ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ4540
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
De status van een stichting als ondernemer in de omzetbelasting met betrekking tot een bevrijdingsfestival
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 juli 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting [X] en de inspecteur van de Belastingdienst. De stichting, die jaarlijks een bevrijdingsfestival organiseert, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek om teruggaaf van omzetbelasting door de Belastingdienst. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij de kernvraag was of de stichting als ondernemer in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 kan worden aangemerkt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de stichting zich richt op het bevorderen van de bevrijdingsgedachte, met een specifieke focus op jongeren. Voor de organisatie van het festival heeft de stichting een evenementenbureau ingeschakeld, dat de horeca-activiteiten op het festivalterrein exploiteert. De stichting stelt het terrein kosteloos ter beschikking aan het evenementenbureau, dat de opbrengsten van de horeca-activiteiten ontvangt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de activiteiten van de stichting niet leiden tot ondernemerschap in de zin van de wet, omdat de overige activiteiten van de stichting niet op zichzelf tot ondernemerschap leiden.
De rechtbank concludeert dat er geen onlosmakelijke band bestaat tussen het ter beschikking stellen van grond en de overige activiteiten van de stichting, en dat de stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar overige activiteiten dienstbaar zijn aan de organisatie van het festival. Hierdoor is de aan de stichting in rekening gebrachte omzetbelasting niet aftrekbaar, wat leidt tot de ongegrondverklaring van het beroep. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft partijen gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.