Parketnummer 09/755120-08
Datum uitspraak: 31 mei 2011
De rechtbank 's-Gravenhage heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [datum] 1985,
adres: [adres]
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 17 mei 2011.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M.M. Egberts en van hetgeen door de raadsman van verdachte, mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008, te Den Haag, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, 37, althans één of meer factu(u)r(en) en/of betaalopdracht(en) - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of laten opmaken/vervalsen, immers heeft/hebben zij, verdachte en/of haar mededader(s) toen en daar (telkens) valselijk voornoemde factu(u)r(en) en/of betaalopdracht(en) voorzien van (een) (aangepaste en/of gewijzigde) factuur- en /of boekingsgegeven(s) en/of een rekeningnummer(s) en/of (een) (bijbehorende) na(a)m(en) en/of geldbedrag(en) van/voor (rechts)personen die niet bij Parnassia Bavo Groep als crediteur en/of zakelijke relatie bekend waren en/of geen bestaande vordering(en) op de Parnassia Bavo Groep hadden, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008, te Den Haag, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van 37, althans één of meervals(e) of vervalst(e) geschrift(en), te weten factu(u)r(en) en/of betalingsopdracht(en) - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat/die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij, verdachte, en/of haar mededader(s) (telkens) opzettelijk voornoemd(e) geschrift(en) heeft/hebben aangeboden aan (het boekhoudprogramma en/of de crediteurenadministratie van) de Parnassia Bavo Groep teneinde een (of meerdere) geldbedrag(en) te verkrijgen, bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat die factu(u)r(en) en/of betaalopdracht(en) werden voorzien van (een) (aangepaste en/of gewijzigde) factuur- en /of boekingsgegeven(s) en/of een rekeningnummer(s) en/of (een) (bijbehorende) na(a)m(en) en/of geldbedrag(en) van/voor (rechts)personen die niet bij Parnassia Bavo Groep als crediteur en/of zakelijke relatie bekend waren en/of geen bestaande vordering(en) op de Parnassia Bavo Groep hadden;
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008 te Den Haag, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of valse hoedanigheid en/of door gebruik te maken van (een) (valse/vervalste) factu(u)r(en) en/of betalingsopdracht(en) en/of crediteur(en) en/of een of meer ander(e) (nog onbekende) overeenkomst(en) en/of geschrift(en) en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Parnassia Bavo Groep en/of (een) andere benadeelde(n) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en), te weten (totaal) ongeveer 2.286.308,64 euro, in elk geval van enig(e) goed(eren) en/of (geld)bedrag(en), hebbende verdachte en/of haar mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (zich voordoend als rechthebbende)
- (een) originele, reeds goedgekeurde, factu(u)r(en) en/of betalingsopdracht(en), verwijderd uit het boekhoudprogramma (Basware) en/of
- (vervolgens) (door middel van het her- en/of inscannen) vervangen door 37, althans een of meer, vals(e) en/of vervalst(e) factu(u)r(en en/of betalingsopdracht(en) op naam van (een) natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en), die niet als crediteur en/of zakelijke relatie bekend
waren bij de Parnassia Bavo Groep (te weten onder andere [A] BV en/of [B]BV en/of [C] BV en/of [D]), en/of
- deze/die natuurlijke en/of rechtsperso(o)n(en) (te weten onder andere [A] BV en/of [B]BV en/of [C] BV en/of [D]), (valselijk) als crediteur(en) in het boekhoudprogramma (Basware) en/of de betaalmodule in het betalingssysteem (SAP) aangemaakt en/of ingevoerd,
waardoor genoemde Parnassia Bavo Groep en/of (een) andere benadeelde(n) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(s);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008 te Den Haag, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer ander(en), althans alleen, (telkens) van één of meerdere voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) (ter hoogte van ongeveer 2.286.308,64 euro), de werkelijke aard
