ECLI:NL:RBSGR:2010:BM9244
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel voor een asielzoeker
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 19 mei 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel van eiser, een asielzoeker van (gestelde) Palestijnse nationaliteit. Eiser was op 9 januari 2010 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eerder had de rechtbank al eerdere beroepen van eiser tegen de vrijheidsontnemende maatregel ongegrond verklaard. Eiser heeft in zijn beroepschrift van 27 april 2010 opheffing van de maatregel en schadevergoeding gevorderd. Tijdens de zitting op 12 mei 2010 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er een tolk aanwezig voor de Arabische taal.
De rechtbank overweegt dat de zorgvuldigheid die van verweerder wordt verlangd niet met zich meebrengt dat bij elke presentatie van een vreemdeling een tolk aanwezig moet zijn, vooral niet als de medewerkers van de DT&V de gesproken taal begrijpen. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de aanwezigheid van een tolk noodzakelijk maken. Eiser heeft weliswaar een asielaanvraag ingediend, maar deze is kort daarna ingetrokken. De rechtbank stelt vast dat eiser niet kan aantonen dat hij een uitgeprocedeerde asielzoeker is en dat er geen gevaar is bij uitzetting naar Marokko.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel gerechtvaardigd is en verklaart het beroep ongegrond. De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep open tegen deze beslissing.