getapet.(16) Op het moment dat [J] aangaf dat hij een tweede kluis niet kon openen zei een van de mannen “steek hem maar neer”.(17) Ook werd zijn mond dichtgetapet.(18) [J] hoorde het geluid van latex handschoenen die werden uitgetrokken.(19)
In totaal is een bedrag van ongeveer 2376 euro weggenomen. Daarnaast zijn er 10 hotspotkaarten van 10 euro, 8 hotspotkaarten van 15 euro en 8 hotspotkaarten van 30 euro uit kluis weggenomen.(20)
Uit de bijlage gestolen goederen behorende bij het proces-verbaal van aangifte van [J] blijkt dat naast de in zijn verklaring genoemde goederen ook een portemonnee met inhoud, een rijbewijs en meerdere bankpassen toebehorende aan [J], zijn weggenomen.(21)
Toen verdachte na haar werk thuis kwam, waren medeverdachten [N] en [L] in haar woning aanwezig. Er lag veel papiergeld op de salontafel, verder lag er muntgeld op de grond. [N] en [L] vertelden verdachte dat alles was verlopen volgens het plan dat zij vooraf met zijn drieën hadden gemaakt.(22)
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank zal naast de aangifte van [J] en de onder 3.3.1 vermelde verklaring van verdachte dat zij de daar genoemde inlichtingen heeft verschaft aan haar medeverdachten alsmede haar bovenstaande verklaring dat zij die avond met haar medeverdachten heeft besproken dat zij de volgende dag, volgens een eerder door hun drieën gemaakt plan, wederom zouden proberen La Place te overvallen tevens voor het bewijs bezigen haar verklaring dat zij van te voren hadden afgesproken dat de rol van verdachte bij deze overval zou bestaan uit het weglokken van de bedrijfsleider.
Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank de rol van verdachte zodanig dat sprake is van medeplegen. Derhalve is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen op 8 september 2008 La Place, vestiging aan de Rijksweg A13 te Delft heeft overvallen.
3.3.3 bewijsmiddelen overval La Place d.d. 29 september 2008
Verdachte heeft verklaard dat medeverdachte [N] haar in de ochtend van 29 september 2008 heeft gezegd dat zij erop kon rekenen dat hij en [L] die dag weer bij haar werk langs zouden komen.(23) Zij wist op dat moment dat er die dag weer een overval gepleegd zou worden. [N] heeft aan verdachte gevraagd hoeveel mensen er die dag bij La Place zouden werken. Op het station heeft zij [N] via een sms-bericht laten weten dat er die dag vier mensen zouden werken.(24)
[H], leidinggevende bij de La Place, heeft verklaard dat hij op 29 september 2008 om 7.00 uur heeft gezien dat twee mannen uit een grijze auto stapten die bij de Burger King stond en dat deze mannen rennend op [H] en [I] afkwamen. [H] en medewerker [I] zagen dat een van de mannen een pistool in zijn hand had.(25) [H] moest samen met [I] onder bedreiging van het vuurwapen naar boven lopen en de toegangsdeur open maken.(26) Een van de mannen vroeg waar het alarm was. [H] werd gesommeerd het alarm uit te schakelen. Steeds liep de man, met het vuurwapen op hem gericht, achter [H].(27) De man met het vuurwapen zei “pak de sleutel van de kluis”, terwijl hij het vuurwapen nog steeds op [H] had gericht. Toen de kluis niet openging zei de man met het vuurwapen “maak geen grappen met mij anders gaat er wat met je gebeuren”.(28) Al die tijd zat [H] op zijn knieën.(29) Vervolgens moest [H] naar de dameskleedkamer, waar hij op de grond moest gaan liggen. In deze kleedkamer lag intussen [I] op de grond.(30) Beide medewerkers moesten hun telefoon inleveren.(31) [H] moest van de man met het vuurwapen op zijn buik gaan liggen.(32)
[H] geeft aan dat een bedrag van ongeveer 3.000 à 4.000 euro is weggenomen.(33) Een van de mannen had een vuilniszak bij zich.(34)
Verdachte heeft verklaard dat medeverdachte [N] haar na de overval vertelde dat hij geschrokken was dat hij maar twee man had gezien bij de brandtrap, omdat hij vier man had verwacht zoals hem was gesms’t.(35)
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank zal naast de aangiftes van [H] en [I] en de onder 3.3.1 en 3.3.2. (voorbereiding overval La Place 7 september 2008 en overval 8 september 2008) vermelde verklaring van verdachte dat zij de daar genoemde inlichtingen heeft verschaft aan haar medeverdachten tevens voor het bewijs bezigen haar bovenstaande verklaring dat zij die ochtend desgevraagd aan [N] heeft meegedeeld hoeveel mensen er die dag werkzaam waren en dat hij haar meedeelde dat zij hen die dag weer kon verwachten. Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank de rol van verdachte zodanig dat sprake is van medeplegen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen op 29 september 2008 La Place vestiging aan de Rijksweg A13 te Delft heeft overvallen
3.4 De bewezenverklaring
1.