en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dit/deze geldbedrage(en) was en/of het voorhanden had,terwijl zij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middelijk - afkomstig was uit misdrijf, immers heeft/hebben zij en/of haar mededader(s) een of meerdere geldbedrag(en) afkomstig van fraude bij de Parnassia Bavo Groep overgeboekt
naar (een) privé-rekening(en) en/of bedrijfsrekening(en) (teneinde de herkomst van dat/die geldbedrag(en) te verhullen en/of versluieren),
De raadsman van verdachte heeft de rechtbank verzocht het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk te verklaren. Uit krantenberichten blijkt dat het OM verder onderzoek heeft uitgevoerd, zonder dat dit uit het dossier blijkt en zonder daarover de rechtbank of verdachte te informeren. Zodoende heeft het OM bewust relevante, mogelijk voor verdachte ontlastende, onderzoeksresultaten achtergehouden en daarmee op grove wijze inbreuk gemaakt op de goede procesorde en de belangen van verdachte geschonden. Voorts heeft de raadsman aangegeven dat hij tijdens de raadkamerprocedure betreffende de verlenging van de voorlopige hechtenis van verdachte d.d. 6 augustus 2009 een pleitnota heeft overgelegd waarin uitvoerig is uiteengezet waarom zijns inziens verdachte dient te worden vrijgesproken van het haar ten laste gelegde. Ter zitting is gebleken dat de officier van justitie in het bezit bleek te zijn van de originele raadkamerstukken van de rechtbank, waaronder deze bewuste pleitnota. De raadsman gaat er van uit dat het OM bewust deze pleitnota heeft achtergehouden om zo de rechtbank op een verkeerd spoor te zetten. Ook om deze reden dient het OM niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting ontkend dat er nader onderzoek is geweest en dat onderzoeksresultaten zouden zijn achtergehouden. Het onderzoek in de onderhavige zaak is gestaakt vanwege een gebrek aan onderzoekscapaciteit. Voorts heeft de officier van justitie aangegeven dat hij niet eerder heeft opgemerkt in het bezit te zijn van de originele raadkamerstukken. De officier van justitie heeft deze aan de rechtbank ter hand gesteld.
De rechtbank is van oordeel dat er geen gegronde redenen zijn om aan te nemen dat het openbaar ministerie bewust relevante informatie heeft achtergehouden of dat er anderszins sprake is van ernstige inbreuken op de beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan hetgeen de officier van justitie over het stopzetten van het onderzoek en de originele raadkamerstukken naar voren heeft gebracht. De rechtbank acht het Openbaar Ministerie dan ook ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De verdenking komt er - kort en feitelijk weergegeven - op neer dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen de Parnassia Bavo Groep voor een totaalbedrag van 2.286.308,64 euro heeft opgelicht (feit 2 primair). Verdachte heeft dit gedaan door 37 valse facturen, ten name van bedrijven met wie de Parnassia Bavo Groep geen enkele zakelijke relatie had, in te voeren in de crediteurenadministratie als ware het goedgekeurde facturen, en deze facturen vervolgens ter betaling door te sturen naar het boekhoudprogramma van de Parnassia Bavo Groep teneinde deze betaalbaar te stellen (feit 1 cumulatief/alternatief).
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen zal verklaren dat verdachte deze feiten heeft begaan.
De officier van justitie heeft verder ter zitting aangekondigd dat hij voornemens is om een vordering ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht aanhangig te maken.
4.2 Het standpunt van de verdediging
Het administratiesysteem van de Parnassia Bavo Groep was gevoelig voor fraude. Het is dan ook mogelijk dat de frauduleuze handelingen gepleegd zijn door een ander, met gebruikmaking van de inloggegevens van verdachte. Ook kan het zijn dat verdachte op verzoek van een of meer collega's opdrachten heeft uitgevoerd zonder zich te realiseren dat het valse documenten betrof. Twee collega's van verdachte hebben - net als verdachte - als laatste wijzingen aangebracht in de valse facturen, maar zij zijn niet als verdachten aangemerkt.
