ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ2425
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Harms
- A. van Dooijeweert
- J. Steenhuis
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van aanranding door gebrek aan bewijs
In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van aanranding, heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 10 juli 2009 uitspraak gedaan. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. M. van Stratum, verscheen ter terechtzitting. De officier van justitie, mr. L.E. van der Leeuw, eiste een werkstraf van 80 uren en een schadevergoeding van €800,- ten behoeve van het slachtoffer, [slachtoffer]. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank stelde vast dat de verdachte niet op de hoogte was van een eerdere vervolgingsbeslissing en dat het vertrouwensbeginsel niet was geschonden. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen niet consistent waren met de aangifte en dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de aanranding. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en veroordeelde de benadeelde partij in de kosten van de verdediging, die op nihil werden begroot.