ECLI:NL:RBSGR:2010:BO5185

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
26 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-665394-10
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Wijnnobel-Van Erp
  • mrs. Meijers
  • mr. Van de Kragt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal en de gevolgen daarvan

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 26 november 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en films. De verdachte heeft gedurende een periode van meer dan zeven jaar actief gezocht naar dit soort materiaal, waarvoor hij heeft betaald, en heeft dit gedownload en opgeslagen op zijn computer. Om ontdekking te voorkomen, heeft hij een speciaal computerprogramma aangeschaft om sporen op zijn harde schijf te wissen. Tijdens de rechtszitting heeft de officier van justitie een gevangenisstraf van 16 maanden geëist, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en reclasseringstoezicht als bijzondere voorwaarde. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is, gezien de medewerking van de verdachte aan het onderzoek en zijn vrijwillige aanmelding voor behandeling bij De Waag. De rechtbank heeft besloten om een taakstraf op te leggen van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 9 maanden, met een proeftijd van 5 jaar. De rechtbank heeft benadrukt dat de ernst van het feit en de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik zwaar wegen in de strafmaat. De verdachte heeft de norm die de bescherming van jeugdigen beoogt ernstig geschonden, en de rechtbank heeft de gevolgen van zijn daden voor de slachtoffers en de maatschappij in overweging genomen. De rechtbank heeft de verdachte ook aangespoord om zijn behandeling voort te zetten en onder toezicht van de reclassering te blijven, om de kans op recidive te verkleinen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer 09/665394-10
Datum uitspraak: 26 november 2010
(Verkort vonnis)
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952,
adres: [adres].
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 12 november 2010.
De verdachte, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. M.A. van der Laan heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook indien dit inhoudt het volgen van een behandeling bij De Waag.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2002 tot en met 20 mei 2010 te [woonplaats], in elk geval in Nederland, telkens, althans één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende 116 foto's, althans één of meer, afbeeldingen en/of films van één of meer seksuele gedraging(en), waarbij (telkens) een of meer perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken en welke (naakte en/of deels naakte) perso(o)n(en) op zodanige wijze pose(e)r(t)(en) en/of is/zijn afgebeeld, dat zijn/haar/hun ontblote geslachtsde(e)l(en) (nadrukkelijke en/of uitdagend) in beeld is/zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met/bij zichzelf en/of een of meer andere perso(o)n(en) verrichten en/of laten verrichten (op een wijze kennelijke bedoeld, althans mede bedoeld om seksuele prikkeling op te wekken) en/of bestaande die seksuele gedraging(en) onder meer uit:
"Blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 6 en 8 jaar oud) leunt voorovergebogen op een sofa. Zij kijkt achterom in de richting van de camera. Ze draagt alleen een wit bloesje en een onderbroek. De onderbroek (mogelijk een string) zit tussen de bilnaad van het meisje zodat de billen van het meisje goed te zien zijn" (bestand [bestand]) en/of
"Blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 12 en 14 jaar oud) ligt op haar zij, met haar rug naar de camera toe. Zij kijkt achterom in de richting van de camera. Ze draagt een gele bikinitop. Om haar middel is een gele doek gedrapeerd. Ter hoogte van haar billen is het doek omhoog geschoven, zodat de blote billen van het meisje goed te zien zijn" (bestand [bestand]) en/of
"Blanke man ligt achterover gebogen. Hij heeft een stijve penis. Tussen zijn benen zit voorover gebogen een naakt blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 6 en 10 jaar oud). De man houdt met zijn rechterhand het hoofd van het meisje vast. Zij heeft de stijve penis van de blanke man in haar mond. De ogen van het meisje zijn op de foto afgeplakt" (bestand [bestand]) en/of
"Blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 10 en 14 jaar oud) van achter gefotografeerd. Het meisje is gekleed in een witte bh en rok. Zij houdt de rok omhoog en hierdoor worden haar billen zichtbaar, zij draagt een witte string en kousen met een kanten rand" (bestand [bestand]) en/of