De factuurgeschiedenis toont weliswaar aan dat er veranderingen zijn aangebracht, maar niet wat voor soort veranderingen. Bovendien blijkt uit de factuurgeschiedenis dat de wijzigingen in een tijdspanne van enkele seconden zijn doorgevoerd. Dat is feitelijk onmogelijk. Ook zijn er ongerijmdheden in de factuurgeschiedenis van bijvoorbeeld [D]. Dit duidt erop dat de fraude op een andere manier is gepleegd dan wordt aangenomen door aangever en politie. De raadsman verzoekt de rechtbank dan ook om verdachte vrij te spreken van het haar ten laste gelegde.
Subsidiair, te weten in geval verdachte door de rechtbank niet zal worden vrijgesproken van het haar ten laste gelegde, verzoekt de raadsman om aanhouding van de behandeling ter zitting en verwijzing naar de rechter-commissaris teneinde te onderzoeken of het onderzoek inderdaad gestopt is en of er nadere onderzoeksresultaten zijn.
4.3 De beoordeling van de tenlastelegging
Op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank het navolgende vast.1*
Aangifte
Op 23 oktober 2008 is namens de Parnassia Bavo Groep aangifte gedaan van oplichting en valsheid in geschrift. Uit deze aangifte en uit een aanvullende verklaring van de aangever blijkt dat er betalingen zijn gedaan aan bedrijven waarmee de Parnassia Bavo Groep geen enkele zakelijke relatie had.2* Het betreft de volgende vier bedrijven, waarvan valse facturen zijn aangetroffen en betaalbaar gesteld : [A] BV (19 facturen), [B] BV (18 facturen), [C] BV (1 factuur) en [D] (1 factuur).3* In totaal zijn er door Parnassia Bavo Groep 39 facturen betaald en is er een bedrag ter grootte van € 2.414.305,04 naar deze bedrijven overgeboekt.4*
Verdachte heeft van 18 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008 op de crediteurenadministratie van Parnassia Bavo Groep te 's-Gravenhage gewerkt. In de tijd dat verdachte afwezig was wegens ziekte of vakantie zijn er geen valse facturen ingevoerd. De betalingen aan de vier genoemde bedrijven hebben telkens plaatsgevonden op dagen dat verdachte op het werk aanwezig was.5*
Gebruikelijke werkwijze betalen facturen
Uit de aangifte en de verklaring van aangever blijkt dat de gebruikelijke werkwijze voor het betalen van facturen van crediteuren als volgt was.
Een binnenkomende factuur wordt door een medewerker van de afdeling crediteurenadministratie op een aan een stand-alone computer verbonden scanner ingescand, waarbij de factuurgegevens worden ingevuld en opgeslagen in het boekhoudprogramma Basware. Daarna worden in de eigen werkomgeving van de medewerker die de factuur heeft ingescand nadere factuur- en boekingsgegevens ingevoerd. Vervolgens verstuurt de medewerker de factuur elektronisch naar de budgethouder. Na goed- of afkeuring van de factuur stuurt de budgethouder de factuur weer elektronisch terug naar dezelfde medewerker van de crediteurenadministratie. Deze medewerker stuurt de goedgekeurde facturen vervolgens elektronisch door naar het boekhoudprogramma SAP. De boekhoudafdeling stelt ten slotte de ontvangen facturen betaalbaar door deze in een bestand op te nemen en naar de bank te zenden. De originele facturen worden bewaard in ordners.6*
Wanneer een factuur afkomstig is van een crediteur die nog niet in de administratie van de Parnassia Bavo Groep bekend is, dient de medewerker van de crediteurenafdeling die de factuur in behandeling heeft een nieuwe crediteur in SAP aan te maken. Als een nieuwe crediteur is aangemaakt, dient deze ook nog door een andere medewerker goedgekeurd te worden. Dat is een formaliteit, waarbij alleen gekeken wordt of de gegevens goed zijn overgenomen van de binnengekomen factuur, aldus aangever.7*
Gestelde werkwijze betalingen aan [A] BV, [B] BV, [C] BV en [D]
Volgens aangever is in het geval van de betalingen aan de vier hierbovengenoemde bedrijven de volgende werkwijze gehanteerd.
