ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ8288

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
17 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
394383 / KG ZA 11-551
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • P.A. Koppen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie van ongebalkte foto's van een bedreigde getuige

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van het Passageproces, heeft eiser, die zowel verdachte als getuige is, de status van bedreigde getuige en is hij opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma. De zaak betreft de vraag of gedaagde, houder van de domeinnaam www.camilleri.nl, onrechtmatig zou handelen door ongebalkte foto's van eiser op zijn website te plaatsen. De voorzieningenrechter moet een afweging maken tussen het recht op vrijheid van meningsuiting van gedaagde en het recht op persoonlijke levenssfeer van eiser, die in verband met zijn getuigenis tegen meerdere verdachten in gevaar verkeert.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het recht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting. Eiser heeft er groot belang bij dat zijn identiteit en uiterlijk niet publiekelijk bekend worden, vooral gezien zijn status als bedreigde getuige. De rechter concludeert dat gedaagde onrechtmatig zou handelen indien hij toestaat dat ongebalkte foto's van eiser op zijn website worden gepubliceerd. Gedaagde wordt dan ook geboden om deze foto's van zijn website verwijderd te houden.

De voorzieningenrechter legt een dwangsom op van € 5.000,00 per dag bij overtreding van dit gebod, met een maximum van € 50.000,00. De vordering van eiser om gedaagde te verplichten brieven te sturen naar zoekmachinebeheerders wordt afgewezen, evenals de vordering tot schadevergoeding, omdat eiser niet heeft aangetoond dat er reeds geleden schade is. De kosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: 394383 / KG ZA 11-551
Vonnis in kort geding van 17 juni 2011
in de zaak van
[eiser],
thans gedetineerd,
eiser,
advocaat mr. J.P.A. van Schaik te Veenendaal,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. M.J. Resink te Amsterdam.
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 6 juni 2011 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
1.1. Eiser is thans gedetineerd. Hij is zowel verdachte als getuige in omvangrijke strafzaken over een aantal liquidaties in de Amsterdamse onderwereld, het zogenaamde Passageproces.
1.2. Aan eiser is de status van bedreigde getuige verleend en hij is opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma van Justitie. In de rechtszaal is hij aan het oog onttrokken en wordt zijn stem vervormd.
1.3. Gedaagde is houder van de domeinnaam www.camilleri.nl. Onder die naam wordt een website geëxploiteerd waar op een journalistieke wijze aandacht wordt besteed aan de wereld van de misdaad in de breedste zin van het woord.
1.4. De website gaf tot voor kort, al dan niet via een link, toegang tot herkenbare foto's en een geluidsfragment van de stem van eiser. Inmiddels zijn de foto's en het geluidsfragment verwijderd.
2. Het geschil
2.1. Eiser vordert, na wijziging van eis, zakelijk weergegeven, gedaagde te veroordelen:
(1a) één of meer foto's, waarop het gezicht van eiser is afgebeeld, zonder dat de ogen van eiser door middel van een balk onzichtbaar zijn gemaakt, van de website www.camilleri.nl te verwijderen en verwijderd te houden;
(1b) althans een link naar deze foto/foto's op de website www.camilleri.nl te verwijderen en verwijderd te houden;
een en ander op straffe van een dwangsom;
(2) brieven te zenden aan de beheerders van de zoekmachines Google, MSN en Ilse, gericht aan de relevante adressen, met het verzoek tot het (doen) verwijderen en verwijderd houden van de desbetreffende foto's of ander beeld- en/of geluidsmateriaal van eiser, op straffe van een dwangsom;
(3) tot betaling aan eiser van een bedrag van € 10.000,00 als voorschot op reeds geleden en nog te lijden schade die eiser is en zal worden berokkend door de onrechtmatige publicatie van het gewraakte beeld- en geluidsmateriaal.
