ECLI:NL:RBSGR:2009:BN3750
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L. de Loor-Alwin
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring van aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen door niet ingediende aangiften
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 juni 2009 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder. Eiser had geen aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) ingediend voor de jaren 2004 en 2005, wat leidde tot ambtshalve opgelegde aanslagen door verweerder, vastgesteld op een geschat verzamelinkomen van € 50.000. Eiser stelde dat hij de vereiste aangifte had gedaan door een brief met bijlagen te sturen, maar de rechtbank oordeelde dat deze brief niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Verweerder had eiser meerdere keren verzocht om digitaal aangifte te doen, maar eiser had hieraan geen gehoor gegeven.
De rechtbank overwoog dat, omdat eiser niet de vereiste aangifte had gedaan, hij een verzwaarde bewijslast had op grond van artikel 27e AWR. Eiser slaagde er niet in om aan te tonen dat de ambtshalve vastgestelde verzamelinkomens te hoog waren. De rechtbank concludeerde dat de verzuimboeten van € 1.134 passend en geboden waren, aangezien eiser in de gelegenheid was gesteld om tijdig aangifte te doen, maar dit had nagelaten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser tegen de aanslagen en de verzuimboeten ongegrond.
De uitspraak werd gedaan in het openbaar en de rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De rechtbank benadrukte dat bij het indienen van hoger beroep een afschrift van de uitspraak moet worden overgelegd en dat het beroepschrift aan bepaalde vereisten moet voldoen.