Nadat een reeds ingescande factuur (van een ander bedrijf dan de vier genoemde) was goedgekeurd door de budgethouder, maar voordat deze ter betaling werd doorgezonden naar SAP, is deze factuur op de stand-alone computer in het programma Basware geopend en is er een nieuwe - valse - factuur ingescand. Deze nieuwe scan heeft de origineel ingescande factuur overschreven. Ook zijn de factuur- en/of boekingsgegevens van de originele, goedgekeurde factuur aangepast, zoals het bankrekeningnummer van de begunstigde, het factuurbedrag en de bedrijfsnaam. Na deze aanpassingen zijn deze facturen ter betaling doorgezonden naar de boekhoudafdeling.8*
Logginggegevens
Medewerkers van de crediteurenadministratie dienen zich zowel op de stand-alone computer als op de computer op hun eigen werkplek onder hun gebruikersnaam in te loggen. Van alle door de medewerkers uitgevoerde handelingen in Basware of SAP worden automatisch zogenaamde logginggegevens aangemaakt.9*
Aangever heeft twee crediteurenoverzichten gemaakt, gebaseerd op die logginggegevens. Op het ene overzicht is per ingevoerde crediteur achter de vermelding 'auteur' te zien wie de nieuwe crediteur heeft aangemaakt. In een ander overzicht staat welke 'bewerker' een nieuwe crediteur heeft ingevoerd en wanneer dat gebeurd is.10*
In deze crediteurenoverzichten staat de naam van verdachte vermeld als 'auteur' en 'bewerker' bij het invoeren van zowel [A] BV (23 juli 2008), [B] BV (21 juli 2008), [C] BV (16 juli 2008) als [D] (23 juli 2008). Deze bedrijven zijn ingevoerd als crediteuren van de Parnassia Bavo Groep.11*
Aangever heeft verder uitdraaien gemaakt van de 39 ingescande facturen van [A] BV, [B] BV, [C] BV en [D]. Ook zijn uitdraaien gemaakt van de bij deze facturen behorende logginggegevens, de zogenaamde factuurgeschiedenis. De factuurgeschiedenis toont onder welke gebruikersnaam een handeling plaatsvindt; een beschrijving van die handeling; een datum en tijdstip; en eventueel een opmerking.12* Aangever heeft verder een lijst aangemaakt waarop - onder andere - voor elk van deze facturen te zien is op welke datum en op welk tijdstip deze facturen zijn ingescand, en onder welke gebruikersnaam dat is gebeurd.13* Dat laatste staat onder de kop 'gebruiker laatst behandeld'.14*
In de factuurgeschiedenis is in 37 van de 39 facturen in kwestie de naam van verdachte vermeld als de gebruiker die als laatste, dat wil zeggen voordat de factuur ter betaling werd doorgestuurd naar het boekhoudprogramma SAP ('geëxporteerd naar boekhoudsysteem'), de boekings- en/of factuurgegevens van de facturen heeft gewijzigd.15* In 35 van die gevallen staat in de eerdergenoemde lijst onder 'gebruiker laatst behandeld' de naam van verdachte als degene die de facturen heeft ingescand.16*
Aangever heeft de valse facturen niet daadwerkelijk aangetroffen. Zij zaten niet in de ordners waarin de facturen bewaard worden.17*
Aantekeningen verdachte
Op een factuur gedateerd 15 juli 2008 ten name van [C] BV staat met de hand geschreven 'bevestigen nieuw [nummer]'.18* Verdachte heeft verklaard dat ze deze factuur herkent en dat ze de crediteur ervan heeft aangemaakt in SAP.19*
In een la van het bureau van verdachte op de crediteurenadministratie is een papier aangetroffen met daarop handgeschreven de tekst: 'Ja – [nummer] - 227.409,00' en 'eer – [nummer] - 246.520,40'. De middelste cijferreeksen komen overeen met de crediteurennummers van [B] BV respectievelijk [A] BV. De laatste cijferreeksen komen overeen met de som van de drie opgetelde facturen van [B] BV respectievelijk [A] BV gedaan in oktober 2008.20* Verdachte heeft verklaard dat dit haar aantekeningen zijn, in haar handschrift en dat de laatste cijferreeksen werkgerelateerd zijn.21*
In de schuur van de woning van verdachte is een papier gevonden met daarop handgeschreven Post-It memo's. Op een van de memoblaadjes staan de namen geschreven van de vier hierboven genoemde bedrijven met daarachter de bijbehorende crediteurennummers in SAP.22* Ook dit zijn door verdachte gemaakte aantekeningen. Verdachte heeft verklaard dat ze denkt dat ze door die leveranciers gebeld is.23*
Oordeel rechtbank
Gelet op het bovenstaande gaat de rechtbank uit van de volgende handelwijze ten aanzien van de valse facturen op naam van [A] B.V., [B] B.V,, [C] B.V. en [D].