2.2. Aan zijn vordering legt eiser ten grondslag dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld jegens eiser door ongebalkte foto's van eiser op zijn website te plaatsen. Er is van eiser nagenoeg geen foto of ander beeld- of geluidsmateriaal in omloop vanwege zijn status van bedreigde getuige. Als er al foto's van hem in omloop zijn, dan worden deze afgeschermd met een balk voor de ogen. Als bedreigde getuige heeft eiser er groot belang bij dat persoonlijke gegevens in verband met zijn identiteit, waaronder met name zijn uiterlijk, niet publiekelijk bekend of verspreid worden. Doordat eiser verklaringen aflegt tegen meerdere verdachten in het Passageproces lopen zijn veiligheid en die van zijn familie ernstig gevaar. Na diverse sommaties heeft gedaagde de website aangepast door (onder meer) ongebalkte foto's en een geluidsfragment van de stem van eiser te verwijderen, maar tegelijkertijd heeft gedaagde niet betwist in de toekomst voornemens te zijn weer ongebalkte foto's van eiser te plaatsen. In dat geval zou gedaagde de persoonlijke levenssfeer van eiser schenden en daarmee handelen in strijd met artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en artikel 10 van de Grondwet. Bovendien loopt daardoor de veiligheid van de familie van eiser gevaar. Gelet op zijn status van bedreigde getuige heeft hij er bij uitstek belang bij dat van hem geen herkenbare foto, of ander beeldmateriaal publiekelijk wordt verspreid. De ongebalkte foto's maken tevens inbreuk op het portretrecht van eiser.
2.3. Gedaagde voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Gedaagde heeft als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat hij slechts houder is van de domeinnaam www.camilleri.nl en dat hij geen enkele bemoeienis heeft met de inhoud van de website. Dit verweer wordt verworpen. Gedaagde wordt immers niet als redacteur, maar als exploitant van de website aangesproken. Gedaagde heeft niet betwist dat hij als houder van de domeinnaam de plaatsing van ongebalkte foto's van eiser kan voorkomen. Wie de redactie van de website voert, doet dus hier niet ter zake.
3.2. Voorts heeft gedaagde aangevoerd dat eiser geen spoedeisend belang bij zijn vorderingen heeft, aangezien het portret van eiser voor een ieder beschikbaar is (geweest) via het internet en hij zelf zich voorlopig nog in detentie bevindt. Ook dit verweer slaagt niet. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de spoedeisendheid voortvloeit uit de reële dreiging dat eiser onverhoeds opnieuw wordt geconfronteerd met het door hem als onrechtmatig aangemerkte handelen van gedaagde.
3.3. Nu de website op dit moment geen toegang biedt tot ongebalkte foto's van eiser, zal het gedeelte van de vordering onder 1a dat ziet op het verwijderen van ongebalkte foto's, bij gebrek aan belang, worden afgewezen. Ter beoordeling ligt voor of gedaagde mogelijk in de toekomst, door op zijn website (een link naar) ongebalkte foto's van eiser te plaatsen, onrechtmatig zou handelen jegens eiser.
3.4. Toewijzing van het gedeelte van de vordering onder 1a dat ziet op het verwijderd houden van ongebalkte foto's zou een beperking vormen van het grondrecht op de vrijheid van meningsuiting dat aan gedaagde op grond van artikel 10 lid 1 EVRM toekomt. Dat recht kan slechts worden beperkt, indien deze beperking bij de wet is voorzien en deze in een democratische samenleving noodzakelijk is, bijvoorbeeld ter voorkoming van strafbare feiten (artikel 10 lid 2 EVRM).
3.5. Tegenover het recht van gedaagde op vrijheid van meningsuiting staat het grondrecht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer in het algemeen en van de onaantastbaarheid van zijn lichaam in het bijzonder, dat wordt beschermd door artikel 8 lid 1 EVRM en, voor zover het betreft het recht op leven, mede door artikel 2 lid 1 EVRM. Weigering van de door eiser gevraagde voorzieningen zou op dat recht mogelijk inbreuk maken. Artikel 8 lid 2 EVRM laat echter onder dezelfde voorwaarden als artikel 10 EVRM een beperking toe, onder meer ter bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Een beperking zal eerder toelaatbaar zijn als met de publicatie een maatschappelijk belang is gediend, in het bijzonder wanneer het een publicatie door een journalist betreft. Het grondrecht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer wordt daarnaast beschermd door artikel 10 van de Grondwet en, voor zover het de onaantastbaarheid van zijn lichaam betreft, mede door artikel 11 van de Grondwet.
