ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ6356
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Gedwongen overname van aandelen op de voet van art. 2:343 BW
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het een vordering tot gedwongen overname van aandelen op basis van artikel 2:343 van het Burgerlijk Wetboek. Eiseres, de besloten vennootschap [A] HOLDING B.V., heeft de gedaagden, de besloten vennootschappen [B] HOLDING B.V. en [C] HOLDING B.V., aangeklaagd. De procedure begon met een dagvaarding op 14 november 2008, gevolgd door een conclusie van antwoord op 14 januari 2009 en een tussenvonnis op 28 januari 2009. Tijdens de comparitie van partijen op 27 mei 2009 bleek dat een minnelijke regeling niet mogelijk was, waarna de rechtbank besloot om vonnis te wijzen.
De rechtbank oordeelde dat de hoofdvordering van eiseres toewijsbaar was, omdat eiseres door de gedragingen van haar mede-aandeelhouders in haar rechten en belangen werd geschaad. Eiseres was in augustus 2008 ontslagen als mede-bestuurster van de vennootschap [X] BV, wat leidde tot een ernstige verstoring van de onderlinge verhoudingen en het onhoudbaar maken van haar aandeelhouderschap. De rechtbank merkte op dat het ontslag abrupt en resoluut was, wat niet in lijn was met de eerdere samenwerking tussen de aandeelhouders.
De rechtbank concludeerde dat de gedwongen overname van de aandelen door de mede-aandeelhouders het beste aansluit bij de eerder overeengekomen blokkeringsregeling en aanbiedingsplicht. De argumenten van de gedaagden tegen de toewijzing van de hoofdvordering werden als onvoldoende zwaarwegend beschouwd. De rechtbank besloot dat de gedaagden hoofdelijk moesten worden veroordeeld om de aandelen van eiseres over te nemen tegen een door de rechtbank vast te stellen koopprijs, na deskundigenbericht. De zaak werd verwezen naar de rolzitting voor verdere akten van beide partijen.