Nadat een originele factuur is goedgekeurd door de budgethouder en ter verdere verwerking retour is gezonden naar de crediteurenafdeling, is een geheel andere, valse, factuur op naam van voornoemde bedrijven ingescand en over de goedgekeurde factuur heen geschreven. Tevens worden de bij de valse factuur behorende crediteurgegevens ingevoerd en de bijbehorende factuurdata gewijzigd. Het ging dan om het bankrekeningnummer van de begunstigde, het factuurbedrag en de bedrijfsnaam. Vervolgens zijn deze facturen ter betaling doorgestuurd aan het boekhoudsysteem SAP, waarna het geld ook daadwerkelijk is overgemaakt.
In het boekhoudsysteem SAP zijn onder de naam van verdachte vier bedrijven - [A] BV; [B] BV; [C] BV; en [D] - als nieuwe crediteuren ingevoerd, terwijl deze bedrijven dat feitelijk niet waren. Ook zijn onder de naam van verdachte in het boekhoudsysteem Basware 37 facturen van diezelfde bedrijven ingescand en over een reeds goedgekeurde factuur heengeschreven. Uit de factuurgeschiedenis blijkt verder dat op naam van verdachte de factuurgegevens, direct voordat deze facturen ter betaling zijn doorgestuurd naar het boekhoudsysteem SAP, zijn gewijzigd.
De rechtbank stelt vast dat alle wijzigingen in de computersystemen van de Parnassia Bavo Groep betreffende de ten laste gelegde valse facturen op naam van verdachte hebben plaatsgevonden. De vraag is vervolgens of verdachte ook degene is geweest die deze handelingen heeft verricht.
Het verweer van de raadsman dat iemand anders met gebruikmaking van de gebruikersnaam van verdachte deze handelingen heeft verricht, acht de rechtbank niet aannemelijk. Verdachte heeft immers verklaard dat zij degene is geweest die het crediteurennummer van [C] B.V. heeft aangevraagd en ingevoerd. Dit blijkt ook uit de door verdachte gemaakte handgeschreven aantekening op de factuur - ten name van [C] BV -. Dat verhoudt zich niet met de stelling dat iemand anders onder haar naam heeft gehandeld. Ook de aantekeningen betreffende de valse crediteuren op het papier dat in de bureaula van verdachte is gevonden wijzen erop dat verdachte zelf de factuurgegevens heeft gewijzigd: niet alleen omdat het papier is gevonden op de werkplek van verdachte, maar ook omdat verdachte geen steekhoudende verklaring heeft kunnen geven voor het feit dat de getallen op dat papier overeenkomen met het totaal aan betaalde facturen aan [B] BV respectievelijk [A] BV in de maand oktober. Bovendien volgt uit deze aantekeningen alsmede de aantekeningen betreffende de valse crediteuren welke bij verdachte thuis zijn aangetroffen, dat zij zelf bemoeienis heeft gehad of handelingen heeft verricht ten aanzien van de valse facturen. Daarbij komt dat verdachte steeds op haar werk aanwezig was op de dagen dat deze handelingen plaatsvonden. Dat zij zelf de hierboven beschreven 37 wijzigingen niet heeft doorgevoerd, maar iemand anders is dan ook niet aannemelijk. Daarbij komt dat verdachte goed bekend was met de bij Parnassia Bavo Groep gebruikte boekhoudsprogramma's. Vorenstaande geldt eveneens ten aanzien van de stelling van de raadsman van verdachte dat wellicht een hacker de facturen heeft vervalst. De raadsman heeft deze stelling allereerst in het geheel niet aannemelijk gemaakt en voorts duidt de omstandigheid dat voormelde aantekeningen zijn gevonden in de bureaula van verdachte er niet op dat sprake is van een hacker.
