Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of niet voldoende gemotiveerd weersproken, mede op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van de overgelegde producties, voor zover in deze van belang, zowel in conventie als in reconventie, het navolgende vast.
a. [eiser], geboren op [geboortedatum], is per 1 januari 1988 bij (de rechtsvoorgangster van) Duinrust in dienst getreden in de functie van medewerker technische dienst. Wegens blijvende medische beperkingen is [eiser] niet in staat bepaalde lichamelijk werkzaamheden (zwaar tillen, duwen, trekken, knielen en bukken) uit te voeren.
b. Het laatstgenoten salaris bedraagt € 3.098,68 per maand bruto exclusief vakantietoeslag en andere toeslagen.
c. [eiser] is bij brief d.d. 21 juni 2005 door Duinrust op non-actief gesteld wegens - kort gezegd - onaanvaardbaar gedrag jegens andere medewerkers.
d. Bij aangetekende brief d.d. 1 juli 2005 is [eiser] door (de toenmalige gemachtigde van) Duinrust op staande voet ontslagen.
e. [eiser] heeft bij brief d.d. 6 juli 2005 de nietigheid van het ontslag op staande voet ingeroepen en heeft Duinrust vervolgens in kort geding gedagvaard, strekkende tot wedertewerkstelling.
f. Bij verweerschrift heeft Duinrust zich verzet tegen de gevorderde voorziening tot wedertewerkstelling en heeft voorts daarnaast zelfstandig verzocht de arbeidsovereenkomst met [eiser] te ontbinden voorzover die nog mocht blijken te bestaan. Tegen dit verzoek heeft [eiser] zich verweerd.
g. Ter zitting van de kantonrechter te Den Haag op 5 september 2005 heeft Duinrust het ontslag op staande voet ingetrokken en is de zaak voor het overige aangehouden.
h. Duinrust heeft [eiser] bij brief d.d. 17 september 2005 een nieuwe arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2005 aangeboden met een stapsgewijs (tot een totaal van € 634,16 per maand) te verlagen salaris, van schaal FWG50 naar schaal F35, vergezeld van een schadevergoeding ad € 10,000,--. Dit voorstel is door [eiser] afgewezen.
i. Bij brief d.d. 28 september 2005 heeft Duinrust de kantonrechter medegedeeld het ontslag op staande voet in te trekken, evenals het voorwaardelijk verzoek ex artikel 7:685 BW. In de brief is vermeld dat [eiser] binnen een week een voorstel tot werkhervatting zal krijgen.
j. Bij vonnis ex artikel 254 Rv d.d. 10 oktober 2005 is Duinrust veroordeeld tot wedertewerkstelling van [eiser], met veroordeling tot betaling van het (vanaf 1 juli 2005 achterstallige) salaris c.a.
k. Eind 2005 heeft [eiser] ingestemd met een voorstel zijdens Duinrust om te laten onderzoeken of [eiser] weer zou kunnen terugkeren in zijn functie bij Duinrust: hangende het onderzoek heeft [eiser] in opdracht van Duinrust werkzaamheden verricht op de locatie "Thuishaven".
l. Op 24 maart 2006 rapporteert het bureau Bendien Consultancy dat het onwenselijk lijkt om [eiser] zijn werkzaamheden op Duinrust te laten hervatten, gelet op de personele spanningen. Partijen wordt geadviseerd om over een passende vertrekregeling te onderhandelen.
m. Bij brief d.d. 21 juni 2006 heeft de (nieuwe) gemachtigde van Duinrust aan [eiser] bericht dat deze zijn werkzaamheden op de Thuishaven kan continueren.
n. Bij brief d.d. 15 augustus 2006 is [eiser] opgeroepen zich voor hervatting der werkzaamheden op 1 september 2006 bij de Thuishaven te melden, waarna hem bij brief d.d. 13 september 2006 is meegedeeld dat hij op korte termijn zal vernemen wanneer hij het werk daadwerkelijk kan hervatten.
o. Bij brief d.d. 27 september 2006 heeft Duinrust aan [eiser] bericht dat hij per 2 oktober 2006 zijn werkzaamheden op de Thuishaven kan hervatten. Deze uitnodiging tot werkhervatting is nadien bij brief d.d. 2 oktober 2006 verschoven naar 24 oktober 2006. Op die datum heeft [eiser] de werkzaamheden hervat.
p. Bij brief d.d. 2 februari 2007 heeft de gemachtigde van [eiser] (onder meer) aanspraak gemaakt op voldoening van in 2003 ten onrechte ingehouden ziekenfondspremie tot een beloop van € 2.300,00.
q. Bij brief d.d. 2 augustus 2007 heeft de gemachtigde van Duinrust aan [eiser] laten weten onder voorwaarde bereid te zijn tot voldoening van de ten onrechte ingehouden ziekenfondspremie. De voorwaarde behelst het aantonen door [eiser] dat hij in 2003 particulier verzekerd was.
r. Medio 2007 is [eiser] enige maanden wegens een medische ingreep - een operatie aan zijn hand - arbeidsongeschikt geweest. Bij brief d.d. 18 november 2007 heeft hij zich bij Duinrust hersteld gemeld per 22 november 2007 en aangekondigd de werkzaamheden te zullen hervatten per die datum.
s. Bij brief d.d. 21 november 2007 heeft de gemachtigde van Duinrust aan [eiser] laten weten dat Duinrust een medische keuring van [eiser] wenst te laten uitvoeren door de Arbo-arts alvorens hem tot het werk toe te laten. Tot de datum van die keuring is [eiser] vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Duinrust heeft nadien evenwel geen medische keuring van [eiser] aangevraagd.
t. Bij brief d.d. 17 juni 2008 heeft Duinrust [eiser] laten weten bereid te zijn tot een minnelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst tegen een vergoeding ad € 70.000,00. Nadien is door partijen tot en met januari 2009 verder onderhandeld over een vertrekregeling.
u. Bij brief d.d. 24 april 2009 heeft de (nieuwe) gemachtigde van Duinrust zich tot het UWV gewend teneinde toestemming te verkrijgen voor opzegging van de arbeidsovereenkomst met [eiser].
v. Naar aanleiding van het door [eiser] gevoerde verweer bij het UWV heeft Duinrust gereageerd bij brief d.d. 2 juni 2009, bij welke brief verklaringen gevoegd zijn van drie functionarissen van Duinrust, die schriftelijk verklaren dat [eiser] in december 2007 geweigerd heeft om aan hem opgedragen werkzaamheden te verrichten.
w. Bij brief d.d. 5 augustus 2009 heeft het UWV aan Duinrust toestemming verleend tot opzegging van de arbeidsovereenkomst met [eiser].
x. Bij aangetekende brief d.d. 7 augustus 2009 heeft Duinrust de arbeidsovereenkomst met [eiser] opgezegd tegen 1 december 2009.