ECLI:NL:RBSGR:2010:BM1148

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
14 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-535688-09
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van overval op drogisterij met betwiste rol verdachte

In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, die werd bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Krouwel, heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 14 april 2010 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van een overval op het Kruidvat in Nieuwerkerk aan den IJssel op 14 december 2009. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van twee jaar, met aftrek van voorarrest, en toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, Kruidvat Retail BV, ter hoogte van € 241,00.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan. De verdachte had verklaard dat hij aanwezig was bij de overval, maar dat hij geen actieve rol had gespeeld. De medeverdachte had daarentegen verklaard dat de verdachte wel degelijk betrokken was. De rechtbank heeft de verklaringen van de medeverdachte echter niet geloofwaardig geacht, vooral gezien de camerabeelden die de rol van de verdachte ondersteunden.

De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van medeplegen, omdat de verdachte zich niet actief had ingelaten met de overval en niet had ingegrepen. Dit leidde tot de vrijspraak van de verdachte. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de voorzitter P. Poustochkine en de rechters H. Dragtsma en C. Royakkers.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer 09/535688-09
Datum uitspraak: 14 april 2010
(Verkort vonnis)
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
[adres]
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 31 maart 2010.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Krouwel, advocaat te Waddinxveen, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
Er heeft zich een benadeelde partij gevoegd.
De officier van justitie mr. N. Coenen heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
hij op of omstreeks 14 december 2009 te Nieuwerkerk ad IJssel tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag van ca 430,- euro, althans enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan Het Kuidvat, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [X], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- op die [X] aflopen en/of het achter die [X] aanlopen en/of
-(vervolgens) duwen van die [X] en/of
- het maken van zwaaiende bewegingen met zijn, verdachtes, arm(en) en/of
- (daarbij) tonen van een (stanley)mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp en/of - duwen van die [X] in de richting van de winkel/kassa en/of
- (daarbij) roepen/zeggen "geld, geld" en/of
- tonen van het mes en/of het zwaaien met het mes terwijl die [X] de kassalade moest openen;
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte bij dagvaarding is ten laste gelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
Motivering vrijspraak.
Het Kruidvat te Nieuwerkerk aan den IJssel is op 14 december 2009 overvallen. Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij daarbij aanwezig was. Tevens heeft hij verklaard dat hij geen aandeel in de overval heeft gehad, maar dat medeverdachte [medeverdachte] die samen met hem het Kruidvat binnenging, de overval alleen heeft gepleegd. Hij werd verrast toen deze medeverdachte opeens besloot om het Kruidvat te overvallen. Verdachte heeft ook verklaard dat hij door te praten tegen [medeverdachte] getracht heeft om deze op andere gedachten te brengen. Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat verdachte actief bij de overval betrokken was. Volgens hem heeft hij samen met verdachte de heer [X], filiaalmanager van het Kruidvat, geduwd, vervolgens heeft verdachte een broodmes aan hem, [medeverdachte], gegeven en heeft verdachte na afloop van de overval aan [X] gevraagd om de camerabeelden. De rechtbank acht deze verklaring van [medeverdachte] echter niet geloofwaardig. [X] heeft bij de politie verklaard dat de lange man (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte]) hem om camerabeelden heeft gevraagd. [X] heeft ook verklaard dat de lange man zwaaiende bewegingen met een voorwerp, waarin hij een stanleymes dacht te herkennen, maakte. Op de camerabeelden die ter terechtzitting zijn getoond, is te zien dat het [medeverdachte], en niet verdachte is, die de heer [X] terug de winkel in trekt/duwt. Over de rol van verdachte heeft de heer [X] alleen verklaard dat hij voor de counter praatte en na afloop van de overval zijn excuses aanbood. De verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft gegeven over zijn rol in het geheel wordt door de camerabeelden ondersteund.
Wel stelt de rechtbank vast dat verdachte zich niet nadrukkelijk gedistantieerd heeft van de overval. De rechtbank ziet zich daarom voor de vraag gesteld of het handelen van verdachte gekwalificeerd kan worden als medeplegen. Medeplegen veronderstelt een nauwe en bewuste samenwerking. Het loutere niet ingrijpen is over het algemeen onvoldoende om medeplegen te kunnen aannemen.
Ter terechtzitting heeft verdachte dienaangaande verklaard dat hij [medeverdachte] niet heeft tegengehouden omdat [medeverdachte] liep te zwaaien met een mes. De rechtbank acht ook deze verklaring van verdachte niet onaannemelijk.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat niet gesproken kan worden van medeplegen door verdachte van de overval op het Kruidvat. Dit leidt ertoe dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het tenlastegelegde.
De vordering van de benadeelde partij.
Kruidvat Retail BV, heeft zich als benadeelde partij gevoegd ter zake van de vordering tot schadevergoeding, groot € 241,00.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde feit waarop de vordering betrekking heeft, is vrijgesproken.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij dagvaarding ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bepaalt dat de benadeelde partij, Kruidvat Retail BV niet ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
Dit vonnis is gewezen door
mrs P. Poustochkine, voorzitter,
H. Dragtsma en C. Royakkers , rechters,
in tegenwoordigheid van mr.drs. J.M.T. Boeter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 april 2010.