ECLI:NL:RBSGR:2010:BP9463
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- D. Aarts
- H.M.D. de Jong
- J.Th. van Walderveen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verschoning in bestuursrechtelijke procedure wegens mogelijke partijdigheid van de rechter
In deze zaak heeft mr. [X] op 3 november 2010 een verzoek tot verschoning ingediend op basis van artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hij voerde aan dat belanghebbende [J], die als aannemer opereert, regelmatig opdrachten voor hem uitvoert. Dit leidde tot de vrees dat hij niet onpartijdig zou kunnen oordelen in de aanstaande procedure. De verschoningskamer heeft vastgesteld dat de behandeling van een verschoningsverzoek niet ter terechtzitting hoeft plaats te vinden, in tegenstelling tot een wrakingsverzoek. De rechtbank benadrukt dat rechters uit hoofde van hun aanstelling vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die deze onpartijdigheid in twijfel trekken. De verschoningskamer heeft de argumenten van mr. [X] zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat er voldoende grond is om te vrezen voor een gebrek aan onpartijdigheid. Om de schijn van partijdigheid te vermijden, heeft de rechtbank het verzoek tot verschoning toegewezen. De beslissing is genomen in raadkamer op 5 november 2010 door de meervoudige kamer, bestaande uit de rechters D. Aarts, H.M.D. de Jong en J.Th. van Walderveen, met J. Kriense Lokker als griffier. De rechtbank heeft bepaald dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot verschoning.