ECLI:NL:RBSGR:2011:BR4080
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.W. van der Voort
- P.C. Stroebel
- Rechtspraak.nl
Geen vergoeding voor het indienen van het bezwaarschrift in erfbelastingzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 2 augustus 2011, ging het om een geschil over de aanslag erfbelasting die eiseres had ontvangen naar aanleiding van de verkrijging van een woning van haar overleden vader. De inspecteur van de Belastingdienst had de WOZ-waarde van de woning voor het jaar 2010 vastgesteld op € 40.000, wat leidde tot een vermindering van de aanslag erfbelasting tot nihil. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar de rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat verweerder volledig tegemoet was gekomen aan eiseres. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een vergoeding van de proceskosten, aangezien de aanslag niet was herroepen wegens een aan verweerder te wijten onrechtmatigheid. De rechtbank benadrukte dat de vermindering van de WOZ-waarde voortkwam uit een ambtshalve beslissing op een niet-ontvankelijk verklaard bezwaarschrift en niet uit een beschikking die specifiek op eiseres betrekking had. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen kregen de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De rechtbank concludeerde dat de proceskostenvergoeding van € 437 voor de rechtsbijstand van eiseres terecht was vastgesteld, maar dat er geen aanleiding was voor een hogere vergoeding of voor de vergoeding van het indienen van het bezwaarschrift.