5. Beoordeling
5.1. Ons Doel heeft primair aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat [X] zelf de ADL-overeenkomst met Fokus per 23 januari 2009 heeft opgezegd waardoor de huurovereenkomst is geëindigd. De huurovereenkomst en de ADL-overeenkomst vormen samen een gemengde overeenkomst waarbij het verzorgingselement overheerst, zodat [X] geen huurbescherming toekomt en zij nu zonder recht of titel in de woning verblijft, aldus Ons Doel.
5.2. Tijdens het pleidooi heeft [X] desgevraagd verklaard dat de opzegging van de ADL-overeenkomst inmiddels onvoorwaardelijk is geworden. Zij houdt evenwel vast aan haar standpunt dat de huurovereenkomst en de ADL-overeenkomst los van elkaar staan en dat door opzegging van de ADL-overeenkomst de huurovereenkomst niet is geëindigd.
5.3. De strekking van de huurovereenkomst is dat [X] de woning huurt die onderdeel uitmaakt van een cluster van 15 ADL-woningen in de nabijheid van een ADL-eenheid, van waaruit Fokus ADL-assistentie verleent aan de bewoners van de ADL-woningen. Op die basis stelt de overheid zich bereid de kosten van de ADL-dienstverlening te dragen door het beschikbaar stellen van een uurtarief dat is afgestemd op volledige bezetting van de woningen door huurders/cliënten die ook daadwerkelijk van de aangeboden diensten gebruik maken.
5.4. Dat dit de strekking is van de huurovereenkomst volgt met zoveel woorden uit het Aanhangsel waarin het volgende staat:
"2. In aanmerking nemende:
a. Dat de onderhavige woning deel uitmaakt van een clusterverband van woningen speciaal gebouwd voor de huisvesting van lichamelijk gehandicapte personen die assistentie behoeven bij de Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL);
b. dat in dit clusterverband tevens een ADL-eenheid is opgenomen van waaruit vanwege de stichting Focus Exploitatie, te Den Boer, levering van ADL-assistentie zal geschieden overeenkomstig de hierop van toepassing zijnde gebruikersovereenkomst tussen genoemde stichting en verhuurder;
c. dat huurder met verhuurder een huurovereenkomst wenst te sluiten met betrekking tot een voor lichamelijk gehandicapte personen aangepaste woning aan de bewoners waaraan bovendien ADL-assistentie verleend zal worden;.
d. dat huurder zelve, diens echtgenoot, een van zijn kinderen lichamelijk gehandicapt is en derhalve is aangewezen op de specifieke voorzieningen die in de onderhavige woning zijn aangebracht en op de ADL-assistentie die aan de lichamelijke gehandicapte bewoners zal worden geleverd;
e. dat aan de bouw en exploitatie van de onderhavige woning, vergeleken met andere woningen, aanzienlijke extra kosten verbonden zijn, in welke kosten de verhuurder jaarlijks een bijdrage wordt verstrekt door de overheid;
f. dat de onder e. genoemde bijdrage komt te vervallen zodra de onderhavige woning niet langer bewoond wordt door de betreffende lichamelijk gehandicapte persoon of zodra deze ADL zelfstandig wordt;(...)"
5.5. In de samenwerkingsovereenkomst tussen Ons Doel en Fokus hebben deze partijen afgesproken dat Fokus de ADL-assistentie binnen dit project op zich zal nemen. Uit die samenwerkingsovereenkomst volgt ook dat Ons Doel zich heeft verplicht om de ADL-woningen uitsluitend te verhuren aan een huurder die zelf ADL-kandidaat is, of met een ADL-kandidaat gaat samenwonen. Verder dient Ons Doel in de overeenkomsten van huur en verhuur inzake de ADL-woningen een artikel op te nemen omtrent de positie van de huurder nadat de relatie tussen de ADL-woning en de bewoner van de ADL-woning, welke ADL-kandidaat is, is verbroken. Dit is ook feitelijk gebeurd zoals hierna overwogen in rechtsoverweging 5.12.