3.6. De beantwoording van de vraag of mogelijke plaatsing van ongebalkte foto's op de website van gedaagde onrechtmatig is, ligt dan ook in het spanningsveld tussen het recht op vrijheid van meningsuiting enerzijds en het recht op persoonlijke levenssfeer, waaronder de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, anderzijds. Het antwoord op de vraag welke van deze beide rechten in het concrete geval zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval (Hoge Raad 18 januari 2008, NJ 2008, 274).
3.7. In het kader van de vereiste afweging acht de voorzieningenrechter in het bijzonder van belang dat aan eiser de status van bedreigde getuige is verleend en dat hij is opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma. Dit betekent immers dat niet kan worden uitgesloten dat door het plaatsen van ongebalkte foto's op de website van gedaagde de veiligheid van eiser ernstig in gevaar wordt gebracht. Het argument van gedaagde dat het portret van eiser reeds sinds 12 maart 2009 voor een ieder beschikbaar is geweest via het internet, is onvoldoende overtuigend, nu eiser in de rechtszaal alleen verschijnt als hij is voorzien van een vermomming en in een separate ruimte, zodat het publiek hem niet kan zien. Aannemelijk is weliswaar dat zijn portret bij enkele van zijn 'vijanden' bekend is, maar dat geldt niet voor al zijn potentiële vijanden. Dat eiser in het verleden ook zelf contact met de media heeft gezocht, is niet relevant, aangezien hij toen nog geen 'kroongetuige' was. In verhouding tot het gewicht van het recht van eiser is dat van gedaagde naar het oordeel van de voorzieningenrechter gering. Gedaagde beroept zich op het publieke belang bij een eerlijk gevoerd strafproces. De noodzaak om bij het plaatsen van foto's op het internet deze eerst van een balk te voorzien, vormt in dat verband slechts een geringe beperking van de vrijheid van meningsuiting, ook als het een journalistieke publicatie betreft. De stelling van gedaagde dat zich in het Passageproces een nieuwe getuige heeft gemeld louter als gevolg van de herkenning van het portret van eiser in een ander medium, wat daarvan ook zij, kan geen rechtvaardiging bieden voor het in gevaar brengen van de veiligheid van eiser.
3.8. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat gedaagde, indien hij toelaat dat ongebalkte foto's van eiser op zijn website worden gepubliceerd, onrechtmatig jegens eiser zou handelen. Het gedeelte van de vordering onder 1a dat ziet op het verwijderd houden van ongebalkte foto's zal dan ook worden toegewezen.
3.9. Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing, is aangewezen. De op te leggen dwangsom zal worden gemaximeerd. Voorts zal worden bepaald dat de op te leggen dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, mede in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordeling is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid daarvan.
3.10. De vordering van eiser onder 1b zal worden afgewezen, nu de voorzieningenrechter het primair gevorderde onder 1a deels zal toewijzen en hij derhalve aan de beoordeling van het subsidiair gevorderde onder 1b niet toekomt.
3.11. Het gevorderde onder 2 zal eveneens worden afgewezen, aangezien het op de weg van (de advocaat) van eiser ligt om zelf de beheerders van de zoekmachines Google, MSN dan wel Ilse te benaderen. Onvoldoende aannemelijk is geworden dat gedaagde met publicaties van ongebalkte foto's van eiser via Google, MSN dan wel Ilse iets van doen heeft.
3.12. De onder 3 ingestelde vordering ziet enerzijds op reeds geleden schade en anderzijds op nog te lijden schade. Ter zitting heeft eiser erkend dat reeds geleden schade niet aan de orde is. De vordering van nog te lijden schade zal ook worden afgewezen, aangezien dit een onzekere schade betreft waarvan niet duidelijk is of deze nog zal ontstaan.
3.13. In de omstandigheid dat partijen ieder voor een deel in het ongelijk worden gesteld, wordt aanleiding gevonden te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
- gebiedt gedaagde om ongebalkte foto's van eiser van de website www.camilleri.nl verwijderd te houden;
- bepaalt dat gedaagde een dwangsom verbeurt van € 5.000,00 per dag bij overtreding van voormeld gebod, met een maximum van € 50.000,00;
- bepaalt dat bovenstaande dwangsom vatbaar is voor matiging op de wijze zoals onder 3.9 is vermeld;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A. Koppen en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2011.
mb