"Blanke jongen (geschatte leeftijd tussen de 8 en 12 jaar oud) ligt op zijn rug op een bed. De jongen is naakt en heeft zijn armen achter zijn hoofd. De focus van de foto is gericht op zijn penis en scrotum. Naast de jongen is het hoofd van een volwassen vrouw zichtbaar. De vrouw kijkt naar de penis van de jongen" (bestand [bestand])
(telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
De bewijsmiddelen.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen - elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft - staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan acht de rechtbank bewezen en is zij tot de overtuiging gekomen dat de verdachte, zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad, dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan. De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
in de periode van 1 oktober 2002 tot en met 20 mei 2010 te [woonplaats], een gegevensdrager, bevattende 116 foto's van seksuele gedragingen waarbij personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, waren betrokken en welke naakte en/of deels naakte personen op zodanige wijze poseren en zijn afgebeeld, dat hun ontblote geslachtsdelen nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht op een wijze kennelijk bedoeld om seksuele prikkeling op te wekken en/of die een seksuele gedraging met een andere persoon verrichten en bestaande die seksuele gedragingen onder meer uit:
"Blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 6 en 8 jaar oud) leunt voorovergebogen op een sofa. Zij kijkt achterom in de richting van de camera. Ze draagt alleen een wit bloesje en een onderbroek. De onderbroek (mogelijk een string) zit tussen de bilnaad van het meisje zodat de billen van het meisje goed te zien zijn" (bestand [bestand]) en
"Blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 12 en 14 jaar oud) ligt op haar zij, met haar rug naar de camera toe. Zij kijkt achterom in de richting van de camera. Ze draagt een gele bikinitop. Om haar middel is een gele doek gedrapeerd. Ter hoogte van haar billen is het doek omhoog geschoven, zodat de blote billen van het meisje goed te zien zijn" (bestand [bestand]) en
"Blanke man ligt achterover gebogen. Hij heeft een stijve penis. Tussen zijn benen zit voorover gebogen een naakt blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 6 en 10 jaar oud). De man houdt met zijn rechterhand het hoofd van het meisje vast. Zij heeft de stijve penis van de blanke man in haar mond. De ogen van het meisje zijn op de foto afgeplakt" (bestand [bestand]) en
"Blank meisje (geschatte leeftijd tussen de 10 en 14 jaar oud) van achter gefotografeerd. Het meisje is gekleed in een witte bh en rok. Zij houdt de rok omhoog en hierdoor worden haar billen zichtbaar, zij draagt een witte string en kousen met een kanten rand" (bestand [bestand]) en
"Blanke jongen (geschatte leeftijd tussen de 8 en 12 jaar oud) ligt op zijn rug op een bed. De jongen is naakt en heeft zijn armen achter zijn hoofd. De focus van de foto is gericht op zijn penis en scrotum. Naast de jongen is het hoofd van een volwassen vrouw zichtbaar. De vrouw kijkt naar de penis van de jongen" (bestand [bestand])
in bezit heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar.
De verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en films. Daarop zijn jonge kinderen te zien zijn die poseren op een wijze kennelijk bedoeld om seksuele prikkelingen op te wekken en met wie daarnaast ook seksuele handelingen worden verricht. Verdachte heeft gedurende een periode van ruim zeven en een half jaar naar dit soort afbeeldingen gezocht, hiervoor betaald en deze gedownload en bewaard op zijn computer. Om ontdekking van het gepleegde strafbare feit te verhinderen heeft verdachte een speciaal computerprogramma aangeschaft om de sporen van zijn harde schijf te kunnen verwijderen. Verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Door het aankopen, downloaden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Voor deze productie worden jonge kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. Zij worden voor de camera gezet om te poseren en seksuele handelingen bij zichzelf en anderen te verrichten en te ondergaan waaraan zij, gelet op hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling, nog lang niet toe zijn. Tengevolge hiervan lopen deze kinderen psychische schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat. Ook kunnen zij nog lange tijd achtervolgd worden door de gevolgen van de productie van de beelden. In de praktijk is namelijk gebleken dat een afbeelding die eenmaal op internet is aangetroffen, vrijwel onmogelijk blijvend van internet te verwijderen is en nog jarenlang kan opduiken. Dat verdachte hieraan, als consument, een bijdrage levert, rekent de rechtbank hem zwaar aan.
