ECLI:NL:RBSGR:2010:BP0715
Rechtbank 's-Gravenhage
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Kostenvergoeding voor mediation in strafzaak tussen buren verdacht van mishandeling
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 21 september 2010 een beschikking gegeven over de vergoeding van kosten voor mediation in een strafzaak. De verzoeker, geboren in 1964, was verdacht van mishandeling van zijn buurman, die op zijn beurt ook als verdachte werd aangemerkt. Op instigatie van de officier van justitie is er een mediationtraject gestart tussen de buren, waarbij de dagvaardingen door de officier van justitie zijn ingetrokken om de mediation een kans te geven. Gedurende het mediationproces, dat plaatsvond op 17 september, 6 oktober en 23 november 2009, is er echter geen overeenstemming bereikt. De officier van justitie heeft vervolgens besloten om de dagvaardingen opnieuw in te dienen, wat leidde tot een strafzaak die eindigde met een vrijspraak voor de verzoeker op 27 april 2010.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de kosten van de mediation, die in totaal € 603,93 bedroegen, voor vergoeding in aanmerking komen. Dit is gebaseerd op artikel 591 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat een gewezen verdachte recht heeft op vergoeding van kosten die zijn gemaakt in het belang van het onderzoek. De rechtbank oordeelde dat de mediation, die mede op verzoek van de officier van justitie was gestart, een voldoende verband had met de strafzaak om de kosten te vergoeden. De rechtbank heeft dan ook besloten om het verzoek tot vergoeding van de kosten toe te wijzen, waarbij het bedrag ten laste van de Staat wordt vergoed.
De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van mediation als een geschikt instrument om juridische geschillen op een alternatieve manier op te lossen, en bevestigt dat kosten die gemaakt worden in het kader van mediation, mits ze het belang van het onderzoek dienen, voor vergoeding in aanmerking kunnen komen.