ECLI:NL:RBSGR:2010:BM2733
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- H.F.M. Hofhuis
- Rechtspraak.nl
Eindvonnis in kort geding over dwangsom en verbod op publicatie
In deze zaak, die voorlag bij de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het een kort geding dat is gewezen op 21 april 2010. De voorzieningenrechter heeft in dit eindvonnis de beslissing van een eerder tussenvonnis van 12 februari 2010 gehandhaafd, waarin werd geoordeeld dat eiser een dwangsom heeft verbeurd wegens overtreding van een eerder opgelegd verbod. De voorzieningenrechter oordeelde dat de omstandigheid dat het hof in een bodemprocedure had geoordeeld dat de gedragingen die aanleiding gaven tot het verbod niet onrechtmatig waren, geen reden was om terug te komen op de eerdere beslissing. De vordering van eiser tot opheffing van de beslagen werd afgewezen, omdat deze was ingetrokken. De voorzieningenrechter bepaalde dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt, gezien het feit dat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld.
De voorzieningenrechter heeft in het dictum van het vonnis onder andere bepaald dat gedaagde niet mag proberen de dwangsommen te executeren die gegrond zijn op een publicatie op een website, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De zaak is behandeld in het civiele recht en betreft een geschil tussen eiser en gedaagde, waarbij beide partijen werden bijgestaan door advocaten uit Amsterdam. De uitspraak is openbaar gedaan en de relevante processtukken zijn beschikbaar via de rechtspraakwebsite.
De uitspraak benadrukt het belang van de rechtskracht van eerdere vonnissen en de gevolgen van niet-nakoming van dwangsommen in kort geding procedures. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van eiser om de dwangsom te matigen niet gevolgd, en heeft bevestigd dat de beslissing van het tussenvonnis blijft staan, ondanks de latere uitspraak van het hof.