zij op 29 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan La Place vestiging A13 Rijksweg, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen [H] en/of [I], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin
bestond dat verdachte en zhaar mededaders:
- naar die [H] en [I] zijn gerend met een pistool in hun hand en
- vervolgens die [H] en [I] hebben gedwongen, onder bedreiging van een pistool naar boven te lopen en de toegangsdeur te openen en
- vervolgens gedurende de tijd dat het alarm uitgeschakeld moest worden,
voornoemd pistool op die [H] gericht hebben gehouden en
- vervolgens tegen die [H] hebben gezegd, terwijl die [H] op zijn knieën op de grond zat dat hij de kluis moest openmaken en dat hij geen grappen moest maken anders ging er wat met hem gebeuren, en
- vervolgens die [H] en [I], onder bedreiging van voornoemd
pistool naar de dameskleedkamer hebben gebracht en tegen die [H] en [I] hebben gezegd dat zij op de grond moesten liggen en hun telefoon moesten inleveren;
2.
zij op 08 september 2008 te Delft tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen geldbedrag en
tien hotspotkaarten à 10 euro en acht hotspotkaarten à 15 euro en acht hotspotkaarten à 30 euro en een portemonee met inhoud onder andere inhoudende een rijbewijs en meerdere bankpassen toebehorende aan La Place vestiging A13,Rijksweg en/of [J], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [J], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en haar mededaders:
- met bivakmutsen op naar het kantoor van die [J] zijn gegaan en tegen die [J] hebben gezegd dat als hij niet meewerkte hij zou worden neergestoken, en
- vervolgens tegen die [J] hebben gezegd dat hij op de grond moest liggen,en
- vervolgens de handen en voeten en mond van die [J] hebben (dicht)getaped en
- vervolgens over die [J] hebben gezegd: "Steek hem maar neer";
3 meer subdiair
zij op 07 september 2008 te Delft, tezamen en in vereniging met anderen, ter voorbereiding
van het met anderen te plegen misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten een diefstal met geweld in vereniging, opzettelijk
- vuilniszakken en
- twee paar handschoenen en
- twee messen, en
- twee bivakmutsen
kennelijk bestemd tot het in vereniging begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad;
4. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
5. De strafbaarheid van de verdachte
Betreffende de persoon van verdachte is op 19 mei 2009 een pro justitia rapportage opgesteld door drs. S. Hazebroek, GZ-psycholoog onder supervisie van drs. H.M. Keppel, GZ-psycholoog. De deskundige concludeert dat er bij verdachte geen sprake is van een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens, waardoor geconcludeerd kan worden dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar is. Uit het rapport blijkt voorts dat verdachte zich aangetrokken voelt tot het zich begeven binnen verkeerde, criminele kringen, dit in samenhang met de antisociale persoonlijkheidstrekken van verdachte maken dat de kans op recidive als aanzienlijk tot groot wordt ingeschat.