Anders dan de raadsman heeft bepleit, acht de rechtbank het evenmin aannemelijk dat verdachte in opdracht van een collega handelde, zonder te weten dat het om valse facturen ging. De handelwijze ten aanzien van de valse facturen week immers op meerdere punten af van de gebruikelijke werkwijze op de crediteurenafdeling. Het opnieuw inscannen van facturen nadat de budgethouder deze heeft goedgekeurd, en het vervolgens wijzigen van factuurgegevens, waaronder het factuurbedrag, is strijdig met de gebruikelijke werkwijze, waarbij goedkeuring van de budgethouder moet worden verkregen voorafgaand aan het betaalbaar stellen van een factuur. Verder dienden de originele facturen te worden gearchiveerd in de daartoe bestemde ordners, maar zijn nu juist deze valse facturen niet teruggevonden in de ordners. Aan de stelling van verdachte dat zij gewoon haar werk deed, hecht de rechtbank dan ook geen geloof. Daarbij komt dat bij verdachte thuis een memoblaadje is gevonden met daarop de namen van de vier eerder genoemde bedrijven en de daarbij behorende crediteurennummers.
De rechtbank volgt evenmin het verweer van de raadsman dat de fraude niet gepleegd kan zijn op de door de aangever en officier van justitie aangenomen wijze, omdat de wijzigingen zoals die in de factuurgeschiedenis zijn vastgelegd niet in enkele seconden kunnen worden aangebracht. De factuurgeschiedenis immers vermeldt het tijdstip waarop een handeling - zoals een wijziging van de factuur- of boekingsgegevens - is geregistreerd, hetgeen niets wil zeggen over de (daaraan voorafgaande) duur van die handeling.
Wat betreft de stelling van de raadsman dat er naast verdachte ook collega's van verdachte waren die de gegevens van de facturen in kwestie hebben gewijzigd, overweegt de rechtbank het volgende. Uit de factuurgeschiedenis van de 39 facturen blijkt dat in drie gevallen de naam van een collega staat vermeld als diegene die als laatste de factuur- en/of boekingsgegevens heeft gewijzigd. In één van die drie gevallen heeft ook verdachte nog gegevens gewijzigd, zij het niet als laatste, hetgeen op zijn minst op betrokkenheid van verdachte wijst. De twee overige gevallen zijn, zoals de officier van justitie ter zitting ook heeft aangegeven, niet aan verdachte ten laste gelegd, zodat het verweer van de raadsman relevantie ontbeert.
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, kort gezegd, valsheid in geschrifte en oplichting.
