ECLI:NL:RBSGR:2010:BL1926
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A. van Steen
- G.B. van de Bunt
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding en ouderschapsplan: eisen en toetsing door de rechtbank
In deze zaak verzochten partijen om echtscheiding met opname van een ouderschapsplan. De rechtbank 's-Gravenhage constateerde dat het overgelegde ouderschapsplan niet voldeed aan de eisen van artikel 815 Rv, omdat er geen sprake was van daadwerkelijk controleerbare afspraken. De rechtbank verwees de zaak naar een nader te bepalen terechtzitting om partijen te horen over de invulling van de zorg- en opvoedingstaken en de informatie- en consultatieregeling. De rechtbank benadrukte het belang van concrete afspraken in het ouderschapsplan om conflicten te voorkomen en stelde dat ouders met minderjarige kinderen in hoofdlijnen moeten kunnen overleggen over de gevolgen van de scheiding. De advocaat van verzoekers stelde dat het niet redelijk was om van partijen te verlangen dat zij met de minderjarige over het ouderschapsplan zouden spreken. De rechtbank was van mening dat dit wel mogelijk was, mits op een bij de leeftijd van de kinderen passende wijze. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde regeling in het ouderschapsplan, waarbij de kinderen zelf het initiatief voor contact met de niet-verzorgende ouder moesten nemen, niet in het belang van de kinderen was. De rechtbank hield de behandeling van het verzoek aan tot de terechtzitting van 15 maart 2010, waar ook de Raad voor de Kinderbescherming advies zou geven. De beschikking werd gegeven door mr. J.A. van Steen, kinderrechter, en griffier G.B. van de Bunt, op 13 januari 2010.