Sector kanton - Locatie Gouda
ETaaknummer 1038453 \ CV EXPL 11-544
Toev. nr. eis.: 3GQ4856
VONNIS in de zaak:
[X]
wonende te [woonplaats]
eisende partij bij dagvaarding ex art. 254 Rv.,
gemachtigde mr. R.H. Steensma,
de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting Stichting Wellant,
gevestigd en kantoorhoudende te Houten,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. P.A. Boontje,
1 Het verloop van de procedure
De kantonrechter heeft acht geslagen op de volgende stukken:
- dagvaarding ex art. 254 Rv.;
2. Overwegingen
2.1 Tussen partijen staat voorshands als niet of niet voldoende weersproken het volgende vast:
a. verwerende partij, hierna te noemen: [X], geboren op [geboortedatum] 1968, is op 1 augustus 2010 in de functie van docent [vak] voor de duur van één jaar in dienst getreden bij verzoekende partij, hierna te noemen: Wellant; zijn salaris bedraagt € [salaris] bruto exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten per maand;
b. Wellant verzorgt VMBO- en MBO-onderwijs in 27 vestigingen in Noord-Holland, Zuid-Holland en Midden-Nederland; [X] was werkzaam op de VMBO-vestiging van Wellant te Klaaswaal; het onderwijs wordt aldaar gevolgd door leerlingen tussen de 12 en 16 jaar; [X] gaf les in de eerste, de derde en de vierde klas van deze vestiging;
c. in de nacht van 18 op 19 januari 2011 is via kabelexploitant UPC, in het programma "Hollandse Meiden", een (harde) pornofilm vertoond; in de betreffende film is [X], in de periode voordat hij bij Wellant in dienst trad, als acteur opgetreden; hij had niet eerder aan de opname van dit soort films meegewerkt en is niet voornemens om dat nogmaals te doen;
d. een vijftienjarige leerling van de VMBO-vestiging van Wellant te Klaaswaal heeft foto's gemaakt van een of meer scènes, afkomstig uit de in de nacht van 18 op 19 januari 2001 vertoonde film, waarop [X] is te zien; deze leerling heeft deze foto's in de kantine van de VMBO-vestiging te Klaaswaal aan medeleerlingen laten zien en onder hen verspreid; dit heeft geleid tot commotie onder deze leerlingen en de daar werkzame docenten;
e. [X] is dezelfde dag door de teamleider van de betreffende VMBO-vestiging uit zijn eerste les gehaald en nadien, met inachtneming van de daarvoor geldende regels, geschorst;
f. Wellant heeft bij dit gerecht een verzoekschrift ingediend strekkende tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen partijen; de mondelinge behandeling van dit verzoek heeft plaatsgevonden gelijktijdig met de behandeling van deze procedure;
g. partijen zijn overeengekomen dat de sector kanton van de rechtbank 's-Gravenhage, locatie Gouda, de relatief bevoegde rechter is.
2.2 [X] vordert in deze procedure bij wege van voorlopige voorziening de veroordeling van Wellant om hem binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in de gelegenheid te stellen om zijn werkzaamheden als docent [vak] te vervullen overeenkomstig de wijze waarop hij deze vóór 19 januari 2011 vervulde op de daartoe aangewezen locatie(s) tegen de bij Wellant gebruikelijke voorwarden, op straffe van een dwangsom van € 5.000,= per dag, met een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen maximum, voor iedere dag of gedeelte daarvan dat Wellant in gebreke mocht blijven om hieraan te voldoen, met veroordeling van Wellant in de kosten van deze procedure.
2.3 [X] legt aan zijn vorderingen ten grondslag de sub 2.1 genoemde feiten. Hij heeft verder het volgende aangevoerd. Het acteren in een pornofilm is een activiteit die in de privé-sfeer heeft plaatsgevonden. Gedragingen in de privé-sfeer leveren geen dringende reden op. De hier aan de orde zijnde gedragingen hebben evenmin kunnen leiden tot het verlies van vertrouwen in zijn functioneren als docent. Hij is een uitstekend docent [vak]. De stelling dat zijn leerlingen of zijn mededocenten zich door deze affaire ongemakkelijk zijn gaan voelen, heeft Wellant niet onderbouwd. [X] heeft op 19 januari 2011 gedurende het eerste lesuur, voordat hij na circa 35 minuten uit de les werd gehaald, op de gebruikelijke wijze, zij het in een wat lacherige sfeer, les kunnen geven. Door de media-aandacht die deze affaire heeft gekregen, is deze zaak onnodig onder druk komen te staan. Wellant had zich niet door de media moeten laten interviewen. Door aldus te handelen heeft zij [X] aan de schandpaal genageld.