Ten aanzien van het subsidiair gedane verzoek tot aanhouding in verband met onderzoek naar de vraag of onderzoeksresultaten zijn achtergehouden, overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank heeft geen enkele reden te twijfelen aan de opmerking van de officier van justitie ter terechtzitting dat het onderzoek op enig moment is beëindigd en er geen onderzoeksresultaten zijn achtergehouden. Ook het procesdossier bevat hiertoe geen aanwijzingen. Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen grond voor nader onderzoek daaromtrent. De rechtbank zal het verzoek van de raadsman tot aanhouding dan ook afwijzen.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de op de dagvaarding onder 1 cumulatief/alternatief en 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - zulks met verbetering van in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering de verdachte niet in de verdediging is geschaad - de inhoud van de tenlastelegging dat:
zij, in de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008, te Den Haag, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, 37 facturen - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers hebben zij, verdachte en haar mededaders, (telkens) valselijk voornoemde facturen voorzien van (aangepaste en/of gewijzigde) factuur- en /of boekingsgegevens en rekeningnummers en (bijbehorende) namen en geldbedragen van/voor (rechts)personen die niet bij Parnassia Bavo Groep als crediteur en/of zakelijke relatie bekend waren en geen bestaande vorderingen op de Parnassia Bavo Groep hadden, zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
zij, in de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008, te Den Haag, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van 37 valse geschriften, te weten facturen - elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die geschriften echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat zij, verdachte, (telkens) opzettelijk voornoemde geschriften heeft aangeboden aan (het boekhoudprogramma van) de Parnassia Bavo Groep teneinde geldbedragen te verkrijgen, bestaande die valsheid hierin dat die facturen werden voorzien van (aangepaste en/of gewijzigde) factuur- en /of boekingsgegevens en rekeningnummers en (bijbehorende) namen en geldbedragen van/voor rechtspersonen die niet bij Parnassia Bavo Groep als crediteur en/of zakelijke relatie bekend waren en geen bestaande vorderingen op de Parnassia Bavo Groep hadden;
zij, in de periode van 19 mei 2008 tot en met 23 oktober 2008 te Den Haag, meermalen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen, Parnassia Bavo Groep heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, te weten (totaal) ongeveer 2.286.308,64 euro, hebbende verdachte en haar mededaders toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) opzettelijk listiglijk en in strijd met de waarheid
- originele, reeds goedgekeurde, facturen, verwijderd uit het boekhoudprogramma (Basware) en
- (vervolgens) (door middel van het her- en/of inscannen) vervangen door 37 valse facturen op naam van rechtspersonen, die niet als crediteur en/of zakelijke relatie bekend
waren bij de Parnassia Bavo Groep (te weten [A] BV en [B]BV en [C] BV en [D]), en
- die rechtspersonen (te weten [A] BV en [B]BV en [C] BV en [D]), (valselijk) als crediteuren in het boekhoudprogramma (Basware) en de betaalmodule in het betalingssysteem (SAP) aangemaakt en ingevoerd, waardoor genoemde Parnassia Bavo Groep (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgiftes.
5. De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
6. De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is eveneens strafbaar, omdat niet is gebleken van feiten of omstandigheidheden die haar strafbaarheid uitsluiten.
7.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zake van de aan verdachte ten laste gelegde feiten oplegging van een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft in de relatief korte tijd dat zij werkzaam was op de crediteurenadministratie - minder dan zes maanden - de Parnassia Bavo Groep voor een bedrag van meer dan 2 miljoen euro opgelicht. Zij heeft een groot aantal facturen valselijk opgemaakt en betaalbaar gesteld aan bedrijven die op geen enkele wijze gerelateerd waren aan de Parnassia Bavo Groep en die dan ook geen enkele vordering op de Groep hadden uitstaan. Zij heeft de Parnassia Bavo Groep daardoor aanzienlijk financieel nadeel berokkend. Verdachte heeft ook op grove wijze misbuik gemaakt van het door haar werkgeefster in haar gestelde vertrouwen.
Bovendien - en in meer algemene zin - is door de handelwijze van verdachte afbreuk gedaan aan het vertrouwen dat gesteld wordt in een eerlijk verloop van het betalingsverkeer. Dit klemt te meer nu verdachte geen openheid van zaken heeft willen geven. Onduidelijk is gebleven wie uiteindelijk voordeel heeft genoten van de betaalde bedragen. Duidelijk is wel dat verdachte, vanwege haar positie op de crediteurenadministratie en kennis van de gehanteerde betalings- en boekhoudsystemen, een cruciale rol heeft gespeeld in het oplichten van de Parnassia Bavo Groep. Dit alles pleit in het nadeel van verdachte.
