ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3589
Rechtbank 's-Gravenhage
- Verstek
- D. Allewijn
- Rechtspraak.nl
Verstekvonnis inzake vordering tegen buitenlandse vennootschap
Op 3 maart 2010 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen de eiser en de vennootschap Domainsbyproxy Inc, opgericht naar het recht van de staat Arizona, Verenigde Staten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde veroordeeld wordt in de kosten van het geding, die aan de zijde van de eisende partij tot dat moment zijn begroot op € 1.031,79. Indien de gedaagde niet binnen veertien dagen na betekening aan het vonnis voldoet, worden de kosten verhoogd naar € 1.099,79.
De gedaagde moet voldoen aan de griffier van de rechtbank voor verschillende kosten, waaronder griffierechten en advocaatkosten, in totaal € 966,29, met een verhoging naar € 1.034,29 in geval van betekening. Daarnaast moet de gedaagde € 65,50 betalen aan de eisende partij voor niet in debet gesteld griffierecht. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
De rechtbank heeft de bevoegdheid om van de zaak kennis te nemen op basis van artikel 6 sub e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De vorderingen zijn beoordeeld naar Nederlands recht, zoals bepaald in artikel 3 lid 2 van de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad. De rechtbank heeft de gevorderde dwangsommen toegewezen, met de mogelijkheid tot matiging door de rechter, afhankelijk van de omstandigheden van de zaak.
De rechtbank heeft echter de onder 3 en 4 gevorderde kosten afgewezen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd door de eisende partij. Het meer of anders gevorderde is eveneens afgewezen.