2.4 Wellant verweert zich met het volgende. Zij is een publieke onderwijsinstelling. Zij dient zorg te dragen voor goed onderwijs en een veilig schoolklimaat. De bij haar werkzame docenten dienen van onbesproken gedrag te zijn. Het acteren in een pornofilm is naar het oordeel van Wellant niet verenigbaar met de uitoefening van de functie van docent bij haar op school. Zou zijn rol in die film ten tijde van zijn indiensttreding bekend zijn geweest, dan zou hij niet zijn aangenomen. Doordat bekend is geworden dat [X] in een pornofilm heeft geacteerd, is op school commotie ontstaan en dat heeft media-aandacht gekregen. Ter voorkoming van (verdere) escalatie heeft Wellant hem op 19 januari 2011 voorlopig en nadien definitief op non-actief gesteld. Bij brief d.d. 19 januari 2011 heeft Wellant de ouders van haar leerlingen over de ontstane situatie geïnformeerd en meegedeeld dat zij heeft besloten om afscheid van [X] te nemen. Hij kan niet als docent bij haar terugkeren omdat het acteren in een pornofilm zijn gezag en geloofwaardigheid als docent aantast. Het acteren in een pornofilm verdraagt zich niet met de vertrouwens- en voorbeeldpositie die hij op school heeft. Daarmee is zijn positie als docent onhoudbaar geworden. Zijn terugkeer voor de klas zou te veel onrust veroorzaken bij leerlingen, ouders en docenten. Het afbreukrisico is onaanvaardbaar groot. Het feit dat het acteren in een pornofilm geen verboden activiteit is, doet dit niet anders zijn. Het laten voortbestaan van de arbeidsovereenkomst tussen partijen tot 1 augustus 2011 is niet zinvol. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst is gerechtvaardigd omdat daarmee ook een duidelijk signaal wordt gegeven aan leerlingen en docenten. De verdere beschadiging van de reputatie van Wellant wordt daarmee voorkomen. Aangezien [X] de ontstane situatie geheel aan zich zelf heeft te wijten, is er geen grond voor de toekenning van een vergoeding aan [X] in verband met de beëindiging van zijn dienstverband.
2.5 De kantonrechter overweegt het volgende.
2.6 In deze zaak moet aan de hand van de voorshands vaststaande feiten worden beoordeeld of zo aannemelijk is dat de vorderingen van [X] in een bodemprocedure slagen, dat het gerechtvaardigd is daarop door het geven van de gevorderde voorzieningen vooruit te lopen. Daarbij dienen de belangen van beide partijen en de spoedeisendheid van het belang van [X] in aanmerking te worden genomen.
2.7 Een docent die op VMBO-niveau les moet geven aan een groep minderjarigen in de leeftijd van 12 tot 16 jaar, dient in de klas voldoende gezag te hebben, enerzijds doordat hij zijn vak in voldoende mate beheerst en anderzijds doordat hij als persoon voldoende respect afdwingt bij zijn leerlingen. Indien deze docent als gevolg van onvoldoende respect niet genoeg gezag kan uitoefenen, zal hij niet naar behoren in de klas kunnen functioneren. Bij de beoordeling van de arbeidsrechtelijke positie van de betreffende docent is dat functioneren relevant.
2.8 In het onderhavige geval is niet in discussie dat [X] voor 19 januari 2011 naar behoren als docent [vak] heeft gefunctioneerd. In discussie is wel of de arbeidsovereenkomst tussen partijen op korte termijn dient te eindigen omdat [X], nu bekend is geworden dat hij voor zijn indiensttreding eenmalig heeft geacteerd in een pornofilm, niet meer bij haar als docent kan functioneren.
2.9 De stelling van Wellant, dat [X] dit niet meer kan, heeft [X] gemotiveerd weersproken. Die stelling staat daarom niet vast. Daarbij is van belang dat het feit dat [X] in een pornofilm heeft geacteerd, op zich zelf genomen niet tot de conclusie leidt dat hij niet meer als docent kan functioneren. Uit het feit dat met het bekend worden van dat feit commotie op school is ontstaan, kan evenmin met zekerheid worden afgeleid dat hij dat bij voortduring niet meer zal kunnen. De ontdekking van dat feit is immers een eenmalige gebeurtenis. Het is niet uit te sluiten dat de mengeling van (morele) verontwaardiging, opwinding en lacherigheid die met het bekend worden van dit feit in met name ook de media is ontstaan, zal wegebben. Of [X] met het bekend worden van dat feit het benodigde gezag bij zijn leerlingen (blijvend) heeft verloren, zal uiteindelijk afhangen van het antwoord op de vraag of [X] zich met de talenten die hij heeft, in de klas met gezag weet te handhaven.
2.10 De juistheid van de stelling van Wellant dat [X] niet meer kan functioneren, is alleen proefondervindelijk vast te stellen, te weten door [X] in de gelegenheid te stellen zijn functie uit te oefenen.
2.11 Van een partij als Wellant kan, gelet op de door haar te waarborgen belangen van haar leerlingen bij goed onderwijs in een leeromgeving die zowel door de leerlingen als hun ouders als stabiel en veilig wordt ervaren, niet worden verlangd dat zij een docent als [X] die gelegenheid biedt, indien het risico bestaat dat hij zich als gevolg van deze affaire blijvend niet met gezag in de klas zal kunnen handhaven. Indien dat risico zich verwezenlijkt zullen de zojuist bedoelde belangen immers niet langer voldoende gewaarborgd zijn.
2.12 In het onderhavige geval is niet uit te sluiten dat [X] zich als gevolg van de onderhavige affaire niet langer als docent in de klas zal kunnen handhaven. Het zojuist bedoelde risico is daarmee gegeven. Het besluit van Wellant, om dat risico wegens kennelijk een gebrek aan vertrouwen niet te nemen, is in de gegeven omstandigheden op zich aanvaardbaar. Dit leidt in de sub 2.1.f genoemde procedure tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 1 april 2011. De nadelige financiële gevolgen die haar besluit voor [X] heeft, zullen in die procedure ten laste van Wellant worden gebracht.
2.13 Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat de vorderingen van [X] moeten worden afgewezen.
2.14 In de gegeven omstandigheden ziet de kantonrechter aanleiding om de kosten van deze procedure te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
3. De beslissing
Bij wege van voorlopige voorziening;
- wijst de vorderingen af;
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M. Nijenhuis en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 maart 2011.