ECLI:NL:RBSGR:2010:BN7670
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Waarde van de woning en geluidsoverlast in WOZ-zaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, staat de waarde van een woning centraal in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Eiser, wonende te [Z], heeft bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn woning door de heffingsambtenaar van de gemeente [P]. De waardepeildatum is vastgesteld op 1 januari 2008, waarbij de heffingsambtenaar de waarde op € 642.000 heeft bepaald, terwijl eiser een lagere waarde van € 450.000 bepleit. Eiser stelt dat geluidsoverlast van manifestaties op het Doelenplein, gelegen op 50 meter afstand van zijn woning, een waardedrukkend effect heeft op de waarde van zijn woning. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar een taxatierapport heeft overgelegd, opgesteld door taxateur [B], waarin de waarde van de woning is onderbouwd met vergelijkingsobjecten. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de verschillen tussen de woning van eiser en de vergelijkingsobjecten, zoals inhoud, kaveloppervlakte en ligging. De rechtbank concludeert dat de geluidsoverlast niet van zodanige aard is dat deze een significante invloed heeft op de waarde van de woning. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan op 27 augustus 2009, na een zitting op 13 augustus 2009, waarbij eiser niet is verschenen. De rechtbank heeft de uitnodiging voor de zitting op correcte wijze verstuurd.