Sector civiel recht - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: 374836 / KG ZA 10-1081
Vonnis in kort geding van 24 september 2010
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Ricoh Nederland B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
eiseres,
advocaat mr. V.P.H.M. van Buggenum te Eindhoven,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf A.]
gevestigd te [plaats],
gedaagde,
vertegenwoordigd door haar statutair bestuurder.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als 'Ricoh' en [gedaagde]
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 17 september 2010 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. Op 20 september 2007 hebben Infotec Nederland B.V., de rechtsvoorganger van Ricoh (hierna: 'Infotec'), en [gedaagde] een huurovereenkomst gesloten (hierna: 'de huurovereenkomst'). De huurovereenkomst betreft de verhuur van Infotec aan [gedaagde] van diverse print- en kopieerapparaten, inclusief toebehoren (hierna: 'de apparatuur').
1.2. Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Infotec van toepassing. In deze algemene voorwaarden staat onder meer vermeld:
"Artikel 7. Betaling
7.1 De verplichting tot betaling van de periodiek vervallen bedragen en eventuele andere bedragen uit hoofde van het contract is onvoorwaardelijk. De bevoegdheid van de Klant om zich te beroepen op verrekening of opschorting van zijn betalingsverplichting wordt uitgesloten.
7.2 Indien de Klant met enige betalingsverplichting achterstallig is, zal de Klant van rechtswege in verzuim zijn, zonder dat ingebrekestelling is vereist. De Klant is alsdan vanaf de eerste dag van het verzuim de wettelijke rente ex artikel 6:119 a BW vermeerderd met 2% verschuldigd.
7.3 Buitengerechtelijke incassokosten is de Klant verschuldigd conform het incassotarief van de Nederlandse Orde van Advocaten.
(...)
Artikel 10. Verzuim
10.1 Door het zich voordoen van één of meer van de navolgende omstandigheden dat:
a. de Klant meer dan tien dagen in gebreke blijft met de betaling van enig door hem op grond van de overeenkomst en of (een) ander(e) tussen Infotec en de Klant gesloten overeenkomst(en) verschuldigd bedrag of een of meer andere bepalingen van de overeenkomst niet nakomt of daarmede in strijd handelt, na terzake in gebreke te zijn gesteld;
(...)
zal de Klant in verzuim zijn door het enkel plaatsvinden van deze omstandighe(i)d(en) en zal de (resterende) schuld van de Klant aan Infotec onmiddellijk opeisbaar zijn. Tenzij de Wet dwingendrechtelijk anders mocht voorschrijven, zal Infotec in genoemde omstandigheden gerechtigd zijn, zulks geheel ter vrije keuze van Infotec - en onverminderd de Infotec toekomende rechten:
- of onder instandhouding van de overeenkomst het totaalbedrag van de nog resterende vaste bijdragen, ineens en terstond op te vorderen;
- of de overeenkomst zonder gerechtelijke tussenkomst te ontbinden, welke ontbinding van rechtswege intreedt op het tijdstip waarop daarvan door Infotec schriftelijk mededeling aan de Klant wordt gedaan. Alsdan is de Klant verplicht het object onverwijld aan Infotec ter beschikking te stellen. Infotec of de door haar alsdan aangewezen personen worden nu voor alsdan door de Klant gevolmachtigd de Apparatuur tot zich te nemen ter plaatse waar het zich alsdan mocht bevinden en daartoe, zonodig, de bedrijfsruimte van de Klant te betreden. (...)"
1.3. Op of omstreeks 22 april 2009 zijn Infotec en [gedaagde] een betalingsregeling overeengekomen. In deze betalingsregeling staat onder meer vermeld:
"Met ingang van 10 mei 2009 voldoet [gedaagde] Reproservice steeds tijdig en integraal de vaste termijnbedragen, alsmede alle overige uit het onderhavig contract voortvloeiende aanvullende kosten en verplichtingen als meerverbruik en supplies. (...)
Het saldo van de vervallen facturen (nader gespecificeerd in de bijlage) per 21 april 2009, totaal € 36.809,03 bedragende behoudens verdere storneringen, wordt voor een periode van 1 (één) jaar bevroren.
Het thans resterende bedrag voor de met ingang van 1 oktober 2006 inzake de Xerox-afkoop met u overeengekomen betalingsregeling ad € 1.190,00 (€ 1.000,00 excl. btw) per maand, per 21 april 2009 in totaal € 22.610,00 bedragende, wordt eveneens voor een periode van 1 (één) jaar bevroren.
Het totaalbedrag dat bevroren wordt bedraagt derhalve € 59.419,03.
Over uiterlijk 1 (één) jaar, derhalve vóór 22 april 2010, zal in nader overleg tussen Infotec Nederland en [gedaagde] Reproservice worden bezien op welke wijze en binnen welke termijn het bevroren bedrag ad € 59.419,03 door [gedaagde] Reproservice aan Infotec Nederland zal worden terugbetaald. (...)"
1.4. Op 20 mei 2009 heeft Infotec [gedaagde] schriftelijk bericht:
"Helaas hebben wij moeten constateren dat u, ondanks zeer vele aanpassingen in de betalingsafspraken, waarbij Infotec Nederland B.V. zich telkens zeer coulant jegens u heeft betoond, nog immer niet hebt voldaan aan uw betalingsverplichtingen jegens ons.
