ECLI:NL:RBSGR:2011:BP3501
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Cubaanse staatsburger wegens ongeloofwaardigheid en niet tijdig ingediende gronden
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 januari 2011 uitspraak gedaan in het geschil tussen een Cubaanse eiser en de minister voor Immigratie en Asiel. De eiser had op 23 oktober 2008 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de verweerder op 14 juli 2009 werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de eiser in zijn beroepsgronden geen relevante argumenten had aangevoerd tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De rechtbank stelde vast dat de eiser pas in de gronden van beroep zijn argumenten had aangevuld, wat betekende dat de verweerder hier in de besluitvorming geen rekening mee had kunnen houden. De rechtbank vond de verklaringen van de eiser over zijn detentie en de problemen met de Cubaanse autoriteiten ongeloofwaardig, en oordeelde dat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij niet naar Cuba kon terugkeren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Raad van State.