5.6. Het verweer van [X] dat er geen sprake is van enige samenhang tussen de huurovereenkomst en de ADL-overeenkomst, omdat zij niet met Ons Doel is overeengekomen dat zij verplicht is zorg van Fokus af te nemen, faalt. In het hiervoor geciteerde artikel 2 van het Aanhangsel staat onder b. expliciet dat Fokus de ADL-assistentie zal verlenen aan de bewoners van de ADL-clusterwoningen. Hoewel in het Aanhangsel het woord exclusief ontbreekt, kan artikel 2 onder b. gelet op de feiten en omstandigheden niet anders worden opgevat dan dat daarmee exclusieve dienstverlening door Fokus wordt bedoeld. De kantonrechter verwerpt het verweer van [X] dat artikel 2 van het Aanhangsel slechts de considerans betreft en dus niet hetgeen is wat partijen zijn overeengekomen. In artikel 3 onder b. van het Aanhangsel is [X] akkoord gegaan met incorporatie van de considerans in de overeenkomst zelf:
"3. Verklaren nader te zijn overeengekomen als volgt:
b. aangezien het gehuurde bestemd is te worden bewoond door een lichamelijk gehandicapte persoon, gaan huurder (...) akkoord met hetgeen hierboven onder 2 staat omschreven omtrent de strekking en werking van deze huurovereenkomst, hetwelk als hier herhaald en ingelast wordt beschouwd.(...)"
5.7. Een verplichting om zorg van Fokus af te nemen volgt ook uit het exploitatiemodel van het project dat ten grondslag ligt aan de huurovereenkomst waarbij één zorgverlener, te weten Fokus, vanuit een nabije ADL-eenheid de ADL-assistentie verleent aan de bewoners van de 15 geclusterde ADL-woningen. [X] kwam alleen in aanmerking voor de woning omdat zij vanwege haar lichamelijke handicap een medische indicatie had voor ADL-assistentie. Met die zogenaamde ADL-indicatie kon [X] via een wachtlijst in aanmerking komen voor een ADL-woning waar Fokus ADL-assistentie leverde. Daarbij is van belang dat ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst, Fokus de enige aanbieder van ADL-assistentie in Nederland was.
5.8. Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden en de tekst van de huurovereenkomst dient de huurovereenkomst naar het oordeel van de kantonrechter dan ook zo te worden uitgelegd dat [X] verplicht is om ADL-assistentie van Fokus af te nemen zolang zij de woning huurt. Daaraan doet niet af dat Ons Doel een professionele partij is die de door haar (of haar adviseurs) zelf opgestelde huurovereenkomst aan [X] voor ondertekening heeft voorgelegd. Onduidelijkheden in de tekst van de huurovereenkomst dienen onder die omstandigheden weliswaar voor risico van Ons Doel te blijven. Echter in dit geval is de tekst van de huurovereenkomst niet voor een andere uitleg vatbaar en dus niet onduidelijk.
5.9. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat sprake is van een gemengde overeenkomst die is te typeren als een "huurovereenkomst met levering van diensten" waarbij het ene onderdeel onlosmakelijk is verbonden met het andere. Dat Ons Doel het huurgenot verschafte en Fokus de zorg verleende, maakt dit niet anders. Doordat de huurovereenkomst één geheel vormt met de ADL-overeenkomst, heeft de opzegging van de ADL-overeenkomst door [X] tot gevolg dat ook de huurovereenkomst is geëindigd.
5.10. Daaraan doet niet af de stelling van [X] dat zij de ADL-overeenkomst heeft moeten opzeggen vanwege wanprestatie door Fokus, hetgeen overigens door Ons Doel wordt betwist, en dat Libertas in staat is de benodigde zorg aan [X] te verlenen. Ondanks de opzegging van de ADL-overeenkomst blijft de woning een ADL-woning die onderdeel uitmaakt van het project waar Fokus exclusief de ADL-assistentie verleent. Dit wordt niet anders door het feit dat thans andere zorgaanbieders in staat zijn om ADL-assistentie te verlenen terwijl voorheen alleen Fokus deze zorg aanbood. [X] heeft haar standpunt dat de regelingen thans zo zijn veranderd, of op korte termijn zullen veranderen, dat bewoners van een ADL-woning in een clusterproject waar Fokus ADL-assistentie verleend vrij zijn om te kiezen voor een andere zorgaanbieder, terwijl zij in dezelfde woning blijven wonen, gelet op de gemotiveerde betwisting door Ons Doel onvoldoende onderbouwd.
