3.2. De verdere gang van zaken is als volgt:
1. In de regel ontvangen de advocaten over enige tijd van de rechtbank een instructieformulier. Daarin kan de rechtbank
- een agenda van ter comparitie te bespreken onderwerpen aankondigen
- nadere instructies geven, waaronder vragen om overlegging van bescheiden, schriftelijke getuigenverklaringen of een reactie naar aanleiding van bepaalde stellingen/verweren.
Het staat de advocaten daarnaast vrij om zelf de rechter te voorzien van aanvullende informatie ter voorbereiding van de comparitie.
De advocaten dienen op de voet van 2.9 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken uiterlijk veertien dagen vóór de comparitiedatum deze stukken per post te sturen aan het CNA-bureau Sector civiel recht, Paleis van Justitie, Postbus 20302, 2500 EH 's-Gravenhage, ter attentie van de te benoemen behandelend rechter en
aan de wederpartij(en). Het mailadres van het CNA-bureau luidt:
cna-bureau.rb.den.haag@rechtspraak.nl. Dit adres is niet bestemd voor het sturen van processtukken.
2. Voor de comparitiezitting is in beginsel anderhalf uur gereserveerd. Partijen en advocaten doen er goed aan rekening te houden met enige uitloop.
3. Tijdens de comparitie zal de rechter aan partijen vragen stellen over de voorgeschiedenis van het geschil. Meestal kunnen deze vragen het beste worden beantwoord door degenen die bij de voorgeschiedenis betrokken waren: partijen doen er daarom goed aan om bij voorkeur deze betrokkenen mee te nemen naar de zitting.
Een partij kan ook een deskundige meenemen naar de comparitie. De rechtbank verzoekt de advocaat dit tijdig aan de rechtbank en de wederpartij te laten weten.
De kosten die gemaakt moeten worden om dergelijke betrokkenen of
deskundigen op de comparitie aanwezig te laten zijn, zijn voor
rekening van de partij die hen meeneemt.
4. De advocaten krijgen ter comparitie de gelegenheid om in het kort mondeling een juridische toelichting te geven. Zij kunnen geen pleitnotities voordragen, tenzij de rechter dit ruim tevoren heeft toegestaan. Partijen kunnen daartoe binnen twee weken na dit vonnis een gemotiveerd verzoek indienen.
5. Op gezamenlijk verzoek van partijen kan de rechtbank de zaak ter comparitie doorverwijzen naar een mediator.
6. Als tijdens de comparitie geen schikking tot stand komt, wordt verkort proces-verbaal opgemaakt van hetgeen ter zitting naar voren is gekomen. Dat proces-verbaal wordt ter zitting opgesteld en ondertekend door partijen, of - met toestemming van partijen - buiten hun aanwezigheid opgemaakt. Een griffier is ter zitting of op afroep aanwezig.
7. Als een partij niet op de comparitie verschijnt of niet reageert op verzoeken uit het instructieformulier kan de rechter daaruit de gevolgtrekkingen maken die hij raadzaam acht, ook in het nadeel van die partij.