ECLI:NL:RBSGR:2010:BO0834

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
23 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
371665 / HA RK 10-390
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning in arbeidsconflict tussen eiser en verweerder

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 23 juli 2010 een beschikking gegeven op een verzoek tot verschoning van mr. [X]. Dit verzoek werd ingediend in het kader van een getuigenverhoor in een arbeidsconflict tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. M.N. Grootfaam, en de Staatssecretaris van Defensie als verweerder. Tijdens de openbare behandeling op 20 juli 2010 heeft mr. [X] het onderzoek ter zitting geschorst na het horen van getuige [G]. Deze getuige deed een opmerking die aanleiding gaf tot de vrees dat de rechterlijke onafhankelijkheid van mr. [X] in het geding zou kunnen komen door persoonlijke omstandigheden.

De rechtbank overweegt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor een mogelijke vooringenomenheid. In dit geval heeft mr. [X] aangegeven dat de partner van hem beroepsmatig contact heeft met een collega van eiser die ook een vergelijkbaar arbeidsconflict met verweerder heeft. Dit gegeven heeft de wrakingskamer doen besluiten dat er gegronde redenen zijn om aan de onpartijdigheid van mr. [X] te twijfelen.

De rechtbank heeft daarom het verzoek tot verschoning toegewezen en bepaald dat de hoofdzaak zal worden overgenomen door een andere rechter. De beslissing is in raadkamer genomen en openbaar uitgesproken, waarbij mr. Koppen de beschikking heeft ondertekend in verband met de afwezigheid van de voorzitter. De rechtbank heeft de partijen geïnformeerd over deze beslissing en de verdere procedure.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE
Meervoudige wrakingskamer
Wrakingnummer 2010/15
rekestnummer: 371665 / HA RK 10-390
Reg.nr. : AWB 10/2355 AW en AWB 10/2354 AW
datum beschikking: 23 juli 2010
BESCHIKKING
op het verzoek tot verschoning ingevolge artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht van:
Mr. [X],
rechter,
in het geding tussen:
[eiser],
wonende te ’s-Gravenhage,
eiser,
gemachtigde: mr. M.N. Grootfaam,
en:
de Staatssecretaris van Defensie,
verweerder.
1. Tijdens de openbare behandeling van bovenstaand geding op 20 juli 2010 heeft mr. [X] het onderzoek ter zitting geschorst. Na verhoor van de getuige [G] heeft mr. [X] partijen medegedeeld dat in verband met een opmerking van die getuige haar rechterlijke onafhankelijkheid wegens persoonlijke omstandigheden in het geding kan komen.
2. Bij de beoordeling van een verzoek als het onderhavige dient uitgangspunt te zijn dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een rechtzoekende een vooringenomenheid zou kunnen koesteren, althans dat de bij een rechtzoekende dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd zou kunnen zijn.
3. Van een gebrek aan onpartijdigheid kan, geheel afgezien van de persoonlijke instelling van de betrokken rechter, ook sprake zijn indien bepaalde feiten of omstandigheden grond geven te vrezen dat het een rechter in die omstandigheden aan onpartijdigheid ontbreekt. Alsdan dient de rechter zich van een beslissing van de hoofdzaak te onthouden, want rechtzoekenden moeten in het rechterlijk apparaat vertrouwen kunnen stellen. Daarom valt onder omstandigheden ook rekening te houden met de uiterlijke schijn.
4. Mr. [X] heeft aangegeven dat bij gelegenheid van voorbedoeld getuigenverhoor, waarbij de direct leidinggevende van [eiser] als getuige is gehoord, is verklaard dat er meer collega’s van [eiser] zijn die een vergelijkbaar arbeidsconflict met verweerder hebben gehad. De partner van mr. [X] heeft beroepsmatig contact met één van de genoemde collega’s. Gelet op deze omstandigheid komt de wrakingskamer tot het oordeel dat mr. [X] terecht het onderhavige verzoek tot verschoning heeft ingediend. Teneinde de schijn van partijdigheid te vermijden zal de wrakingskamer het verzoek tot verschoning toewijzen. De hoofdzaak zal worden overgenomen door een andere rechter.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst het verzoek tot verschoning van mr. [X] toe en bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot verschoning;
- beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 8:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt toegezonden aan:
• mr. [X];
• mr. M.N. Grootfaam, gemachtigde van [eiser];
• de Staatssecretaris van Defensie.
Deze beslissing is genomen in raadkamer en in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2010 door mrs. D. Aarts, P.A. Koppen en P. Joele, in tegenwoordigheid van J. Kriense Lokker als griffier. In verband met afwezigheid van de voorzitter is deze beschikking ondertekend door mr. Koppen.