De rechtbank neemt de bevindingen en conclusies van de deskundige over en maakt deze tot de hare.
Verdachte is gelet op het vorenstaande strafbaar. Ook overigens niet is gebleken van omstandigheden die haar strafbaarheid uitsluiten.
6. De straf/maatregel
6.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken van het haar onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegde en dat verdachte ter zake van het haar onder 1 primair, 2 primair en 3 meer subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraaf voor de duur van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich houdt aan alle aanwijzingen die door de reclassering worden gegeven.
6.2. Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het haar onder 1 primair, 2 primair en 3 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlaste gelegde . Verdachte kan worden veroordeeld voor de onder 1subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde feiten. De verdediging verzoekt de rechtbank aan verdachte geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Subsidiair verzoekt de verdediging van een eventuele gevangenisstraf een groot deel voorwaardelijk op te leggen. Verdachte heeft geen bezwaar tegen een verplicht reclasseringscontact.
6.3. Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich, samen met anderen, binnen een kort tijdsbestek als medepleger schuldig gemaakt aan twee gewapende overvallen op restaurant La Place in Delft en één voorbereiding daartoe. Daarbij is met gebruik van bivakmutsen en onder bedreiging van een vuurwapen en een mes het personeel bijeengedreven, hen gefouilleerd en gedwongen hun telefoons in te leveren. Voorts werd telkens een medewerker gedwongen de kluis te openen. Ook is bij de overvallen het personeel gedwongen op de grond te gaan liggen en zijn zij geboeid.
De rol van verdachte bestond hierin dat zij met haar mededaders van tevoren een gedetailleerd plan tot een overval heeft gemaakt, gebaseerd op haar kennis die zij als medewerkster van La Place had. Voorts heeft zij bij één van de overvallen mede uitvoering gegeven aan het gemaakte plan.
Het behoeft geen betoog dat dergelijke meedogenloze daden grote afkeuring verdienen. Het tot twee keer toe overvallen van hetzelfde restaurant en een voorbereiding daartoe getuigt van grote brutaliteit. Het is onvoorstelbaar dat verdachte en haar mededaders slechts hebben gedacht aan de oplossing van hun eigen financiële problemen en in het geheel niet hebben stilgestaan bij de gevolgen die deze overvallen zouden hebben voor de slachtoffers, nota bene de collega’s van verdachte. De slachtoffers zagen zich op klaarlichte dag geconfronteerd met gewapende en gemaskerde mannen, die er binnen korte tijd met de inhoud van de kluis vandoor gingen. Het spreekt voor zich dat hen veel angst is aangejaagd en dat dit een bijzonder traumatische ervaring is geweest. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van misdrijven als de onderhavige hiervan nog lange tijd nadelige, psychische gevolgen kunnen ondervinden. Voorts is van belang dat er op het moment van de overvallen ook klanten in het restaurant waren of hadden kunnen komen. Delicten als de onderhavige dragen ook daarom in hoge mate bij tot de in de maatschappij levende gevoelens van onveiligheid.
De rechtbank heeft acht geslagen op het verdachte betreffend Uittreksel Justitieel Documentatieregister d.d. 17 december 2008, waaruit blijkt dat verdachte als minderjarige met justitie in contact is gekomen wegens geweldsdelicten.
Voorts heeft de rechtbank acht geslagen op het rapport van de Reclassering Nederland, Regio Den Haag, d.d. 20 mei 2009 omtrent verdachte waarin is opgenomen dat verdachte van mening is dat ze straf verdiend en zich schikt in de opgelegde sancties. Ze geeft echter wel aan niet gemotiveerd te zijn voor interventies, met name wanneer deze gericht zijn op het bespreken van het verleden. De reclassering geeft aan dat eventuele gesprekken een ondersteunend karakter dienen te hebben, waarbij verdachte een klankbord heeft voor zaken die ze wel wil bespreken. De reclassering concludeert dat de kans op recidive, door gebrek aan inlevingsvermogen, reflectie en een afhankelijke opstelling van mannen, aanwezig is. De reclassering adviseert een verplicht reclasseringscontact op te leggen. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven open te staan voor een verplicht reclasseringscontact.
