ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ5546
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
In deze zaak betreft het een schriftelijk verzoek tot wraking van de rechter-commissaris in een strafzaak. De wraking is ingediend door de raadsman van de verzoeker, die gedetineerd is in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. De aanleiding voor het wrakingsverzoek was een processuele beslissing van de rechter-commissaris om getuige [A] op 28 maart 2011 alsnog te horen, ondanks dat de raadsman had aangegeven dat de getuigenverhoren niet meer zouden plaatsvinden. De raadsman stelde dat deze beslissing de verdediging in haar ondervragingsrecht beperkte en dat er een objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid bestond.
De wrakingskamer heeft op 4 april 2011 het wrakingsverzoek behandeld. De rechter-commissaris was niet aanwezig bij de behandeling en had eerder aangegeven niet in de wraking te berusten. De officier van justitie was ook afwezig. De rechtbank overwoog dat de beslissing van de rechter-commissaris een processuele beslissing was, waarbij zowel het belang van de voortgang van het onderzoek als het verdedigingsbelang was meegewogen. De rechtbank concludeerde dat er geen omstandigheden waren die de vrees voor vooringenomenheid konden rechtvaardigen.
De rechtbank wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat het proces in de hoofdzaak voortgezet kon worden. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige wrakingskamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.