ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8110
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van een Chinese vreemdeling en zicht op uitzetting naar China
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 15 maart 2011 uitspraak gedaan in het beroep van een Chinese vreemdeling tegen zijn bewaring. De vreemdeling, eiser, was in bewaring gesteld op 5 november 2010 en had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze bewaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring rechtmatig is, omdat er zicht op uitzetting naar China aanwezig is. Eiser betoogde dat de bewaring onrechtmatig was, omdat deze niet tijdig was omgezet naar een andere grondslag en dat er geen zicht op uitzetting naar China zou zijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat, ondanks het feit dat een gepland gesprek met de Chinese autoriteiten in februari 2011 niet doorging, er voldoende contact was tussen de Nederlandse autoriteiten en de Chinese ambassade om aan te nemen dat de afgifte van reisdocumenten op korte termijn zou kunnen plaatsvinden. De rechtbank heeft de argumenten van eiser verworpen en het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze uitspraak. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Loenen, rechter, en ondertekend door D.K. Bloemers als griffier.