Hierbij sommeren wij u dan ook voor de laatste maal ervoor zorg te dragen dat het bedrag van factuur 1601385 ad EUR 12.669,49, waarvan wij uw betaling reeds op 10 mei jl. hadden moeten ontvangen, uiterlijk op maandag 25 mei 2009 vóór 12.00 uur is bijgeschreven op onze bankrekening 50.71.20.280.
Indien het integrale bovenstaande bedrag niet binnen de hierboven genoemde termijn op onze rekening is bijgeschreven, dan vervallen alle aanvullende betalingsafspraken en zijn wij genoodzaakt het onderliggende contract op te zeggen. Wij stellen u reeds nu voor alsdan in gebreke. Dit houdt in dat Infotec Nederland B.V. conform de algemene voorwaarden de resterende contractperiode van het contract zal uitfactureren en de apparatuur zal komen ophalen. Vervolgens zal een eindafrekening aan u worden opgemaakt, die in elk geval de resterende looptijd in maanden, vermenigvuldigd met het maandbedrag zal bedragen, zulks conform de onderhavige overeenkomst en de daarvan deel uitmakende Algemene Voorwaarden."
2.1. Ricoh vordert, zakelijk weergegeven:
I. veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 216.344,02, vermeerderd met a) primair: de contractuele vertragingsrente over € 189.723,84, b) subsidiair: de wettelijke vertragingsrente over € 189.723,84 vanaf 31 augustus 2010 tot en met de dag van algehele voldoening, te betalen aan Ricoh binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis;
II. veroordeling van [gedaagde] op straffe van een dwangsom om de apparatuur binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis aan Ricoh af te geven en/of ter beschikking te stellen, bij gebreke waarvan [gedaagde] dient te gehengen en te gedogen dat Ricoh zich de feitelijke macht over de apparatuur zal verschaffen, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie.
2.2. Daartoe voert Ricoh het volgende aan. [gedaagde] is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar betalingsverplichtingen. Ricoh heeft de huurovereenkomst dan ook met recht en reden ontbonden. Als gevolg van de ontbinding maakt Ricoh aanspraak op een voorschot op de gefixeerde schadevergoeding ten bedrage van € 189.723,84, zijnde het totaal van de vervallen huurtermijnen. Daarnaast vordert zij de contractuele rente, tot en met 30 augustus 2010 een bedrag van € 18.486,14, alsmede € 8.134,04 aan buitengerechtelijke incassokosten.
2.3. [gedaagde] voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. [gedaagde] heeft de vorderingen van Ricoh niet voldoende gemotiveerd betwist. Zij stelt zich enkel op het standpunt dat Ricoh nooit contact met haar heeft gezocht teneinde een minnelijke regeling te bewerkstelligen. Voor zover [gedaagde] hiermee wenst aan te voeren dat Ricoh de huurovereenkomst "rauwelijks" ontbonden heeft, volgt de voorzieningenrechter dat verweer niet. Vaststaat immers dat Infotec en [gedaagde] op of omstreeks 22 april 2009 een betalingsregeling overeen zijn gekomen en dat (de rechtsvoorganger van) Ricoh [gedaagde] herhaaldelijk heeft aangeschreven omtrent de betalingsachterstand. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat [gedaagde] in staat is of zou zijn geweest het gevorderde op korte termijn te voldoen. Ricoh kan niet worden gedwongen om een verder uitstel van betaling te dulden en/of nadere afspraken te maken.
3.2. Ricoh kan niet tegelijkertijd nakoming en ongedaanmaking vorderen. Voor toewijzing van contractuele rente bestaat dan ook geen grond. De vorderingen komen de voorzieningenrechter voor het overige noch onrechtmatig noch ongegrond voor. Deze worden daarom -op de wijze zoals hierna vermeld- toegewezen.
3.3. Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing tot afgifte van de apparatuur, is aangewezen. De op te leggen dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. Voorts zal er worden bepaald dat de op te leggen dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, mede in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordeling is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid daarvan.
3.4. De door Ricoh gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zal worden toegewezen, nu [gedaagde] de verschuldigdheid daarvan op grond van de tussen hen gesloten overeenkomst niet heeft betwist en geen termen aanwezig zijn om (ambtshalve) tot matiging van de gevorderde vergoeding over te gaan.
3.5. De vordering van Ricoh om - indien [gedaagde] de apparatuur niet afgeeft - zich zelf, desnoods met behulp van politie en justitie, de feitelijke macht over de apparatuur te verschaffen, zal worden afgewezen, nu de deurwaarder de bevoegdheid heeft tot reële executie van de veroordeling tot afgifte over te gaan op grond van de artikelen 491 e.v. in verbinding met artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
3.6. [gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Ricoh van € 197.857,88, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 189.723,84 vanaf 31 augustus 2010 tot en met de dag van algehele voldoening, binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis;
- veroordeelt [gedaagde] om de apparatuur binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis aan Ricoh af te geven en/of ter beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 500,-- voor iedere dag dat [gedaagde] hiermee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft, met een maximum van € 50.000,--;
- bepaalt dat bovenstaande dwangsom vatbaar is voor matiging op de wijze zoals onder 3.3. is vermeld;
- veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van Ricoh begroot op € 5.649,89, waarvan € 816,-- aan salaris advocaat, € 4.760,-- aan griffierecht en € 73,89 aan dagvaardingskosten;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A. Koppen en in het openbaar uitgesproken op 24 september 2010.