ECLI:NL:RBSGR:2010:BL7901
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.J. van Leijenhorst
- P.C. Stroebel
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf bijdrage Zorgverzekeringswet en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 2 maart 2010, staat de teruggaaf van de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) voor het jaar 2006 centraal. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde drs. [A], heeft bezwaar gemaakt tegen de teruggaafbeschikking van de Belastingdienst, waarin een te betalen bedrag van € 9 werd vastgesteld. Eiseres stelt dat de Belastingdienst door de toelichting op het voorschot in 2006 het vertrouwen heeft gewekt dat er na 2007 geen bijdrage Zvw meer geheven zou worden. Subsidiair betoogt zij dat er een afrondingsfout van € 1 is gemaakt, waardoor het te betalen bedrag verlaagd zou moeten worden naar € 8.
De rechtbank overweegt dat het belang van de betrokkenen, waaronder eiseres, vereist dat de Belastingdienst zijn voorlichtende taak onbelemmerd kan vervullen. Dit houdt in dat het risico van een gebrek in de informatieverstrekking doorgaans voor rekening van de betrokkene komt, vooral als het belang bij de honorering van het vertrouwen gering is. De rechtbank concludeert dat eiseres niet het in rechte te honoreren vertrouwen kan ontlenen aan de mededeling in de toelichting op het voorschot, aangezien deze geen toezegging maar slechts informatie betreft over de werkwijze van de Belastingdienst.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het afrondingsverschil van € 1, waar eiseres zich op beroept, niet voldoende is om de rechter te adiëren. De rechtbank wijst erop dat het totaal aan inhoudingen bij de berekening van het te betalen bedrag correct is en dat de subsidiaire beroepsgrond eveneens faalt. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en ziet zij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak van de Belastingdienst van 30 maart 2009 wordt bevestigd.