ECLI:NL:RBSGR:2009:BL6527

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
8 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
344961 - HA RK 09-405
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • G.A. van Gorcom
  • B.C. Punt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen griffierecht in faillissementsprocedure

In deze zaak heeft mr. G.A. van Gorcom op 5 augustus 2009 een verzetschrift ingediend op grond van artikel 25 van de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken (WTBZ) tegen de oplegging van griffierechten door de griffier van de Rechtbank 's-Gravenhage. De zaak betreft een doorverwezen dagvaardingsprocedure waarin de besloten vennootschap Tewetrans als gedaagde en Jofox BV als eiseres optreden. Tewetrans was op 23 juni 2009 failliet verklaard, wat aanleiding gaf voor mr. Van Gorcom om bezwaar te maken tegen het griffierecht dat aan zijn cliënt was opgelegd. De griffier had een aanvullend bedrag van € 1.765,-- in rekening gebracht, bovenop het reeds betaalde griffierecht van € 285,-- bij de kantonrechter.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de griffier gebonden is aan de bepalingen van de WTBZ en dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor faillissement van een van de partijen. De rechtbank oordeelt dat de schorsing van de procedure in verband met het faillissement niet leidt tot terugstorting van het reeds betaalde griffierecht. De rechtbank concludeert dat het verzet van mr. Van Gorcom ongegrond is en wijst het verzet af. De beschikking is gegeven door mr. B.C. Punt en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 8 december 2009.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
JKL
zaaknummer / rekestnummer: 344961 / HA RK 09-405
Beschikking van 8 december 2009
in de zaak van:
Mr. G.A. VAN GORCOM,
advocaat te Utrecht,
verzoeker,
t e g e n:
DE GRIFFIER VAN DE RECHTBANK 's-GRAVENHAGE,
vertegenwoordigd door mr. M.L. Harmsen.
Partijen worden hierna aangeduid met "mr. Van Gorcom" en "de griffier".
1. Het procesverloop
1.1 Mr. Van Gorcom heeft op 5 augustus 2009 een verzetschrift op grond van artikel 25 Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken (WTBZ) ingediend. De griffier heeft op 23 september 2009 een verweerschrift ingediend. Beide partijen hebben schriftelijk te kennen gegeven af te zien van een mondelinge behandeling.
2. De beoordeling
2.1 Tussen de besloten vennootschap Tewetrans (verder te noemen: Tewetrans) als gedaagde en de besloten vennootschap Jofox BV (verder te noemen: "Jofox") als eiseres is bij deze rechtbank een dagvaardingsprocedure aanhangig onder zaak- / rolnummer 339771 / HA ZA 09-1955. Het betreft een door de kantonrechter te Delft bij vonnis van 14 mei 2009 naar de sector civiel verwezen procedure.
2.2 In de dagvaardingsprocedure vordert Jofox in conventie veroordeling van Tewetrans tot betaling van een bedrag van € 91.579,98 te vermeerderen met rente en kosten. In reconventie vordert Tewetrans veroordeling van Jofox tot betaling van een bedrag van € 26.698,80, eveneens te vermeerderen met rente en kosten. De griffier heeft bij beide partijen een griffierecht in rekening gebracht van € 1.765,--.
2.3 Op de rolzitting van deze rechtbank van 10 juni 2009 heeft Jofox een akte na verwijzing ingediend en op de rolzitting van 8 juli 2009 heeft Tewetrans een antwoordakte na verwijzing ingediend. Bij vonnis van deze rechtbank van 23 juni 2009 is Tewetrans in staat van faillissement verklaard. Vervolgens is de procedure op 5 augustus 2009 in verband met het voormeld faillissement geschorst.
2.4 Mr. Van Gorcom maakt bezwaar tegen de oplegging en de omvang van het griffierecht. Hij voert daartoe aan dat Tewetrans per 23 juni 2009 failliet is verklaard zodat er niets meer hoeft te gebeuren voor dit griffierecht. Voorts heeft de curator hem bericht dat er niets meer te verwachten valt van de failliete partij/boedel en dat hij de procedure niet zal overnemen. Onverkort handhaven van de oplegging van het griffierecht acht mr. Van Gorcom onevenredig en onredelijk.
2.5 De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 2 lid 1 WTBZ bepaalt dat voor een geding van elke eisende partij, na de eerste uitroeping van de zaak ter terechtzitting, en van elke verschenen gedaagde voor iedere instantie een vast recht wordt geheven. Op grond van artikel 2 lid 2 aanhef en onder f WTBZ is in verband met de procedure bij de kantonrechter bij Jofox indertijd reeds een bedrag van € 285,-- aan griffierecht in rekening gebracht. Op grond van artikel 2 lid 1 laatste volzin WTBZ was Tewetrans bij de kantonrechter geen vast recht verschuldigd. De vordering (in conventie) van Jofox strekt tot betaling van een bedrag van totaal € 93.079,98 ( hoofdsom vermeerderd met buitengerechtelijke kosten), zodat het griffierecht bij de rechtbank, sector civiel, op grond van het bepaalde in artikel 2 lid 2 aanhef en onder d WTBZ vastgesteld dient te worden op 2,2% van genoemd bedrag, afgerond op het meest nabijgelegen veelvoud van € 5,--. Dit levert op een bedrag van € 2.050,--. Jofox heeft (anders dan Tewetrans) bij de kantonrechter reeds € 285,-- betaald, zodat zij bij de sector civiel een aanvullend bedrag diende te betalen van € 1.765,--, terwijl Tewetrans het volledige bedrag van € 2.050,-- verschuldigd is.
2.6 De griffier is bij het heffen van vast recht en de berekening van de hoogte van het te betalen bedrag gebonden aan de bepalingen van de WTBZ. Deze wet maakt geen uitzondering voor het geval één van beide partijen tijdens het (verder) verloop van de procedure in staat van faillissement wordt verklaard. Schorsing van een procedure in verband met het faillissement van eiser of gedaagde kan niet leiden tot terugstorting van het reeds betaalde griffierecht.
2.7 Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het verzet dient te worden afgewezen.
BESLISSING:
De rechtbank wijst het verzet af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.C. Punt en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 december 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.