In het voordeel van verdachte pleit het tijdsverloop in deze zaak. Hoewel de redelijke termijn waarbinnen een strafzaak dient te worden behandeld niet is overschreden, is de duur tussen aanhouding en inverzekeringstelling van verdachte en de dag waarop de rechtbank uitspraak doet aanzienlijk, namelijk meer dan 22 maanden. Daarbij is van belang dat het onderzoeksdossier al op 6 mei 2010 - een jaar voor behandeling ter terechtzitting - is gesloten.
De rechtbank heeft ten slotte de omstandigheid laten meewegen dat verdachte, zo blijkt uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 20 april 2011, niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is. Gelet op de omvang van de fraude c.q. oplichting is een werkstraf niet aan de orde, maar dient een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te volgen. De rechtbank zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, teneinde verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
8. De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 47, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 (eerste cumulatief/alternatief):
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 1 (tweede cumulatief/alternatief):
medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de haar opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt, dat een gedeelte van die straf, groot 6 (zes) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door
mrs. Van Veen, voorzitter,
Hink en Meijers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Snoeijer, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 mei 2011.
1* Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar pagina's betreft dit - tenzij anders vermeld - de pagina's van het proces-verbaal met het nummer PL1531/2008/56044/AD, met bijlagen, van politie Haaglanden d.d. 6 mei 2010 (genummerd pagina's 1 t/m 547).
2* Proves verbaal van aangifte, d.d. 23 oktober 2008, p. 63 - 66 en proces-verbaal van verhoor aangever (ook wel: aanvullende aangifte), d.d. 17 november 2008, p. 67 -70.
3* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 67. De genoemde aantallen zijn genoemd in hetzelfde proces-verbaal, p. 68.
4* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 67; Naar [A] is in totaal €1.173.292,45 overgeboekt; naar [B] BV € 1.108.342,20; naar [C] BV € 81.476,59; en naar [D] € 51.193,80.
5* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 69 en bijlage 7 p. 400, 401.
6* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 68
7* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 69
8* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 68
9* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 68
10* Deze overzichten zijn door aangever ter beschikking gesteld en door politie Haaglanden in beslag genomen. De overzichten zijn als bijlage 4 respectievelijk bijlage 5 opgenomen, p. 378 - 389 resp. p. 389 - 391.
11* Bijlage 4, p. 378 - 389; en bijlage 5, p. 389 - 391.
12* Zowel de uitdraaien van de facturen van de vier bedrijven als de uitdraaien van de bijbehorende logginggegevens zijn ter beschikking gesteld door aangever en door politie Haaglanden in beslag genomen. De uitdraaien zijn als bijlage 2 opgenomen, p. 129 - 375.
13* Deze lijst is door aangever ter beschikking gesteld en door politie Haaglanden in beslag genomen. De lijst is als bijlage 3 opgenomen, p. 376 - 377.
14* Proces-verbaal d.d. 6 mei 2010, p. 24
15* Bijlage 2, p. 129 - 375; en bijlage 3, p. 129 - 375.
16* Bijlage 3, p. 129 - 375; en bijlage 3 p. 376 - 377.
17* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 17 november 2008, p. 69
18* Bijlage 2, p. 340
19* Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 28 juli 2009, p. 37 uit proces-verbaal nummer PL1531/2008/56044/PD.
20* Proces-verbaal van verhoor aangever, d.d. 29 januari 2009, p. 71 -72 en bijlage 10, p. 422.
21* Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 28 juli 2009, p. 41 en 43 uit proces-verbaal nummer PL1531/2008/56044/PD.
22* Proces-verbaal d.d. 6 mei 2010, p. 55 en bijlage 11, p. 425.
23* Proces-verbaal van verhoor verdachte, d.d. 28 juli 2009, p. 41 - 42 uit proces-verbaal nummer PL1531/2008/56044/PD.