ECLI:NL:RBSGR:2011:BP3571
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.J. Medze
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 februari 2011 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door een eiser van Soedanese nationaliteit. De eiser had op 9 maart 2010 bezwaar aangetekend tegen een kennisgeving van overdracht aan een ander land, in het kader van de Dublinverordening. De rechtbank oordeelde dat de kennisgeving geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en derhalve niet vatbaar is voor bezwaar of beroep. De rechtbank baseerde haar oordeel op de interpretatie van artikel 19, tweede lid, van de Dublinverordening, waarin wordt gesteld dat bezwaar en beroep openstaan tegen de beslissing om het asielverzoek niet te behandelen, maar niet tegen de kennisgeving zelf. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken die deze lijn bevestigen, waaronder een uitspraak van 24 december 2009 en een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeerde dat de kennisgeving enkel een informatief karakter heeft en geen rechtsgevolgen met zich meebrengt. Daarom verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en was er geen aanleiding om een van de partijen in de proceskosten te veroordelen. De uitspraak werd gedaan door rechter A.J. Medze, in aanwezigheid van griffier L.P. van Os, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.