vonnis
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
zaaknummer / rolnummer: 321070 / HA ZA 08-3296
[curator]
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap Talentscore B.V.,
wonende te Amsterdam,
eiser,
advocaat mr. W.P. den Hertog,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [A.] HOLDING B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
advocaat mr. L.S. van Meurs,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [B.] HOLDING B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna de curator, [A.] en [B.] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen van 29 september 2008;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie,
- het tussenvonnis van 4 februari 2009, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 11 juni 2009.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
De feiten
Bij notariële akte van 1 mei 2007 hebben [A.] en [B.] de besloten vennootschap Talentscore B.V. opgericht. Volgens de akte en de aangehechte verklaring als bedoeld in artikel 203a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek was het bij de oprichting geplaatste kapitaal ten bedrage van € 18.000,00 door de beide oprichters ieder voor de helft in geld volgestort en heeft Talentscore B.V. deze storting aanvaard.
2.2. Talentscore B.V. i.o. hield een bankrekening aan bij ABN AMRO N.V. Die bankrekening is op 18 april 2007 gecrediteerd door [A.] met een storting van € 9.125,00 onder vermelding 'volstorting BV lening' en door [B.] met een storting van € 9.000,00 onder vermelding 'volstorting AA [B.]'. Op dezelfde datum is van dezelfde bankrekening een bedrag van € 18.000,00 overgeboekt naar de rekening van [A.].
2.3. [A.] heeft in verschillende tranches in totaal € 64.500,00 aan Talentscore B.V. uitgeleend.
Het geschil
De curator vordert in conventie - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad - te verklaren voor recht dat [A.] en [B.] niet hebben voldaan aan hun stortingsplicht ex artikel 2:191 van het Burgerlijk Wetboek en hen te veroordelen tot betaling van een bedrag van ieder € 9.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2007 en met de kosten van dit geding, waaronder die van de gelegde beslagen. Op basis van voormelde feiten legt de curator aan zijn vordering de stelling ten grondslag dat de door de oprichters gestorte bedragen nimmer ter beschikking zijn gesteld van de vennootschap.
3.2. [A.] voert gemotiveerd verweer. Zij stelt dat zij wel degelijk aan haar stortingsplicht heeft voldaan. De gelegde beslagen acht zij daarom vexatoir. Zij lijdt daardoor schade. Op die gronden vordert zij in reconventie, na vermindering van eis, de opheffing van de door de curator ten laste van haar gelegde conservatoire (derden)beslagen, op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van de curator in de proceskosten.
De beoordeling
in conventie
[A.] voert aan dat de overboeking van € 18.000,00 niet tot gevolg heeft dat haar aandelen niet meer zijn volgestort, maar dat Talentscore B.V. voor dat bedrag een vordering uit hoofde van geldlening op [A.] heeft verkregen.
4.2. Vooropgesteld moet worden dat [A.] ter voldoening aan haar volstortingsplicht (meer dan) het te storten bedrag daadwerkelijk heeft overgemaakt. Zij heeft dus niet volstaan met een schuldigerkenning jegens Talentscore B.V. i.o. De overmaking van € 9.125,00 is door de bank als ingekomen betaling geboekt. Gesteld noch gebleken is dat [A.] voor haar storting tegoeden van Talentscore B.V. i.o. heeft aangewend.
Aan de orde is dus slechts de vraag of het voor de volstorting van de geplaatste aandelen van [A.] bestemde bedrag werkelijk aan de vennootschap ter beschikking heeft gestaan.
De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend, op grond van de volgende overwegingen.
Het bedrag van € 18.000,00 dat [A.] op 18 april 2007 van Talentscore B.V. i.o. heeft ontvangen, was mede afkomstig van de storting door [B.]. Nu de curator niet heeft gesteld dat met deze overboeking een andere dan de door [A.] gestelde verbintenis werd nagekomen, moet worden aangenomen dat de gehele som van € 18.000,00 is betaald ten titel van lening. Uit het feit dat [A.] na de oprichting van Talentscore B.V. een veelvoud van dit bedrag aan deze vennootschap heeft uitgeleend, volgt dat die lening niet is verstrekt in de wetenschap dat die niet zou kunnen worden terugbetaald.
Een en ander betekent dat het onder 4.1 vermelde verweer gegrond is. In het midden kan blijven of [A.] jegens de curator terecht een beroep op verrekening heeft gedaan.
4.3. Uit het voorgaande volgt dat de vordering tegen [A.] moet worden afgewezen. De rechtsbetrekking tussen partijen noopt tot een gelijke beslissing ten aanzien van [B.]. Ter vermijding van een tegenstrijdige uitspraak zal de vordering tegen hem eveneens worden afgewezen.
in conventie en reconventie
4.4. De rechtbank ziet geen aanleiding het gelegde conservatoire beslag op te heffen zolang tegen het vonnis in conventie nog hoger beroep open staat. [A.] heeft immers niet onderbouwd dat zij schade lijdt en zij heeft ook geen vervangende zekerheid aangeboden. De vordering in reconventie wordt dus afgewezen.
4.5. In conventie zal de curator en in reconventie zal [A.] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden verwezen. Op verzoek van [A.] zal de veroordeling ten gunste van haar uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.
De beslissing
De rechtbank:
- veroordeelt de curator in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [B.] begroot op nihil en aan de zijde van [A.] begroot op € 395,00 aan verschotten en € 768,00 aan salaris van de advocaat;
- verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt [A.] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 384,00 aan salaris van de advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A. Koppen en in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2009