ECLI:NL:RBSGR:2009:BL6852
Rechtbank 's-Gravenhage
- Verzet
- B.C. Punt
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen griffierecht in faillissementsprocedure
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Jofox B.V. op 5 augustus 2009 een bezwaarschrift ingediend tegen de hoogte van het griffierecht dat door de griffier van de Rechtbank 's-Gravenhage was vastgesteld op € 1.765,--. Dit griffierecht was in rekening gebracht in het kader van een door de kantonrechter naar de sector civiel doorverwezen dagvaardingsprocedure tegen de besloten vennootschap Post-Tewetrans B.V., die op 23 juni 2009 in staat van faillissement was verklaard. Jofox stelde dat de procedure geen zin had, gezien het faillissement van Tewetrans, en verzocht om terugbetaling van het griffierecht.
De rechtbank overwoog dat volgens artikel 2 lid 1 van de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken (WTBZ) voor elke eisende partij na de eerste uitroeping van de zaak ter terechtzitting een vast recht wordt geheven. De rechtbank stelde vast dat Jofox bij de kantonrechter al een bedrag van € 285,-- aan griffierecht had betaald, en dat het griffierecht voor de sector civiel op basis van de vordering van Jofox vastgesteld diende te worden op € 2.050,--. Dit leidde tot de conclusie dat Jofox een aanvullend bedrag van € 1.765,-- diende te betalen.
De rechtbank concludeerde dat de griffier gebonden is aan de bepalingen van de WTBZ en dat er geen uitzondering wordt gemaakt voor het geval een van de partijen in staat van faillissement wordt verklaard. De schorsing van de procedure in verband met het faillissement kan niet leiden tot terugstorting van het reeds betaalde griffierecht. Uiteindelijk werd het verzet van Jofox ongegrond verklaard en werd de beslissing van de griffier bevestigd.