ECLI:NL:RBSGR:2011:BU3326
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake overeenkomst tot verrichten van diensten en toepasselijk recht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 augustus 2011 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een ervaren vastgoedondernemer, eiser, en twee gedaagden, waaronder een Nederlands advocatenkantoor in Spanje. De procedure is gestart naar aanleiding van een geschil over een huurovereenkomst die door eiser was opgesteld en die beheerst werd door Spaans recht. Eiser vorderde betaling van £ 44.000,-- van de gedaagden, gebaseerd op een vermeende tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht door gedaagde sub 1.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst niet is geëffectueerd en dat eiser niet voldoende heeft onderbouwd dat gedaagde sub 1 toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank oordeelde dat er geen contractuele relatie bestond tussen eiser en gedaagde sub 2, en dat eiser niet had aangetoond dat gedaagde sub 2 onjuist advies had gegeven. De vordering van eiser werd als onvoldoende onderbouwd verworpen, en de rechtbank heeft eiser in de proceskosten veroordeeld.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke stelplicht in civiele procedures en de gevolgen van het niet naleven van contractuele verplichtingen. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de keuze voor het toepasselijke recht, in dit geval Spaans recht, niet door eiser kon worden gewijzigd tijdens de procedure. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.C.M. van Dijk.