ECLI:NL:RBSGR:2010:BK8403

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
5 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/748004-08 en 09/3568
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
  • M. van Rens
  • A. Knijff
  • J. de Ridder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen onthouding van processtukken in strafzaak

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 5 januari 2010 een beschikking gegeven op een bezwaarschrift dat was ingediend door de bezwaarde, geboren in 1952 in Argentinië. Het bezwaarschrift was gericht tegen de beslissing van de officier van justitie om bepaalde processtukken, in dit geval logboeken, niet ter beschikking te stellen aan de bezwaarde. Deze logboeken waren in beslag genomen tijdens een doorzoeking van de woning van de bezwaarde in het kader van een strafrechtelijk onderzoek op 22 september 2009. De officier van justitie had geconcludeerd dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat de bezwaarde de stukken nodig had voor een procedure in Spanje en niet in Nederland. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de logboeken wel degelijk als processtukken kunnen worden aangemerkt en dat de bezwaarde recht heeft op kennisneming van deze stukken.

De rechtbank heeft de belangen van de bezwaarde en de officier van justitie tegen elkaar afgewogen. De officier van justitie stelde dat het onthouden van de logboeken noodzakelijk was om getuigen te beschermen en om te voorkomen dat de verdediging de inhoud van de logboeken aan de media zou doorspelen. De rechtbank oordeelde echter dat het belang van de bezwaarde, die de logboeken nodig had voor zijn verdediging in een uitleveringsprocedure in Spanje, zwaarder woog dan het belang van de officier van justitie. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een reëel gevaar voor de waarheidsvinding, aangezien het strafrechtelijk onderzoek in Nederland stil stond en de bezwaarde in Argentinië zou worden vervolgd.

