4.1 De kern van het geschil tussen partijen betreft de uitleg van artikel 22 lid 2 WOR en met name de vraag of STN met succes kan weigeren te betalen voor werkzaamheden door een door de OR ingeschakelde deskundige verricht voordat STN van de hoogte van de daarmee (naar verwachting) gemoeide kosten in kennis was gesteld.
4.2 Artikel 22 lid 1 van de WOR bepaalt dat de redelijkerwijs noodzakelijke kosten voor de vervulling van de taak van de OR voor rekening van de ondernemer zijn. Lid 2 van dat artikel voegt toe dat de kosten van het inschakelen van deskundigen door de OR, met inachtneming van de hoofdregel van lid 1, slechts ten laste van de ondernemer zijn, indien hij van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld.
4.3 De achterliggende gedachte bij lid 2 van artikel 22 WOR is dat de ondernemer in staat moet zijn om tevoren tegen de noodzaak van het inschakelen van een deskundige en (of) de omvang van de in dat kader te maken kosten bezwaar te maken. De WOR kent een voorziening hoe OR en ondernemer in een dergelijk geval hun geschil dienen op te lossen, namelijk door in de eerste plaats bemiddeling te vragen aan de Bedrijfscommissie. Slaagt bemiddeling niet dan kan de kantonrechter worden geadieerd.
4.4 In deze zaak staat tussen partijen vast dat de OR dadelijk na de inschakeling van en (daags) voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden door [eisende partij] STN daarvan op de hoogte heeft gesteld. Tegen de kennelijk door de OR ervaren noodzaak tot het inschakelen van [eisende partij] als zodanig heeft STN geen bezwaar gemaakt.
4.5 De OR dan wel [eisende partij] als de door de OR in te schakelen deskundige heeft er evenwel niet voor gezorgd dat STN van de naar verwachting met die werkzaamheden gemoeide kosten op de hoogte was voordat [eisende partij] met de werkzaamheden aanving. Daarmee heeft de OR - danwel [eisende partij] – niet strikt overeenkomstig de bedoeling van de WOR gehandeld.
4.6 [eisende partij] heeft echter gesteld dat STN de OR slechts een termijn tot 14 april 2008 had gegund voor het geven van zijn advies en dat er daardoor een grote tijdsdruk was ontstaan, zodat [eisende partij] met haar werkzaamheden niet kon wachten.
4.7 Weliswaar heeft STN betwist dat er een zodanige tijdsdruk was dat [eisende partij] niet voorafgaande aan haar werkzaamheden de offerte had kunnen uitbrengen, maar dat verweer wordt niet verder onderbouwd, terwijl [eisende partij] bij de comparitie onweersproken heeft gewezen op het feit dat STN reeds op 14 april 2008 aan de OR berichtte dat zij tot uitvoering van haar voorgenomen besluit overging, daar het advies van de OR nog niet was ontvangen. Gelet op het feit dat STN ook niet heeft weersproken dat aan de OR een termijn tot 14 april 2008 voor haar advies was gegund, kan de conclusie niet anders zijn dan dat er sprake was van grote tijdsdruk.
4.8 In deze procedure is door STN niet gesteld en evenmin is anderszins gebleken dat STN, na op of omstreeks (uiterlijk) 16 april 2008 kennis te hebben genomen van de offerte van [eisende partij] en daarmee van de hoogte van de door [eisende partij] voor haar werkzaamheden in rekening te brengen kosten, tegen de noodzaak [eisende partij] in te schakelen of tegen de hoogte van het door deze in rekening te brengen honorarium enig bezwaar heeft geuit. Ook in deze procedure wordt het bezwaar van STN tegen de hoogte van de kosten van [eisende partij] niet voldoende inhoudelijk onderbouwd.
4.9 Onder de gegeven omstandigheden van dit geval kan STN thans niet met succes aan [eisende partij] tegenwerpen dat de OR - danwel [eisende partij] - haar niet tijdig van de hoogte van de te verwachten kosten in kennis heeft gesteld. Die omstandigheden zijn onder meer:
- de korte termijn voor het uitbrengen van zijn advies door de OR;
- STN wel tijdig wist dat [eisende partij] werd ingeschakeld;
- STN tegen inschakeling van [eisende partij] toen geen bezwaar heeft gemaakt;
- STN ook na het bekend worden van de door [eisende partij] geraamde kosten daartegen evenmin bezwaar heeft gemaakt;
- STN wel en zonder enig protest ten aanzien van de hoogte daarvan, de kosten voor werkzaamheden vanaf medio april 2008 voor haar rekening heeft genomen;
- niet voldoende onderbouwd door STN is gesteld en evenmin anderszins is gebleken is dat de kosten van [eisende partij] niet redelijk zouden zijn geweest.
4.10 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de vordering van [eisende partij], met inbegrip van de gevorderde rente tegen welk onderdeel van de vordering STN geen zelfstandig verweer heeft ingebracht, toewijsbaar.
4.11 STN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.