ECLI:NL:RBSGR:2010:BM0558
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Haitiaanse verzoeker na aardbeving
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Groningen, op 8 april 2010 uitspraak gedaan in het kader van een asielaanvraag van een verzoeker van Haitiaanse nationaliteit. De verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, na de verwoestende aardbeving in Haïti op 12 januari 2010. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker de aardbeving heeft meegemaakt en zijn huis heeft verloren, maar oordeelt dat de aardbeving op zich geen omstandigheid is die bescherming biedt onder artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De voorzieningenrechter wijst erop dat de gevolgen van een natuurramp alle inwoners van het getroffen gebied treffen en dat er geen specifieke omstandigheden zijn die de verzoeker in een slechtere positie zouden plaatsen dan anderen bij terugkeer naar Haïti.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoeker, waaronder de slechte leefomstandigheden en de angst voor hekserij, verworpen. Er is geen sprake van een situatie van algemeen geweld die een schending van artikel 3 EVRM zou rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft ook de verwijzing naar eerdere arresten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) afgewezen, omdat de omstandigheden in die zaken niet vergelijkbaar zijn met die van de verzoeker. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarbij de verzoeker geen recht had op uitstel van vertrek of tijdelijke opvang in Nederland.
De uitspraak benadrukt dat de aanvraag van de verzoeker niet gegrond is op omstandigheden die verband houden met vervolging en dat de Nederlandse autoriteiten de verantwoordelijkheid voor de asielaanvraag op zich hebben genomen. De voorzieningenrechter heeft de zaak in het openbaar behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen de beslissing inzake de voorlopige voorziening.