De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en gelastte de officier van justitie om binnen twee dagen kopieën van de logboeken aan de raadsman van de bezwaarde te verstrekken. Deze beslissing werd genomen in raadkamer, waarbij de rechtbank de bevoegdheid had om het bezwaarschrift af te doen. De zaak is van belang in het kader van de rechten van de verdachte en de toegang tot processtukken in strafzaken.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Parketnummer: 09/3568
Kenmerk RK: 09/748004-08
Beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, raadkamer in strafzaken, op het bezwaarschrift ex artikel 32 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[bezwaarde],
geboren op [geboortedatum ] in 1952 te [geboorteplaats] (Argentinië),
en wonende [adres],
te dezer zake domicilie kiezende te Amsterdam,
1016 EW, Keizersgracht 278, ten kantore van mr. G. Spong,
blijkens een daarvan opgemaakte akte op 19 oktober 2009 ter griffie van deze rechtbank ingediend, tegen de beslissing van de officier van justitie om kennisneming van bepaalde stukken aan bezwaarde te onthouden.
De rechtbank heeft op 17 november 2009, 18 december 2009 en 22 december 2009 dit bezwaarschrift in raadkamer behandeld.
Bezwaarde is op 18 december 2009 middels een videoconferentie gehoord. Namens verdachte was op alle zittingen aanwezig zijn raadsman, mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam.
De officier van justitie heeft in raadkamer primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift, subsidiair tot ongegrondverklaring daarvan.
Beoordeling van het bezwaarschrift.
De raadkamer van de rechtbank is bevoegd tot afdoening van het bezwaarschrift.
Het bezwaarschrift is tijdig ingediend.
Het bezwaar richt zich tegen de weigering van de officier van justitie om fotokopieën van stukken aan bezwaarde ter beschikking te stellen. Het gaat hierbij om logboeken die door de officier van justitie bij een doorzoeking van de woning van bezwaarde in het kader van een strafrechtelijk onderzoek op 22 september 2009 in beslag zijn genomen.
De ontvankelijkheid van het bezwaar van verdachte
De raadsman van bezwaarde heeft in raadkamer uiteen gezet dat bezwaarde ten behoeve van een uitleveringsprocedure die momenteel in Spanje loopt (kopieën van) de logboeken nodig heeft om een onschuldverweer te kunnen voeren ten overstaan van de Spaanse rechter.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het bezwaarschrift niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu verdachte deze stukken nodig heeft ten behoeve van een in Spanje en niet in Nederland aanhangige procedure. Artikel 30 Sv is op deze situatie niet van toepassing, aldus de officier van justitie.
Vast staat dat momenteel drie landen zich bezig houden met dezelfde feitenconstellatie, te weten de verdenking dat bezwaarde als piloot betrokken is geweest bij gedwongen verdwijningen van personen in Argentinië gedurende het toenmalige militaire regiem van generaal Videla. In Nederland is in dit verband sprake van een (voorbereidend) strafrechtelijk onderzoek, in Spanje is sprake van een uitleveringsprocedure en in Argentinië is sprake van een strafrechtelijk onderzoek in het kader waarvan de uitlevering van bezwaarde is verzocht. In raadkamer heeft de officier van justitie voorts aangegeven dat het strafrechtelijk onderzoek in Nederland thans stil staat en dat herleving van dit onderzoek afhankelijk is van de uitkomst van de uitleveringsprocedure en (vervolgens) van de (uitkomst van de) strafzaak in Argentinië.
Onder deze omstandigheden kan naar het oordeel van de rechtbank het strafrechtelijk onderzoek in Nederland niet los worden gezien van de uitleveringsprocedure in Spanje en de strafzaak in Argentinië. Bezwaarde wordt dan ook ontvankelijk geacht in zijn verzoek.
Is er sprake van processtukken in de zin van 32 Sv?
De officier van justitie heeft - kort gezegd - betoogd dat de logboeken niet zijn aan te merken als processtukken in de zin van artikel 32 Sv. Bezwaarde is in het Nederlandse strafrechtelijk onderzoek niet aangehouden en (nog) niet als verdachte gehoord. Evenmin is er een vervolgingsbeslissing genomen en het is zelfs maar de vraag of er ooit in Nederland een strafproces tegen bezwaarde aanhangig zal worden gemaakt. Nu er nog geen strafproces tegen bezwaarde aanhangig is, is er nog geen sprake van processtukken, zodat kennisneming door bezwaarde van stukken zoals de logboeken (nog) niet geboden is.
Artikel 32 Sv stelt dat de verdachte een bezwaarschrift kan indienen tegen de beslissing onthouding van processtukken. Een definitie van 'processtukken' wordt in de wet niet met zoveel woorden gegeven. Artikel 30 Sv stelt dat tijdens het voorbereidende onderzoek het openbaar ministerie aan de verdachte op diens verzoek toe staat kennis te nemen van processtukken. De kennisneming van deze stukken kan de verdachte worden onthouden wanneer het belang van het onderzoek dat vordert. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat ook stukken uit het voorbereidend onderzoek van het openbaar ministerie processtukken zijn in de zin van de artikelen 30 en 32 Sv.
De rechtbank gaat op deze gronden aan het betoog van de officier van justitie voorbij.
Belangenafweging
De rechtbank dient vervolgens te toetsen of het belang van het onderzoek het daadwerkelijk vergt dat aan bezwaarde de kennisneming van processtukken wordt onthouden. Uitgangspunt is daarbij dat een verdachte recht heeft op kennisneming van die stukken teneinde zijn verdediging erop te baseren. Een beslissing tot het onthouden van processtukken kan daarom slechts met terughoudendheid worden genomen en het onderzoeksbelang bij het onthouden van kennisneming van stukken zal zwaarder moeten wegen dan het belang van de verdachte bij kennisneming van de stukken.
De officier van justitie heeft in raadkamer verklaard dat in de logboeken namen staan van potentiële getuigen en vluchtgegevens. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het belang van het onderzoek vergt dat deze getuigen gehoord kunnen worden en de vluchtgegevens onderzocht kunnen worden zonder inmenging van buitenaf. Hij acht niet illusoir dat bezwaarde of personen uit zijn omgeving de waarheidsvinding zullen verstoren nu een aantal reeds gehoorde getuigen inmiddels is benaderd door bezwaarde en/of personen uit diens omgeving. Ook kan, in geval de verdediging kennis zou nemen van de inhoud van de logboeken, niet worden uitgesloten dat de verdediging gegevens uit deze logboeken ter beschikking van diverse media zal stellen. In dat geval zouden toekomstige getuigenverhoren gecompliceerd kunnen worden door mogelijke beïnvloeding van deze getuigen door hetgeen zij met betrekking tot de onderhavige strafzaak hebben gehoord of gezien in de media.
Bezwaarde heeft hier tegen bij monde van zijn raadsman aangevoerd dat hij (kopieën van) de logboeken nodig heeft om een onschuldverweer te kunnen voeren ten overstaan van een Spaanse rechter die op zeer korte termijn zal beslissen over zijn uitlevering aan Argentinië. Bezwaarde heeft aangegeven dat hij ervan verdacht wordt als zogeheten "doodspiloot" bepaalde vluchten te hebben uitgevoerd in de periode 1976-1983. Uit de logboeken kan blijken dat dat niet het geval is geweest nu in die logboeken al zijn vluchten met bijbehorende gegevens (datum, tijd, soort vliegtuig en namen) zijn genoteerd.
De officier heeft aangegeven dat hij zijn beslissing zou heroverwegen indien zou blijken dat de logboeken gegevens zouden bevatten die de onschuld van bezwaarde zouden kunnen aantonen. Volgens de officier van justitie bevatten de logboeken dergelijke gegevens echter niet. De rechtbank kent de inhoud van de logboeken niet en kan zich daarom geen zelfstandig oordeel vormen over de waarde van de inhoud van de logboeken, maar gelet op hetgeen bezwaarde over de logboeken heeft verklaard mede afgezet tegen de verdenking die jegens hem bestaat, kan niet op voorhand worden uitgesloten dat de logboeken mogelijk belangrijk ontlastend materiaal voor de verdediging bevatten en aldus van belang zijn voor de waarheidsvinding.
Tegenover dit belang van bezwaarde acht de rechtbank het belang van de officier van justitie bij het onthouden van kennisneming van de logboeken onvoldoende zwaarwegend. Hierbij is met name van belang dat, zoals de officier van justitie heeft aangegeven, het strafrechtelijk onderzoek in Nederland thans stil staat. Het is naar het oordeel van de rechtbank verder maar zeer de vraag of dit onderzoek daadwerkelijk zal worden hervat, nu verwacht mag worden dat bezwaarde in Argentinië zal worden vervolgd. Van waarheidsvinding door de officier van justitie is vooralsnog geen sprake meer, zodat er van vrees van belemmering daarvan door verdachte evenmin sprake kan zijn.
Bij de afweging van het belang van de officier van justitie enerzijds en het belang van bezwaarde anderzijds heeft het belang van bezwaarde naar het oordeel van de rechtbank mitsdien te prevaleren. Het bezwaarschrift zal daarom gegrond verklaard worden.
Beslissing.
De rechtbank verklaart het bezwaarschrift gegrond en gelast de officier van justitie binnen
2 dagen aan de raadsman van verdachte kopieën te verstrekken van de in beslag genomen logboeken.
Deze beschikking is gegeven in raadkamer te 's-Gravenhage op 5 januari 2010 door
mrs Van Rens, voorzitter, Knijff en De Ridder, rechters, in tegenwoordigheid van
mr Gunnewegh, griffier.