ECLI:NL:RBSGR:2010:BM8562

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
2 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
340591 / HA RK 09-290
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Punt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van de Nederlandse nationaliteit van een in Peru geboren kind

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 2 juni 2010 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker], die op 15 juni 2009 verzocht om vast te stellen dat hij bij zijn geboorte op [geboortedatum] 1983 de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. De Staat der Nederlanden heeft in een brief van 30 november 2009 bevestigd dat [verzoeker] vanaf zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit bezit. Beide partijen hebben afgezien van een mondelinge behandeling van het verzoekschrift.

[verzoeker] is geboren in Peru als zoon van een Peruaanse moeder en een Nederlandse vader. De vader heeft de geboorte aangegeven en de geboorteakte ondertekend. De ouders waren ten tijde van de geboorte niet met elkaar gehuwd. [verzoeker] stelt dat hij door zijn vader is erkend, wat hem recht geeft op de Nederlandse nationaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erkenning volgens het Peruaanse recht ten tijde van de geboorte rechtsgeldig was en dat de erkenning bij het register van de burgerlijke stand moest worden gemeld.

De rechtbank concludeert dat [verzoeker] in Peru rechtsgeldig is erkend door zijn Nederlandse vader, wat leidt tot een familierechtelijke betrekking die gelijkgesteld kan worden aan een erkenning volgens Nederlands recht. De rechtbank heeft daarom het verzoek van [verzoeker] toegewezen en vastgesteld dat hij vanaf zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit bezit.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
JKL
zaaknummer / rekestnummer: 340591 / HA RK 09-290
Beschikking van 2 juni 2010
in de zaak van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
advocaat: mr. S. Mooij,
t e g e n:
DE STAAT DER NEDERLANDEN,
zetelende te 's-Gravenhage,
belanghebbende,
vertegenwoordigd door mr. drs. C.J. Cappon.
Partijen worden hierna aangeduid met "[verzoeker]" en "de Staat".
1. Het procesverloop
1.1[verzoeker] heeft op 15 juni 2009 een verzoekschrift ingediend waarin hij de rechtbank verzoekt vast te stellen dat hij bij zijn geboorte op [geboortedatum] 1983 de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen en dat hij nog altijd de Nederlandse nationaliteit heeft.
1.2De Staat heeft bij brief van 30 november 2009 zijn standpunt met betrekking tot het verzoek kenbaar gemaakt. Hij komt tot de conclusie dat [verzoeker] vanaf zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit bezit.
1.3Beide partijen en de officier van justitie hebben schriftelijk te kennen gegeven af te zien van een mondelinge behandeling van het verzoekschrift.
2. De beoordeling
2.1[verzoeker] is op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] in Peru geboren als zoon van [moeder van verzoeker], van Peruaanse nationaliteit. In zijn geboorteakte staat als vader vermeld [vader van verzoeker], met Nederlandse nationaliteit. De vader heeft de geboorte van [verzoeker] aangegeven en hij heeft de geboorteakte ondertekend. De ouders van [verzoeker] waren ten tijde van zijn geboorte niet met elkaar gehuwd.
2.2[verzoeker] stelt zich op het standpunt dat uit de inhoud van zijn geboorteakte kan worden afgeleid dat hij bij zijn geboorte is erkend door zijn Nederlandse vader en dat hij daarom in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
2.3De rechtbank is met de Staat van oordeel dat voor wat betreft de erkenning gekeken dient te worden naar het Peruaans recht ten tijde van de geboorte van [verzoeker]. Uit de Peruaanse Codigo Civil, waarvan door [verzoeker] een Nederlandse vertaling is overgelegd van de artikelen 342 tot en met 392, valt het volgende af te leiden. Een buitenechtelijk kind kan volgens het bepaalde in artikel 352 worden erkend door de vader en de moeder gezamenlijk of door een van beiden. De erkenning moet bij het register van de burgerlijke stand worden gemeld bij de inschrijving van de geboorte (art. 355), waarna het buitenechtelijk kind de achternaam krijgt van de vader of de moeder, afhankelijk van wie het heeft erkend, of van de vader als het door beiden is erkend (art. 361). In de geboorteakte staat als achternaam van verzoeker genoteerd: [verzoeker].
2.4Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat [verzoeker] in Peru ten tijde van zijn geboorte rechtsgeldig is erkend door zijn Nederlandse vader en dat er sprake is van een familierechtelijke betrekking die op één lijn gesteld kan worden met een familierechtelijke betrekking die naar Nederlands recht ontstaat als gevolg van een erkenning.
2.5Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat het verzoek dient te worden toegewezen.
BESLISSING:
De rechtbank stelt vast dat [verzoeker] vanaf zijn geboorte op [geboortedatum] 1983 in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
Deze beschikking is gegeven door mr. Punt en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juni 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.