ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5689
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.P.F. Slijpen
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en negatief loon
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 april 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een advocaat, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een ambtshalve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die hem was opgelegd. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat hij in zijn hoedanigheid als werknemer van een vennootschap was veroordeeld tot een schadevergoeding, en dat er geen sprake was van negatief loon. De rechtbank stelde vast dat eiser in 2003 als advocaat in dienst was bij een vennootschap en tevens bestuurder van een stichting. De inspecteur had een aanslag opgelegd en een verzuimboete voor het niet tijdig doen van aangifte. Eiser had in bezwaar een aangifte ingediend met een verlies uit werk en woning, maar de inspecteur had het belastbare inkomen verlaagd tot € 55.755. De rechtbank concludeerde dat eiser geen bewijs had geleverd voor zijn stelling dat het bedrag van € 256.635,60 als negatief loon in mindering kon worden gebracht. De rechtbank overwoog verder dat, zelfs als er sprake zou zijn van negatief loon, eiser niet zou kunnen profiteren van de aftrek, omdat hij tot op heden geen betaling had verricht na een eerdere veroordeling door de rechtbank Alkmaar. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 23 april 2010.