ECLI:NL:RBSGR:2011:BR6627
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van asielbesluit op basis van taalanalyse en contra-expertise
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 5 juli 2011 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, geboren op 8 januari 1990 en in het bezit van de Iraakse nationaliteit, had op 26 mei 2008 een asielaanvraag ingediend. Bij besluit van 13 februari 2009 heeft verweerder, de minister voor Immigratie en Asiel, deze aanvraag afgewezen op grond van de onbetrouwbaarheid van het asielrelaas van eiser. Verweerder baseerde zijn besluit op een taalanalyse van het Bureau Land en Taal (BLT) van 12 november 2008, waarin werd geconcludeerd dat eiser waarschijnlijk afkomstig was uit de regio Arbil in Noord-Irak. Eiser heeft echter een contra-expertise overgelegd van de Taalstudio, die twijfels uitte over de conclusies van de taalanalyse.
De rechtbank heeft in haar uitspraak van 5 juli 2011 geoordeeld dat verweerder de taalanalyse niet langer aan het bestreden besluit ten grondslag kon leggen, gezien de eerdere uitspraak van de rechtbank, zittingsplaats Maastricht, van 21 juli 2010. In die uitspraak was al vastgesteld dat de contra-expertise een concreet aanknopingspunt vormde voor twijfel aan de taalanalyse. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet voldoende had aangetoond dat de taalanalyse nog steeds geldig was en dat hij de twijfels die door de contra-expertise waren geuit, niet had kunnen weerleggen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit van 18 januari 2011 en bepaalde dat verweerder een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die op € 874,= werden begroot. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen vier weken na verzending worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.