ECLI:NL:RBSGR:2010:BP6690
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- G. Keizer
- Rechtspraak.nl
Huurprijsaanpassing bedrijfsruimte en de rol van deskundigen bij onderhandelingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 november 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en [verweerster] over de huurprijs van een bedrijfsruimte. De procedure is gestart door [verzoekster] die een verzoekschrift heeft ingediend op 2 augustus 2010, waarin zij de kantonrechter verzoekt om haar niet-ontvankelijk te verklaren in het verzoek om een deskundige te benoemen op basis van artikel 7:304, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. Dit verzoek volgde na mislukte onderhandelingen over een nieuwe huurprijs, waarbij beide partijen afzonderlijk deskundigen hadden ingeschakeld om advies uit te brengen over de huurwaarde van het pand.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er twee adviezen zijn ingediend, één van Cushman & Wakefield (C&W) en één van I.V.N. Inter Vastgoed Nederland (IVN). Ondanks dat de partijen niet tot overeenstemming zijn gekomen over de huurprijs, heeft de kantonrechter geoordeeld dat de reeds ingebrachte adviezen als uitgangspunt kunnen dienen voor de verdere procedure. De kantonrechter benadrukt dat de wetgever met artikel 7:304 BW beoogt dat partijen eerst serieuze onderhandelingen voeren aan de hand van deskundigenadviezen voordat zij naar de rechter stappen.
De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van [verzoekster] tot huurprijsvaststelling niet ontvankelijk is, omdat er al adviezen zijn ingediend die de basis vormen voor de onderhandelingen. De subsidiaire vordering van [verzoekster] om een derde deskundige te benoemen werd niet behandeld, omdat de hoofdvordering al was afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak onderstreept het belang van samenwerking en het gezamenlijk inschakelen van deskundigen in huurprijszaken.