ECLI:NL:RBSGR:2009:BL2937
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. von Maltzahn
- A. Aarts
- B. Bergman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een politierechter wegens procedurele beslissingen
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 5 november 2009 een mondeling verzoek tot wraking behandeld, ingediend door verzoeker, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. M.A.R. Schuckink Kool. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. [X], de politierechter die op 30 september 2009 een getuige had gehoord tijdens een terechtzitting. Verzoeker stelde dat mr. [X] ten onrechte had belet dat zijn raadsman nadere vragen aan de getuige stelde, wat volgens hem noodzakelijk was om de juistheid van de getuigenverklaring te verifiëren. Verzoeker was van mening dat deze handelwijze de schijn van vooringenomenheid wekte en zijn mogelijkheden om succesvol appel in te stellen beperkte.
De wrakingskamer heeft op 26 oktober 2009 de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek gehouden. Mr. [X] was niet verschenen, en ook de officier van justitie was afwezig. In zijn schriftelijke reactie gaf mr. [X] aan dat hij zijn bevoegdheid om vragen aan de getuige te beletten had gebruikt, omdat deze vragen niet relevant waren voor de getuigenverklaring. Hij betoogde dat verzoeker zich op een procesrechtelijke beslissing beroept, waartegen hoger beroep openstaat, en dat wraking in dit geval niet aan de orde is.
De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden geen uitzonderlijke situatie opleverden die de vrees voor vooringenomenheid van mr. [X] objectief gerechtvaardigd maakte. Het beletten van vragen aan een getuige werd gekwalificeerd als een procedurele beslissing, die volgens vaste jurisprudentie geen grond voor wraking kan opleveren. De rechtbank wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.