De rechtbank heeft ten aanzien van de strafmaat rekening gehouden met de ernst en de hoeveelheid van de gepleegde feiten en het grote aandeel dat verdachte hierin heeft gehad. Met dergelijke feiten dient streng te worden afgerekend. Om deze reden en mede gelet op de omstandigheid dat verdachte in het verleden eerder door de kinderrechter is veroordeeld, ziet de rechtbank, ondanks het feit dat verdachte direct openheid van zaken heeft gegeven, reden om een hogere gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie geëist. De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, zodat verdachte er van weerhouden wordt zich in de toekomst te onthouden van het plegen van strafbare feiten. Voorts acht de rechtbank, gelet op de persoon van verdachte, verplicht reclasseringscontact noodzakelijk.
Gezien vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk passend en geboden is.
7. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
46, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
8. De beslissing
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij gewijzigde dagvaarding onder 3 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij gewijzigde dagvaarding onder 1 primair, 2 primair en 3 meer subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
ten aanzien van feit 2 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd tegen een persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 3 meer subsidiair:
medeplegen van voorbereiding van diefstal door twee of meer verenigde personen, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd tegen een persoon, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op: 15 december 2008,
in voorlopige hechtenis gesteld op: 18 december 2008,
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 12 maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit alsmede onder de hierna te noemen bijzondere voorwaarde
dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften haar te geven door of namens de stichting Reclassering Nederland, ressort Den Haag, zolang die instelling zulks nodig acht;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht;
Dit vonnis is gewezen door
mrs. Y.J. Wijnnobel-Van Erp, voorzitter,
I.K. Spros en M.M. Meijers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Durieux, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 juni 2009.
Mr. Meijers is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt –tenzij anders vermeld– bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL 1506/2008/22826 van politie Haaglanden/Hollands Midden, Bureau Bovenregionale Recherche, BRT, in het onderzoek Branche;
2 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [M], blz. 209, laatste alinea;
3 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van verhoor getuige [M], blz. 209, laatste alinea;
4 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 225;
5 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 225;
6 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 225;
7 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 225;
8 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 7 september 2008, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 226;
9 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 37;
10 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 37, laatste alinea;
11 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 37, laatste alinea;
12 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 38, 1e alinea;
13 In het proces-verbaal wordt gesproken over 7 september 2008, de rechtbank gaat uit dat dit een kennelijke verschrijving betreft en leest 8 september 2008;
14 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [J], blz. 20, 1e alinea;
15 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [J], blz. 20, 2e alinea;
16 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [J], blz. 20, 4e alinea;
17 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [J], blz. 20, 5e alinea;
18 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [J], blz. 20, 6e alinea;
19 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [J], blz. 20, 9e alinea;
20 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, proces-verbaal van aangifte [J], blz. 21, 2e alinea;
21 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 8 september 2008, bijlage gestolen goederen, blz. 24 en 25;
22 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 38, 2e alinea;
23 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 39, 3e alinea;
24 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 39, 3e alinea;
25 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [I], blz. 21, 1e alinea en aangifte [H], blz. 26, laatste alinea;
26 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [H], blz. 27, 1e alinea;
27 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [H], blz. 27, eerste alinea;
28 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [H], blz. 27, eerste alinea;
29 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [H], blz. 27, eerste alinea;
30 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [I], blz. 21, eerste alinea;
31 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [I], blz. 21, vierde alinea en aangifte van [H], p. 27, eerste alinea;
32 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [H], blz. 27, eerste alinea;
33 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [H], blz. 27, eerste alinea;
34 Dossier Branche I, zaak La Place Delft 29 september 2008, proces-verbaal van aangifte [H], blz. 28, 1e alinea;
35 Dossier Branche I, verdachten dossier [verdachte] 18-11-1984, proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte], blz. 40, 4e alinea;