5.11. Het beroep van [X] op huurbescherming kan, ook afgezien van het feit dat zij zelf de ADL-overeenkomst heeft opgezegd, niet slagen. Op grond van vaste jurisprudentie (HR 28 juni 1985, NJ 1986, 38; HR 17 maart 2000, NJ 2001, 209) geldt dat op overeenkomsten onder bezwarende titel die niet alleen strekken tot het verschaffen van het gebruik van woonruimte, maar bovendien tot levering van diensten en goederen die tezamen kunnen worden aangeduid als "verzorging", de huurbeschermingsbepalingen van toepassing zijn tenzij het verzorgingselement overheerst. De kantonrechter is van oordeel dat de dienstverleningselementen, te weten het verlenen van ADL-assistentie door Fokus, het typerende en duidelijk overheersende element van de gemengde overeenkomst vormt.
Immers, de woning maakt deel uit van een cluster van 15 ADL-woningen en is uitsluitend bedoeld voor bewoning door een lichamelijk gehandicapte persoon met een ADL-indicatie die ADL-assistentie krijgt. De woning is ook aangepast aan het lichamelijke handicap van [X] om het mogelijk te maken dat zij daarin zelfstandig kon wonen met behulp van ADL-assistentie. Onder deze omstandigheden is de ADL-assistentie door Fokus het overheersende element.
5.12. [X] heeft in dit verband nog aangevoerd dat zij niet met Ons Doel is overeengekomen dat zij de woning dient te ontruimen als de ADL-overeenkomst eindigt. [X] merkt terecht op dat dit niet expliciet in artikel 3 onder b. van het Aanhangsel staat. Daar staat in:
"3. Verklaren nader te zijn overeengekomen:
b. (...) Huurder (...) gaan er derhalve mee akkoord dat de huurovereenkomst behoort te worden beëindigd zodra het gehuurde niet langer wordt bewoond door de lichamelijk gehandicapte persoon (...), of zodra deze persoon ADL zelfstandig wordt. In die gevallen zal de huurovereenkomst niet eerder worden beëindigd dan nadat aan huurder (...) een passende vervangende woonruimte is aangeboden."
5.13. Daargelaten hoe artikel 3. onder b. van het Aanhangsel moet worden uitgelegd, faalt het verweer echter omdat, zoals hiervoor overwogen, de huurovereenkomst is geëindigd door opzegging van de ADL-overeenkomst en niet op grond van een bepaling in de huurovereenkomst is beëindigd.
5.14. Gelet op het voorgaande bestaat tussen Ons Doel en [X] met ingang van 23 januari 2009 geen overeenkomst op grond waarvan [X] gerechtigd is in de woning te verblijven. Nu [X] zonder recht of titel in de woning verblijft, handelt zij onrechtmatig jegens Ons Doel.
5.15. Het beroep van [X] dat Ons Doel geen belang heeft en deswege gelet op artikel 3:303 BW geen rechtsvordering toekomt, faalt.
5.16. Ons Doel heeft belang bij ontruiming van de woning zodat zij kan zorgen dat de woning weer gehuurd wordt door een huurder die zorg afneemt van Fokus om zo de continuïteit van het project (financieel) te waarborgen. Weliswaar heeft [X] de door Ons Doel genoemde maar niet nader onderbouwde financiële gegevens betwist, zij heeft echter niet gemotiveerd weersproken dat Fokus door de opzegging door [X] omzet mist. Dat zou er gelet op de financiële regelingen rond de ADL-assistentie toe kunnen leiden dat het project niet meer kan worden gecontinueerd. De voortzetting van het project is in direct belang van de overige huurders van ADL-woningen in het cluster waar de woning deel van uitmaakt. Als immers de ADL-assistentie door Fokus financieel niet meer haalbaar is, zullen deze bewoners verstoken blijven van de door hun benodigde ADL-assistentie, althans is het niet zeker dat zij de benodigde zorg kunnen verkrijgen. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat Ons Doel onweersproken heeft gesteld dat er een wachtlijst is voor een ADL-clusterwoning in Leiden met kandidaten die wel ADL-assistentie van Fokus zullen afnemen.
