ECLI:NL:RBSGR:2010:35374

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 januari 2010
Publicatiedatum
15 december 2021
Zaaknummer
274612 / HA ZA 06-3432
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.G.J. de Heij
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor verminderde kwaliteit van geleverde producten en bewijsopdracht

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank 's-Gravenhage, is de aansprakelijkheid van Bonda's Veevoederbureau B.V. aan de orde. De eiseres, Exploitatiemaatschappij De Keizersberg B.V., heeft Bonda aangeklaagd wegens schade die zij zou hebben geleden door de vermeende onvoldoende kwaliteit van de door Bonda geleverde producten. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 22 juli 2009 De Keizersberg toegelaten om bewijs te leveren dat het niet mogelijk was om het geleverde product binnen veertien dagen na levering te bemonsteren en te laten analyseren. Echter, op 1 september 2009 heeft De Keizersberg besloten om af te zien van het horen van getuigen, en op 14 september 2009 heeft Bonda aangegeven dat ook zij geen getuigen wilde horen en verzocht om vonnis.

De rechtbank heeft vastgesteld dat De Keizersberg niet binnen de termijn van twee weken na aflevering heeft gereclameerd over het gestelde gebrek in het product, zoals vereist door de algemene voorwaarden van Bonda. Hierdoor kan De Keizersberg geen beroep meer doen op de tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst. De rechtbank concludeert dat het beding in de algemene voorwaarden van Bonda niet onredelijk bezwarend is en dat Bonda niet aansprakelijk is voor de schade die De Keizersberg heeft gesteld.

De rechtbank heeft de vorderingen van De Keizersberg afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 8.028,-. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P.G.J. de Heij op 13 januari 2010, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK's-Gravenhage
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 274612 / HA ZA 06-3432
Vonnis van 13 januari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ DE KEIZERSBERG B.V.,
gevestigd te Elsendorp,
eiseres,
advocaat mr. E. Grabandt,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BONDA'S VEEVOEDERBUREAU B.V.,
gevestigd te Hillegom,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.A. Knijff.
Partijen zullen hierna De Keizersberg en Bonda genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 juli 2009 en de in dat vonnis genoemde gedingstukken;
  • de per fax verzonden brief van 1 september 2009 van De Keizersberg;
  • de per fax verzonden brief van 14 september 2009 van Bonda.
1.2.
Ten slotte is de datum voor vonnis bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank neemt over en blijft bij hetgeen in voormeld tussenvonnis is overwogen en beslist.
2.2.
In deze procedure gaat het om de vraag of Bonda aansprakelijk is voor de schade die De Keizersberg heeft geleden als gevolg van de gestelde onvoldoende kwaliteit van de door Bonda aan De Keizersberg geleverde producten.
2.3.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank De Keizersberg toegelaten te bewijzen dat het niet mogelijk is het door Bonda geleverde product binnen een termijn van veertien dagen na levering te bemonsteren en tegen aanvaardbare kosten op de door Bonda opgegeven matrixwaarden te laten analyseren. In dat verband heeft de rechtbank een datum bepaald waarop het getuigenverhoor zou plaatsvinden.
2.4.
Op 1 september 2009 heeft De Keizersberg de rechtbank meegedeeld dat zij van het doen horen van getuigen afziet. Op 14 september 2009 heeft Bonda de rechtbank meegedeeld dat ook aan haar zijde geen behoefte bestaat getuigen te doen horen en heeft zij verzocht vonnis te wijzen.
2.5.
Nu De Keizersberg ervan heeft afgezien bewijs te leveren van de stelling dat het niet mogelijk is het door Bonda geleverde product binnen een termijn van 14 dagen na levering te bemonsteren en tegen aanvaardbare kosten op de door Bonda opgegeven matrixwaarden te analyseren, moet het ervoor worden gehouden dat dit wel mogelijk is en dat het ook betaalbaar is. Gelet hierop kan worden geconcludeerd dat het beding in de artikelen G3/E1 van Bonda’s algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend is.
Vast staat dat De Keizersberg in strijd met artikel G3/E1 van de algemene voorwaarden niet binnen de termijn van twee weken na aflevering bij Bonda heeft gereclameerd over het door De Keizersberg gestelde gebrek in het door Bonda geleverde product. Dit betekent dat De Keizersberg op de door haar gestelde tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst geen beroep meer kan doen, omdat volgens artikel E4 van de algemene voorwaarden in een dergelijk geval de koper geacht wordt het afgeleverde als in alle opzichten deugdelijk te hebben aanvaard. De rechtbank komt tot de conclusie dat Bonda niet aansprakelijk is voor de door De Keizersberg gestelde schade. De in het tussenvonnis van 17 december 2008 onder onder 3.1 a t/m c vermelde vorderingen van De Keizersberg zullen worden afgewezen. Hetzelfde geldt voor de vordering onder d omdat reeds is geoordeeld dat De Keizersberg onvoldoende heeft gesteld om aan te kunnen nemen dat Bonda wist van het gestelde hogere sulfaatgehalte en/of de gestelde afwijkingen van de matrix (rechtsoverweging 4.5.3 van het tussenvonnis van 17 december 2008) en De Keizersberg overigens bij die vordering geen belang heeft.
2.6.
De Keizersberg zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Bonda worden begroot op:
- vast recht € 3.765,-
- salaris advocaat € 4.263,- (3 punten × tarief € 1.421,-)
Totaal € 8.028,-

3.De beslissing

De rechtbank:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt De Keizersberg in de proceskosten aan de zijde van Bonda begroot op € 3.765,- aan verschotten en € 4.263,- aan salaris voor de advocaat;
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G.J. de Heij en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.
type: CJ
coll: