ECLI:NL:RBSGR:2009:BN1240
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van kosten raadsman door vakbond voor gewezen verdachte
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 13 oktober 2009 een beschikking gegeven op een verzoekschrift ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van een gewezen verdachte. De officier van justitie heeft in raadkamer geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek om vergoeding van kosten voor een raadsman, die door de Nederlandse Politiebond (NPB) zijn betaald. De rechtbank overweegt dat de kosten raadsman reeds zijn voldaan door de NPB, en dat verzoekster geen schade heeft geleden, omdat zij niet verplicht is deze kosten terug te betalen aan de bond. De rechtbank stelt vast dat de regels voor individuele belangenbehartiging van de vakbond enkel zijn bedoeld om kosten die niet door het lid zijn betaald, achteraf als schade te kunnen terugvorderen. Dit betekent dat de kosten niet als schade van verzoekster kunnen worden beschouwd, aangezien deze kosten feitelijk niet door haar zijn betaald.
De rechtbank wijst ook op de relevante jurisprudentie, waaronder een arrest van de Hoge Raad, en concludeert dat de omstandigheden in deze zaak niet vergelijkbaar zijn. De rechtbank benadrukt dat de vergoeding van kosten raadsman, zoals bedoeld in artikel 591a Sv, niet is bedoeld om de financiële risico's van vakbonden of rechtsbijstandverzekeraars te beperken. De rechtbank komt tot de conclusie dat verzoekster geen schade heeft geleden en wijst het verzoek om vergoeding van de kosten af. Ook het verzoek tot vergoeding van de kosten voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift wordt afgewezen. De beslissing is genomen door mr. G.H.M. Smelt, rechter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Top, griffier.