5.17. Vast staat dat Ons Doel [X] een woning heeft aangeboden in de [adres 2] en dat [X] die woning heeft geweigerd. [X] heeft onvoldoende weersproken dat die woning geschikt gemaakt had kunnen worden voor bewoning door haarzelf. Daarmee heeft Ons Doel onverplicht gevolg gegegeven aan het bepaalde in artikel 3 onder b. van het Aanhangsel om bij beëindiging van de huurovereenkomst vervangende woonruimte aan te bieden. De huurovereenkomst is immers geëindigd door de opzegging door [X]. Het zou Ons Doel overigens sieren om gelet op deze uitspraak, die partijen duidelijkheid verschaft over de juridische status van de huurovereenkomst en de ADL-overeenkomst, [X] nogmaals een woning aan te bieden en haar aanbod gestand te doen als vermeld in de dagvaarding onder 23. om [X] te ondersteunen bij haar aanvraag in het kader van de WMO en om [X] in redelijkheid financieel tegemoet te komen indien niet alle kosten voor aanpassing van de woning door de gemeente worden vergoed.
5.18. [X] heeft weliswaar gesteld dat een gang naar het verpleeghuis rest als zij de woning moet verlaten, maar heeft onvoldoende gemotiveerd waarom zij niet in aanmerking zou komen voor een andere woning en die woning niet geschikt gemaakt zou kunnen worden in navolging van haar huidige woning die is aangepast aan haar fysieke beperkingen. Daarbij gaat de kantonrechter ervan uit dat Libertas [X] ook de benodige zorg kan bieden als zij elders in de omgeving woont.
5.19. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering tot ontruiming van de woning toewijsbaar is, met dien verstande dat [X] na betekening van het vonnis een termijn van 30 dagen zal worden gegund voor het zoeken naar andere woonruimte.
5.20. Ons Doel heeft gevorderd dat de uitspraak van de kantonrechter uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. [X] heeft hiertegen wat betreft de ontruiming verweer gevoerd. Dat betekent dat de belangen van partijen moeten worden afgewogen waarbij moet worden nagegaan of op grond van de omstandigheden het belang van degene die de veroordeling verkrijgt zwaarder weegt dan het belang van de wederpartij bij behoud van de bestaande toestand tot op het rechtsmiddel is beslist (HR 29 november 1996, NJ 1997, 684). Dat mogelijk ingrijpende gevolgen van de executie moeilijk ongedaan gemaakt kunnen worden, staat op zich zelf niet aan uitvoerbaar verklaring bij voorraad in de weg, maar dient slechts te worden meegewogen (HR 28 mei 1993, NJ 1993, 468). Hoewel Ons Doel zoals hiervoor overwogen een belang heeft bij ontruiming van de woning om de continuïteit van het project te waarborgen, is gesteld noch gebleken dat de voortzetting van het project reeds op korte termijn in gevaar komt door de afgenomen omzet van Fokus. Naar het oordeel van de kantonrechter weegt het belang van [X] zwaarder om (in ieder geval) in de woning te blijven totdat onherroepelijk vast staat dat de huurovereenkomst is geëindigd en zij de woning dient te ontruimen. Daarom zal het uitvoerbaar verklaren van dit vonnis, behoudens voor zover het om de proceskosten gaat, achterwege worden gelaten.
5.21. De door Ons Doel gevorderde machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren, zal worden afgewezen, omdat de bevoegdheid tot reële executie van de veroordeling tot ontruiming reeds voortvloeit uit de artikelen 555 e.v. juncto artikel 444 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
5.22. De subsidiaire en meer subsidiaire grondslagen van de vordering en de verweren daartegen behoeven geen nadere bespreking.
5.23. Als merendeels in het ongelijk gestelde partij zal [X] in de proceskosten worden veroordeeld.