ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ6240

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
19 mei 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
375277 / HA RK 10-467
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.Th. Nijhuis
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van de Nederlandse nationaliteit van een minderjarige geboren uit een Egyptisch huwelijk

Op 19 mei 2011 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kind, verzocht om vaststelling van de Nederlandse nationaliteit van haar kind. Het verzoek was ingediend op 5 september 2010, met als argument dat het kind, geboren op [geboortedatum] 2009 in Egypte, recht heeft op de Nederlandse nationaliteit omdat de vader van het kind, [echtgenoot van verzoekster], de Nederlandse nationaliteit bezit. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) heeft in een brief van 28 februari 2011 aangegeven het verzoek te steunen en geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling. De officier van justitie heeft zich hierbij aangesloten.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk van verzoekster en haar echtgenoot, gesloten op 11 juni 2008 in Cairo, Egypte, door de Nederlandse rechtsorde wordt erkend. Dit betekent dat het kind, geboren uit dit huwelijk, recht heeft op de Nederlandse nationaliteit op basis van afstamming, zoals bepaald in artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat het huwelijk geldig is en dat de vader, [echtgenoot van verzoekster], als Nederlandse nationaliteit bezittende, de juridische vader van het kind is.

De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat [kind van verzoekster] vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Deze beschikking is gegeven door mr. M.Th. Nijhuis en is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was. De uitspraak bevestigt de erkenning van de Nederlandse nationaliteit van het kind, wat van groot belang is voor de juridische status van de minderjarige in Nederland.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
JKL
zaaknummer / rekestnummer: 375277 / HA RK 10-467
Beschikking van 19 mei 2011
in de zaak van:
[verzoekster],
in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige
[kind van verzoekster],
verblijvende in Nederland,
verzoekster,
advocaat mr. R. Aboukir te Den Haag,
t e g e n:
DE STAAT DER NEDERLANDEN
(Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Immigratie- en Naturalisatiedienst),
zetelende te Den Haag,
belanghebbende,
vertegenwoordigd door mr. drs. C.J. Cappon.
Verzoekster wordt hierna ook aangeduid met "[verzoekster]", de minderjarige met "[kind van verzoekster]" en de belanghebbende met "IND".
1. Het procesverloop
1.1.[verzoekster] heeft op 5 september 2010 een verzoekschrift ingediend waarin zij de rechtbank verzoekt vast te stellen dat [kind van verzoekster] vanaf [geboortedatum] 2009 in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
1.2.De IND heeft bij brief van 28 februari 2011 geconcludeerd tot toewijzing van het verzoek en daarbij tevens aangegeven geen behoefte te hebben aan een eventuele mondelinge behandeling.
1.3.De officier van justitie heeft schriftelijk medegedeeld niet te willen concluderen en zich aan te sluiten bij het advies van de IND.
1.4.Mr. Aboukir heeft bij brief van 30 maart 2011 medegedeeld dat, gelet op het standpunt van de IND, een beschikking kan worden gewezen zonder mondelinge behandeling.
2. De feiten
2.1.[kind van verzoekster] is op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] (Egypte) geboren als dochter van [verzoekster] en [echtgenoot van verzoekster], van Nederlandse nationaliteit.
2.2.Bij beschikking van 17 mei 2010 heeft deze rechtbank, sector familie- en jeugdrecht, voor recht verklaard dat de huwelijksakte van [verzoekster] en [echtgenoot van verzoekster], gehuwd op 11 juni 2008 te Cairo, Egypte, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand. Voorts is in die beschikking de inschrijving in het huwelijksregister van de gemeente 's-Gravenhage gelast van de hiervoor bedoelde huwelijksakte.
2.3.De huwelijksakte is, volgens door de IND ingewonnen informatie bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage, op 8 september 2010 ambtshalve ingeschreven.
3. Het verzoek en het standpunt van de IND
3.1.[verzoekster] stelt dat [kind van verzoekster] vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit omdat zij het kind is van een Nederlandse vader. De IND is het met deze stelling eens.
4. De beoordeling
4.1.Artikel 3 lid 1 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) bepaalt dat Nederlander is het kind waarvan ten tijde van zijn geboorte de vader of de moeder Nederlander is.
4.2.Uit de overgelegde stukken is gebleken dat [kind van verzoekster] op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] (Egypte) is geboren uit het op 11 juni 2008 te Cairo (Egypte) gesloten huwelijk van [verzoekster] met [echtgenoot van verzoekster]. [verzoekster] is in het bezit van de Egyptische nationaliteit en [echtgenoot van verzoekster] van de Nederlandse nationaliteit.
4.3.Het huwelijk wordt binnen de Nederlandse rechtsorde erkend, zodat [echtgenoot van verzoekster] in de zin van artikel 1 lid 1 aanhef en onder d RWN wordt beschouwd als de vader van [kind van verzoekster]. Dit heeft tot gevolg dat [kind van verzoekster] vanaf haar geboorte op grond van het bepaalde in artikel 3 lid 1 RWN door afstamming van een Nederlandse vader in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
5.De beslissing
De rechtbank stelt vast dat [kind van verzoekster], geboren op [geboortedatum] 2009, vanaf haar geboorte in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.Th. Nijhuis en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 mei 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.