ECLI:NL:RBSGR:2009:BK0070

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
22 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/755003-09 en 09/2463
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • A. van Rens
  • M. Veldt-Foglia
  • J. de Kimpe
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen onthouding van processtukken in strafzaak

In deze beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, gedateerd 22 september 2009, werd een bezwaarschrift behandeld dat was ingediend door de verdachte tegen een bevel van de officier van justitie, mr. N.M. Boersma. Dit bevel hield in dat bepaalde processtukken in de strafzaak tegen de verdachte aan hem werden onthouden. Het bezwaarschrift was ingediend op 16 juli 2009 en de behandeling vond plaats op 8 september 2009. De verdachte was niet verschenen, maar zijn raadsman, mr. J.S. Spijkerman, was wel aanwezig.

De raadsman voerde aan dat de verdachte tijdens zijn verhoor was geconfronteerd met en ondervraagd over de inhoud van de processtukken die door de officier van justitie waren onthouden. Hij stelde dat deze stukken onlosmakelijk verbonden waren met het proces-verbaal van verhoor en dat de verdachte derhalve recht had op kennisneming daarvan, zoals bepaald in artikel 31 onder a van het Wetboek van Strafvordering (Sv).

De officier van justitie betwistte dit en stelde dat de getoonde stukken geen onderdeel uitmaakten van het proces-verbaal van verhoor. De rechtbank oordeelde dat de getoonde stukken tijdens het verhoor niet onder de definitie van 'verhoor' vielen zoals bedoeld in artikel 31 onder a Sv. De rechtbank concludeerde dat de onthouding van de processtukken gerechtvaardigd was en verklaarde het bezwaarschrift ongegrond. De beslissing werd genomen door de meervoudige raadkamer, bestaande uit de rechters A. van Rens, M. Veldt-Foglia en J. de Kimpe, in aanwezigheid van griffier mr. Dekker.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Parketnummer: 09/755003-09
Kenmerk RK: 09/2463
Beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, meervoudige raadkamer in strafzaken, op het bezwaarschrift ex artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[klager],
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te Sophialaan 9, 2524 JR 's-Gravenhage,
ten kantore van mr. J.S. Spijkerman,
blijkens een daarvan opgemaakte akte op 16 juli 2009 ter griffie van deze rechtbank ingediend, tegen het bevel van de officier van justitie, mr. N.M. Boersma, om kennisneming van bepaalde processtukken in de strafzaak tegen verdachte aan verdachte te onthouden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van politiekorps Haaglanden, directie Recherche en Vreemdelingenpolitie, bureau Recherche Expertise, Financiële Recherche Unit met proces-verbaalnummer 15J1/2008/3447.
De rechtbank heeft op 8 september 2009 dit bezwaarschrift in raadkamer behandeld.
Verdachte is - hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen - niet in raadkamer verschenen; wel aanwezig was zijn raadsman, mr. J.S. Spijkerman, advocaat te 's-Gravenhage.
De officier van justitie, mr. N.M. Boersma, heeft in raadkamer geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het bezwaarschrift.
Beoordeling van het bezwaarschrift.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het bezwaarschrift.
Het bezwaarschrift is tijdig ingediend.
De raadsman heeft, zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd. Verdachte is tijdens zijn verhoor geconfronteerd met en ondervraagd over de inhoud van de processtukken waarop het bevel van de officier van justitie tot onthouding van kennisneming betrekking heeft. Deze processtukken zijn onlosmakelijk verbonden met het proces-verbaal van verhoor en mogen hem derhalve ingevolge artikel 31 onder a Sv niet worden onthouden.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tijdens het verhoor van verdachte door de verbalisanten getoonde stukken geen onderdeel zijn van het proces-verbaal van verhoor, zoals bedoeld in artikel 31 onder a Sv.
In artikel 31 onder a Sv is bepaald dat aan verdachte de kennisneming van 'de processen-verbaal van zijne verhooren' niet mag worden onthouden.
In het Wetboek van Strafvordering is geen definitie van het begrip 'verhoor' opgenomen. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever bij het begrip 'verhoor' de ondervraging van verdachte voor ogen heeft gestaan (zie HR 1 oktober 1985, NJ 1986, 406, rov. 5.2.1). Het proces-verbaal van verhoor is de schriftelijke weergave van de aan verdachte gestelde vragen en hetgeen verdachte tijdens dat verhoor heeft verklaard.
Op grond van de tekst van artikel 31 onder a Sv vallen aan verdachte tijdens zijn verhoor bij de politie getoonde stukken niet onder voornoemde bepaling. Evenmin biedt de wetsgeschiedenis bij deze bepaling een aanknopingspunt voor een uitleg zoals door de raadsman voorgestaan. Bovendien zou door een dergelijke uitleg van art. 31 onder a Sv het met de onthouding van processtukken beoogde doel - het dienen van het belang van het onderzoek (naar de waarheid) - kunnen worden doorkruist.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat onder 'verhoor' niet vallen de tijdens dat verhoor in het kader van de ondervraging aan verdachte getoonde stukken.
De situatie zoals bedoeld in artikel 31 onder a Sv doet zich derhalve niet voor.
Beslissing.
De rechtbank verklaart het bezwaarschrift ongegrond.
Aldus gedaan te 's-Gravenhage door mrs Van Rens, voorzitter, Veldt-Foglia en De Kimpe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Dekker, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 22 september 2009.