Het gedrag van verdachte verdient scherpe afkeuring en dient streng bestraft te worden. De rechtbank neemt bij de strafmaat evenwel in aanmerking dat verdachte toen hij eenmaal was aangehouden zijn volledige medewerking aan het onderzoek heeft verleend en zich inmiddels vrijwillig heeft aangemeld bij De Waag en hier behandeling ondergaat.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie betreffende verdachte waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld wegens enig strafbaar feit.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van het advies van de Reclassering Nederland van 8 november 2010. Hieruit blijkt onder meer dat verdachte reeds sinds zijn pubertijd kampt met een pornoverslaving en hij zich sinds 2000 ook op kinderporno richt. De reclassering heeft de indruk dat verdachte voortdurend heeft geworsteld om de controle over zijn leven te herpakken, terwijl zijn verslaving een vertrouwd en ingesleten onderdeel lijkt te zijn geworden van zijn leven. Door middel van een controlecomponent en behandeling kan de kans op terugval in strafbaar gedrag worden verkleind, aldus de rapporteur. Verdachte ondergaat inmiddels behandeling bij De Waag. De politie-inval lijkt een positieve kentering teweeg te hebben gebracht die volgens de reclassering kracht bij gezet kan worden met de oplegging van een voorwaardelijke straf. Met de reclassering acht de rechtbank het zinvol om een en ander te blijven monitoren in welk kader reclasseringstoezicht en een behandeling bij De Waag zinvol wordt geacht.
De officier van justitie heeft een straf geëist die zwaarder is dan de nog tot voor kort geëiste en opgelegde straffen in soortgelijke gevallen. De officier van justitie heeft daartoe verwezen naar de nieuwe binnen het Openbaar Ministerie geldende richtlijnen. Naar het oordeel van de rechtbank verhoudt oplegging van een straf als door de officier van justitie geëist zich niet met de huidige stand van zaken in de straftoemeting en druist die te zeer in tegen het beginsel van gelijke berechting.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en in ogenschouw nemend de LOVS (Landelijk overleg van voorzitters strafsectoren)-oriëntatiepunten, is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf niet passend en geboden is. Daarbij heeft de rechtbank tevens overwogen dat deze het reeds door verdachte ingezette behandeltraject zou doorkruisen. De rechtbank zal wel een forse werkstraf opleggen. Daarnaast zal de rechtbank, teneinde de ernst van het door de verdachte gepleegde feit nog meer tot uitdrukking te brengen, aan verdachte een forse voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Deze voorwaardelijke gevangenisstraf dient er tevens toe verdachte ervan te weerhouden zich wederom schuldig te maken aan soortgelijke of andere strafbare feiten. De rechtbank acht daarbij een lange proeftijd aangewezen omdat verdachte – zoals hij ook zelf heeft aangegeven – zich langdurig en obsessief met kinderporno heeft ingelaten. De rechtbank vindt het van belang dat hij dan ook voor lange tijd de dreiging van ten uitvoerlegging van een gevangenisstraf boven zijn hoofd heeft hangen en daarbij onder toezicht van de reclassering blijft. Aan het voorwaardelijk strafdeel zal de rechtbank dus tevens de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen van de reclassering, ook als die inhouden dat hij zich laat behandelen voor zijn problematiek bij De Waag of een soortgelijke instelling.
De toepasselijke wetsartikelen.
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 240b van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het bij gewijzigde dagvaarding tenlastegelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
een gegevensdrager, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, in bezit hebben;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de tijd van 240 (TWEEHONDERDVEERTIG) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 120 (HONDERDTWINTIG) DAGEN;
veroordeelt verdachte te dier zake voorts tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 9 (NEGEN) MAANDEN;
bepaalt, dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 5 (VIJF) JAREN vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit en dat veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet of de identificatieplicht aanbiedt;
en onder de bijzondere voorwaarde:
- dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften hem te geven door of namens de stichting Reclassering Nederland, zolang die instelling zulks nodig acht, ook als dat inhoudt begeleiding door en/of (ambulante) behandeling bij De Waag;
geeft hierbij opdracht aan bovengenoemde reclasseringsinstelling krachtens het bepaalde bij artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. Wijnnobel-Van Erp, voorzitter,
mrs. Meijers en Van de Kragt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Van Halderen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2010.